Home

Gerechtshof Den Haag, 15-10-2020, ECLI:NL:GHDHA:2020:2223, BK-20/00301 t/m BK-20/00304, BK-20/00313 en BK-20/00314

Gerechtshof Den Haag, 15-10-2020, ECLI:NL:GHDHA:2020:2223, BK-20/00301 t/m BK-20/00304, BK-20/00313 en BK-20/00314

Gegevens

Instantie
Gerechtshof Den Haag
Datum uitspraak
15 oktober 2020
Datum publicatie
30 november 2020
ECLI
ECLI:NL:GHDHA:2020:2223
Formele relaties
Zaaknummer
BK-20/00301 t/m BK-20/00304, BK-20/00313 en BK-20/00314

Inhoudsindicatie

Belanghebbende heeft over de jaren 2012 tot en met 2015 suppletieaangiften voor de heffing van omzetbelasting ingediend die zijn gevolgd door naheffingsaanslagen. De naheffingsaanslagen hebben gedeeltelijk betrekking op bedragen die belanghebbende via het BTW-compensatiefonds (BCF) had moeten terugvragen, maar die zij, bij nader inzien ten onrechte, in haar aangiften voor de heffing van omzetbelasting heeft verwerkt. Na een aanvullende opgave voor de vaststelling van de vergoeding uit het BCF zijn deze bedragen alsnog verwerkt.

In hoger beroep is in geschil, in essentie gelijk aan het geschil zoals het heeft voorgelegen bij de Rechtbank, of aan belanghebbende terecht over de jaren 2012 tot en met 2015 belastingrente is berekend en terecht over de jaren 2013 en 2014 boetes zijn opgelegd. De Inspecteur heeft in hoger beroep, bij wijze van door hem bij belanghebbende aanwezig geachte straf verminderende omstandigheden, uiteindelijk het standpunt ingenomen dat de boetes worden verminderd tot elk € 1.000.

Uitspraak

GERECHTSHOF DEN HAAG

Team Belastingrecht

meervoudige kamer

nummers BK-20/00301 t/m BK-20/00304, BK-20/00313 en BK-20/00314

Uitspraak van 15 oktober 2020

in het geding tussen:

[X] , belanghebbende,

en

de inspecteur van de Belastingdienst, kantoor Rotterdam, de Inspecteur,

op het hoger beroep van belanghebbende en het hoger beroep van de Inspecteur tegen de uitspraak van de Rechtbank Den Haag van 24 december 2019, nummers SGR 18/8438, SGR 18/8440, SGR 18/8442 en SGR 18/8443.

Overwegingen

Beslissing