Home

Gerechtshof Den Haag, 27-05-2021, ECLI:NL:GHDHA:2021:1055, BK-20/00654 en BK-20/00655

Gerechtshof Den Haag, 27-05-2021, ECLI:NL:GHDHA:2021:1055, BK-20/00654 en BK-20/00655

Gegevens

Instantie
Gerechtshof Den Haag
Datum uitspraak
27 mei 2021
Datum publicatie
24 juni 2021
ECLI
ECLI:NL:GHDHA:2021:1055
Formele relaties
Zaaknummer
BK-20/00654 en BK-20/00655

Inhoudsindicatie

Art. 7:2, 7:3 Awb; art. 25 Awr; art. 225 en 234 Gemeentewet.

Het Hof oordeelt dat de hoorplicht niet is geschonden en dat het bezwaar terecht kennelijk ongegrond is verklaard, nu partijen in de bezwaarfase niet over de feiten, maar uitsluitend over de toepassing van het recht op deze feiten van mening verschilden.

De gemeente heeft de plaats waar belanghebbende zijn auto heeft geparkeerd blijkens de lokale regelgeving aangewezen als vergunninghoudersplaats waar zowel geparkeerd mocht worden met een vergunning als met een bij de parkeerautomaat te verkrijgen dagkaart. De gemeente heeft terecht het dagtarief van € 14 nageheven. Dit tarief is niet buitenproportioneel.

Uitspraak

Team Belastingrecht

meervoudige kamer

nummers BK-20/00654 en 20/00655

in het geding tussen:

[X] te [Z] , belanghebbende,

(gemachtigde: B. de Jong)

en

(vertegenwoordiger: […] )

op het hoger beroep van belanghebbende tegen de uitspraak van de Rechtbank Den Haag (de Rechtbank) van 12 augustus 2020, nummers SGR 20/276 en 20/277.

Procesverloop

1.1.

De Heffingsambtenaar heeft op 25 augustus 2019 om 14:35 uur aan belanghebbende een naheffingsaanslag in de parkeerbelastingen van de gemeente Leiden met aanslagnummer [aanslagnummer] opgelegd ter zake van het parkeren van een personenauto met het kenteken

[kenteken] op de [straatnaam] in [woonplaats] . Het bedrag van de naheffingsaanslag is € 76,70 (€ 14 belasting en € 62,70 kosten van het opleggen van de naheffingsaanslag).

1.2.

De Heffingsambtenaar heeft op 26 augustus 2019 om 15:16 uur aan belanghebbende een naheffingsaanslag in de parkeerbelastingen van de gemeente Leiden met aanslagnummer 1653186 opgelegd ter zake van het parkeren van een personenauto met het kenteken[kenteken] op de [straatnaam] in [woonplaats] . Het bedrag van de naheffingsaanslag is € 76,70 (€ 14 belasting en € 62,70 kosten van het opleggen van de naheffingsaanslag).

1.3.

Belanghebbende heeft tegen de naheffingsaanslagen bezwaar gemaakt. De Heffingsambtenaar heeft de bezwaren ongegrond verklaard.

1.4.

Belanghebbende heeft tegen de uitspraak op bezwaar beroep bij de Rechtbank ingesteld. In verband daarmee is een griffierecht van € 48 geheven. De Rechtbank heeft de beroepen ongegrond verklaard.

1.5.

Belanghebbende heeft tegen de uitspraak van de Rechtbank hoger beroep ingesteld bij het Hof. In verband daarmee is een griffierecht van € 131 geheven. De Heffingsambtenaar heeft een verweerschrift ingediend. Van de zijde van belanghebbende is op 30 januari 2021 een nader stuk ingekomen. Van de zijde van de Heffingsambtenaar is op 23 februari 2021 een reactie op dit nadere stuk ingekomen.

1.6.

De mondelinge behandeling van de zaak heeft plaatsgehad ter zitting van het Hof van 15 april 2021. Partijen zijn verschenen. Van het verhandelde ter zitting is een proces-verbaal opgemaakt.

Lokale regelgeving

2.1.

De raad van de gemeente Leiden heeft in zijn openbare vergadering van 18 december 2018 de Verordening parkeerbelastingen 2019 vastgesteld. De Verordening parkeerbelastingen 2019 is op 31 december 2018 gepubliceerd in het Gemeenteblad 2018, 282941, en in werking getreden op 1 februari 2019.

2.2.

De Verordening parkeerbelastingen 2019 luidt, voor zover hier van belang:

(…)

Artikel 2 Belastbaar feit

Onder de naam “parkeerbelastingen” worden de volgende belastingen geheven:

a) een belasting ter zake van het parkeren van een voertuig op een bij, dan wel krachtens deze verordening in de daarin aangewezen gevallen door het College van Burgemeester en Wethouders te bepalen plaats, tijdstip en wijze;

b) een belasting ter zake van een van gemeentewege verleende vergunning voor het parkeren van een voertuig op de in die vergunning aangegeven plaats en wijze.

(…)

Artikel 4 Maatstaf van heffing, belastingtarief en belastingtijdvak

De maatstaf van heffing, het belastingtarief en het belastingtijdvak zijn vermeld in de bij deze verordening behorende en daarvan deel uitmakende tarieventabel.

(…)

Artikel 6 Wijze van heffing, termijnen van betaling en restitutie

Artikel 7 Bevoegdheid tot aanwijzing parkeerplaatsen

Artikel 8 Kosten

Bijlage 1: Tarieven- en kostentabel (….)

“Artikel 7.

Feiten

“Wat heeft de parkeercontroleur gezien?

Er was niet betaald voor het parkeren

Oordeel van de Rechtbank

Geschil in hoger beroep en conclusies van partijen

Beoordeling van het geschil

Proceskosten

Beslissing