Home

Gerechtshof Den Haag, 26-01-2021, ECLI:NL:GHDHA:2021:158, BK-20/00589 en BK-20/00590

Gerechtshof Den Haag, 26-01-2021, ECLI:NL:GHDHA:2021:158, BK-20/00589 en BK-20/00590

Gegevens

Instantie
Gerechtshof Den Haag
Datum uitspraak
26 januari 2021
Datum publicatie
4 februari 2021
ECLI
ECLI:NL:GHDHA:2021:158
Formele relaties
Zaaknummer
BK-20/00589 en BK-20/00590

Inhoudsindicatie

Belanghebbende heeft in zijn aangiftes IB/PVV 2011 en 2012 giften aan een instelling opgevoerd als aftrekpost. De Inspecteur heeft de aanslagen conform de aangiftes vastgesteld. Nadien heeft de Inspecteur de aftrek teruggenomen met navorderingsaanslagen. Uit strafrechtelijk onderzoek volgt dat op grote schaal giftkwitanties van de instelling werden verhandeld voor een percentage van veelal 10%-12% van de op de kwitanties vermelde bedragen. Daarom kunnen de kwitanties van de instelling niet zonder meer dienen als bewijs. Belanghebbende heeft geen aanvullend (schriftelijk) bewijs bijgebracht. Het Hof acht niet aannemelijk gemaakt dat belanghebbende in de onderhavige jaren daadwerkelijk giften aan de instelling heeft gedaan. Belanghebbende heeft recht op vergoeding van immateriële schade wegens overschrijding van de redelijke termijn. Er is geen sprake van bijzondere omstandigheden.

Uitspraak

Team Belastingrecht

meervoudige kamer

nummers BK-20/00589 en BK-20/00590

in het geding tussen:

(gemachtigde: [Z] )

en

(vertegenwoordigers: [A] , [B] en [C] )

op het hoger beroep van belanghebbende tegen de uitspraak van de Rechtbank Den Haag (de Rechtbank) van 15 juni 2020, nummers SGR 18/5996 en SGR 18/5997.

Procesverloop

2011 – 20/00589

1.1.1.

Aan belanghebbende is over het jaar 2011 een navorderingsaanslag in de inkomstenbelasting en de premie volksverzekeringen (IB/PVV) opgelegd naar een belastbaar inkomen uit werk en woning van € 51.081. Bij gelijktijdig gegeven beschikking is € 460 aan belastingrente in rekening gebracht.

1.1.2.

Bij uitspraak op bezwaar heeft de Inspecteur belanghebbendes bezwaren tegen de navorderingsaanslag en de beschikking afgewezen.

2012 – 20/00590

1.2.1.

Aan belanghebbende is over het jaar 2012 een navorderingsaanslag IB/PVV opgelegd naar een belastbaar inkomen uit werk en woning van € 51.410. Bij gelijktijdig gegeven beschikkingen is € 319 aan belastingrente in rekening gebracht en is een vergrijpboete opgelegd van € 1.374.

1.2.2.

Bij uitspraak op bezwaar heeft de Inspecteur belanghebbendes bezwaren tegen de navorderingsaanslag en de beschikkingen afgewezen.

Beide jaren

1.3.

Belanghebbende heeft tegen de uitspraken op bezwaar in één geschrift beroep bij de Rechtbank ingesteld. Ter zake van deze beroepen is éénmaal een griffierecht geheven van € 46. De beslissing van de Rechtbank luidt:

"De rechtbank:

- verklaart de beroepen tegen het niet tijdig nemen van een besluit op de bezwaarschriften gegrond;

- verklaart het beroep voor zover het gericht is tegen de boetebeschikking (2012) gegrond;

- vernietigt de uitspraak op bezwaar voor zover betrekking hebbend op de boetebeschikking (2012);

- vernietigt de boetebeschikking (2012) en bepaalt dat deze uitspraak in zoverre in de

plaats treedt van het vernietigde deel van de uitspraak op bezwaar (2012);

- verklaart de beroepen voor het overige ongegrond;

- veroordeelt [de Inspecteur] in de proceskosten van [belanghebbende] tot een bedrag van € 1.572;

- draagt [de Inspecteur] op het betaalde griffierecht van € 46 aan [belanghebbende] te vergoeden."

1.4.

Belanghebbende is van de uitspraak van de Rechtbank in hoger beroep gekomen bij het Hof. Ter zake daarvan is een griffierecht geheven van € 131. De Inspecteur heeft een verweerschrift ingediend. Een afschrift van het proces-verbaal van de zitting op 11 juli 2019 bij de Rechtbank is door de griffier van het Hof op 19 november 2020 verzonden naar partijen.

1.5.

De mondelinge behandeling van de zaken heeft plaatsgehad ter zitting van het Hof van 24 november 2020. Partijen zijn verschenen. De gemachtigde van belanghebbende heeft ter zitting een pleitnota overgelegd. Van het verhandelde ter zitting is een proces-verbaal opgemaakt.

Vaststaande feiten

2011 – 20/00589

2.1.1.

Belanghebbende heeft in zijn aangifte IB/PVV voor het jaar 2011 een bedrag van € 6.000 aan (contante) giften aan [instelling A] ( [instelling A] ) opgenomen. Onder meer na aftrek van de drempel van € 510 en rekening houdend met de gemaximeerde aftrek, resteerde een door belanghebbende opgenomen aftrekbare gift van € 5.109.

2.1.2.

De Inspecteur heeft de aanslag IB/PVV 2011 met dagtekening 21 juni 2013 vastgesteld conform de aangifte naar een belastbaar inkomen uit werk en woning van € 45.972.

2012 – 20/00590

2.2.1.

Belanghebbende heeft in zijn aangifte IB/PVV voor het jaar 2012 een bedrag van € 4.000 aan (contante) giften aan [instelling A] opgenomen. Belanghebbende heeft de gift aangegeven als giften aan culturele instellingen, waardoor hij recht had op een verhoging van de aftrek van € 1.000. Na aftrek van de drempel van € 637 en rekening houdend met de gemaximeerde aftrek, resteerde een door belanghebbende opgenomen aftrekbare gift van € 4.363

2.2.2.

De Inspecteur heeft de aanslag IB/PVV 2012 met dagtekening 23 januari 2015 vastgesteld conform de aangifte naar een belastbaar inkomen uit werk en woning van € 47.047.

Beide jaren

2.3.

[instelling A] stond in 2011 en 2012 geregistreerd als Algemeen nut beogende instelling (ANBI).

2.4.1.

De Belastingdienst is in 2013 een onderzoek gestart naar de houdbaarheid van de ANBI-status van [instelling A] . Daaruit bleek ten aanzien van het jaar 2012 dat belastingplichtigen gezamenlijk voor ten minste een bedrag van € 3.000.000 aan giften aan [instelling A] in aftrek hadden gebracht terwijl in de jaarstukken van [instelling A] voor dat jaar een bedrag van € 591.210 aan ontvangen giften was verantwoord. Voorts bleek dat [instelling A] in het jaar 2012 meer kwitanties (in totaal 2.500) had uitgeschreven dan in haar administratie was verantwoord (531) en dat [instelling A] in de jaarstukken voor 2013 een bedrag van € 88.564 aan ontvangen donaties had verwerkt terwijl in aangiften IB/PVV van diverse belastingplichtigen in totaal € 3.445.808 aan giften aan [instelling A] was aangegeven. Van dit onderzoek is een rapport opgemaakt dat is gedagtekend 17 mei 2016.

2.4.2.

Omdat de administratie van [instelling A] ernstige gebreken vertoonde is de ANBI-status van [instelling A] op 6 januari 2014 ingetrokken met terugwerkende kracht tot 1 januari 2008.

2.4.3.

In januari 2015 is de FIOD gestart met strafrechtelijke onderzoeken naar het gebruik van valse giftkwitanties bij drie andere ANBI-instellingen dan [instelling A] ( [onderzoek 1] en [onderzoek 2] ). Uit die onderzoeken bleek dat diverse belastingplichtigen die giften aan voormelde instanties in de aangiften hadden opgenomen ook giften aan [instelling A] hadden opgenomen in hun aangiften.

2.5.1.

Voormelde bevindingen (2.4.1 en 2.4.3) zijn aanleiding geweest voor de FIOD om op 17 september 2015 een strafrechtelijk onderzoek te starten naar [instelling A] en haar bestuurders in verband met het opmaken van valse giftkwitanties en/of donatieverklaringen van [instelling A] en het gebruik hiervan bij het doen van aangiften IB/PVV ( [onderzoek 3] ).

2.5.2.

De bevindingen uit het strafrechtelijk onderzoek [onderzoek 3] zijn door de FIOD opgenomen in een proces-verbaal, met dossiernummer [[X]] . De Officier van Justitie heeft op 16 maart 2017 toestemming verleend de bevindingen uit het FIOD-onderzoek te gebruiken voor fiscale doeleinden. De resultaten van het onderzoek zijn op 23 april 2018 ter beschikking gesteld aan de Belastingdienst/kantoor Den Haag. Het (geanonimiseerde) proces-verbaal met bijlagen is door de Inspecteur verstrekt op een CD-rom (het FIOD-rapport).

2.5.3.

Belanghebbende is in voormeld onderzoek niet als verdachte aangemerkt noch is hij als getuige gehoord.

2.6.

In het FIOD-rapport zijn proces-verbalen van verhoor van verdachten opgenomen uit de strafrechtelijke onderzoeken [onderzoek 1] en [onderzoek 2] . De verdachten hebben onder andere verklaringen afgelegd over de handel in giftkwitanties bij [instelling A] .

2.6.1.

Het FIOD-rapport bevat een "proces-verbaal van verhoor verdachte" uit het onderzoek [onderzoek 1] (blz. 2040 e.v.). De verdachte heeft, onder meer verklaard:

"[…] is belastingadviseur en hij werkt samen met [instelling A] met betrekking tot het kopen van kwitanties. Hij koopt de kwitanties in voor 10% en verkoopt ze voor 12 tot 15% aan zijn klanten zodat zij dit kunnen aftrekken van de belasting."

2.6.2.

Het FIOD-rapport bevat een "proces-verbaal van verhoor verdachte" uit het onderzoek [onderzoek 2] (blz. 2140 e.v.). De verdachte heeft, onder meer verklaard:

"Ik ga u alles vertellen in 2011, 2012 en 2013 heb ik kwitanties gekocht bij [instelling A] . Dit was niet voor 10% maar voor 15% of zelfs 20% procent weet ik niet meer zeker. Het zijn allemaal oplichters van die stichtingen. Ze stoppen alles in de eigen zak en melden niets aan de Belastingdienst. In 2011 heb ik geld betaald aan [de bestuurder/directeur] van [instelling A] . In 2012 en 2013 heb ik geld betaald aan [de penningmeester] van [instelling A] . De door mij overgelegde kwitanties over het jaar 2013 van [instelling A] heb ik van die [penningmeester] gekregen. Dit geld heb ik op de [X-straat] in [Y] betaald. De kwitanties heeft [de penningmeester] mij op het adres aan de [X-straat] waar [instelling A] is gevestigd gegeven."

2.6.3.

Het FIOD-rapport bevat een "proces-verbaal van verhoor verdachte" uit het onderzoek [onderzoek 3] (blz. 1900 e.v.). Het proces-verbaal vermeldt, voor zover van belang:

"Opmerking verbalisanten: Uit onderzoek is naar voren gekomen dat uw aangiften inkomstenbelasting over de jaren 2010 tot en met 2013 zijn ingediend vaNAf het IP-adres van [instelling A] .

Vraag verbalisanten: Wie heeft uw aangiften inkomstenbelasting over de jaren 2010 tot en met 2013 ingevuld en ingediend bij de Belastingdienst?

Antwoord gehoorde:

"Omdat ik slecht Nederlands spreek, ben ik door diverse mensen geadviseerd om naar [instelling A] te gaan. Ik ging naar [instelling A] om mijn aangiften in te laten vullen.

(…)

Vraag verbalisanten: Wie heeft de aangifte Inkomstenbelasting 2011 op uw naam bij de Belastingdienst ingevuld en ingediend?

Antwoord gehoorde:

"Ik ben eerlijk, maar toen ik daar kwam waren het elke keer andere mensen. Er waren allemaal kleine hokjes en daar werd het ingevuld. Ik ben daar gewoon naartoe gegaan, maar ik ken daar helemaal niemand. Ik kan dus niet zeggen wie dat voor mij ingevuld heeft. Op de dag dat ik mijn aangifte liet invullen, kreeg ik de twee kwitanties die ik u zojuist heb overhandigd. De data op de kwitanties hebben zij van [instelling A] erop gezet. Ik heb in ieder geval niet op die data betaald. Ik heb in één keer € 300 of zo betaald. Ik weet niet meer precies hoeveel ik heb betaald maar ik dacht iets van 12 of 15% van € 2.500. Ik heb mijn DigiD code en wachtwoord aan de medewerker van [instelling A] gegeven en die heeft vervolgens mijn aangifte ingediend. Dat ging elk jaar zo."

(…)

Vraag verbalisanten: In uw aangifte inkomstenbelasting 2012 staat in het onderdeel 'giften' een bedrag van € 2.500. Wat kunt u hierover verklaren?

Antwoord gehoorde:

"Daarvoor geldt hetzelfde als het jaar 2011. Ik denk dat ik daar ook ongeveer € 300 voor betaald heb."

(…)

Opmerking verbalisanten: Op de kwitanties over 2012 staan de data 10-03-2012 en 15112012. Uw aangifte inkomstenbelasting 2012 is gedaan op 9 maart 2013.

Vraag verbalisanten: Heeft u de kwitanties op dezelfde dag dat uw aangifte is gedaan, ontvangen?

Antwoord gehoorde:

"Ja."

(…)

Vraag verbalisanten: In uw aangifte inkomstenbelasting 2013 staat in het onderdeel ‘giften’ een bedrag van € 2.500. Wat kunt u hierover verklaren?

Antwoord gehoorde:

“Ook hier heb ik maar € 300 of € 350 voor betaald."

Opmerking verbalisanten: Op de kwitanties over 2013 staan de data 23-02-2013 en 24052013. Uw aangifte inkomstenbelasting 2013 is gedaan op 26 februari 2014.

Vraag verbalisanten: Heeft u de kwitanties op dezelfde dag dat uw aangifte is gedaan, ontvangen?

Antwoord gehoorde:

"Ja."

2.7.

Het FIOD-rapport bevat een proces-verbaal van een opsporingsambtenaar van de FIOD betreffende "aangetroffen belastingaangiften en correspondentie op de PC van [instelling A] " (blz. 930 e.v.). Het proces-verbaal vermeldt onder meer:

"Resumé

Op grond van de volgende feiten en omstandigheden, te weten dat:

(…)

 […] zijn aangifte inkomstenbelasting 2013 voor € 50 in heeft laten vullen door/bij [instelling A] ;

 In de aangifte inkomstenbelasting 2013 op naam van […] een gift is opgenomen van € 3.000;

 […] € 300, ofwel 10%, heeft betaald voor de giftkwitantie, wat overeenkomt met de verklaring van [de penningmeester];

 De aangifte inkomstenbelasting 2013 op naam van […] vermoedelijk opzettelijk onjuist is ingediend;

 De aangifte inkomstenbelasting 2014 op naam van […] die bij de Belastingdienst is ingediend, is verzonden vaNAf één van de computers van [instelling A] ;

 In de aangifte inkomstenbelasting 2014 op naam van […] een gift is opgenomen van €1.000;

 […] € 100, ofwel 10%, heeft betaald voor de giftkwitantie, wat overeenkomt met de verklaring van [de penningmeester];

 De kwitantie op naam van […] met nummer [xxx] gelet op de verklaring van [de penningmeester] vermoedelijk valselijk is opgemaakt;

 De aangifte inkomstenbelasting 2014 op naam van […] vermoedelijk opzettelijk onjuist is gedaan;

(…)"

2.8.

Het FIOD-rapport bevat een proces-verbaal van een opsporingsambtenaar van de FIOD betreffende "onderzoek in administratie [instelling A] " (blz. 747 e.v.). Het proces-verbaal vermeldt onder meer:

"In verband met dit onderzoek heeft op 13 december 2016 een doorzoeking plaatsgevonden op het adres van [instelling A] , waarbij diverse administratie in beslag is genomen. Ik heb verhuisdoos 1 met boekingsnummer C.22.02.01 van object C van totaal 21 dozen nader onderzocht.

(…)

Resumé

Vergelijking donaties 2014 met voorliggende Jaren

Oordeel van de Rechtbank

Omschrijving geschil in hoger beroep en conclusies van partijen

Beoordeling van het hoger beroep

Proceskosten en griffierecht

Beslissing