Home

Gerechtshof Den Haag, 12-01-2021, ECLI:NL:GHDHA:2021:21, BK-20/00397

Gerechtshof Den Haag, 12-01-2021, ECLI:NL:GHDHA:2021:21, BK-20/00397

Gegevens

Instantie
Gerechtshof Den Haag
Datum uitspraak
12 januari 2021
Datum publicatie
27 januari 2021
ECLI
ECLI:NL:GHDHA:2021:21
Zaaknummer
BK-20/00397

Inhoudsindicatie

Belanghebbende heeft in zijn aangifte IB/PVV 2013 giften aan een instelling opgevoerd als aftrekpost. De Inspecteur heeft de giften na door belanghebbende verstrekte giftkwitanties in aftrek toegestaan. De Inspecteur heeft de aftrek teruggenomen met een navorderingsaanslag en daarbij een vergrijpboete opgelegd. Uit strafrechtelijk onderzoek volgt dat op grote schaal giftkwitanties van de instelling werden verhandeld voor een percentage van veelal 10%-12% van de op de kwitanties vermelde bedragen. In hoger beroep is enkel nog in geschil of de vergrijpboete terecht is opgelegd. Het Hof oordeelt dat de Inspecteur aannemelijk heeft gemaakt dat belanghebbende ten tijde van het doen van de aangifte zich er van bewust is geweest dat de aangifte voor wat betreft de giftenaftrek onjuist was. De boete van 75% (50% + 25% strafverzwaring wegens het gebruikmaken van falsificaties) is passend en geboden.

Uitspraak

Team Belastingrecht

meervoudige kamer

nummer BK-20/00397

in het geding tussen:

en

(vertegenwoordigers: […] , […] en […] )

op het hoger beroep van de Inspecteur tegen de uitspraak van de Rechtbank Den Haag (de Rechtbank) van 20 februari 2020, nummer SGR 19/4635.

Procesverloop

1.1.

Aan belanghebbende is over het jaar 2013 een navorderingsaanslag in de inkomstenbelasting en de premie volksverzekeringen (IB/PVV) opgelegd naar een belastbaar inkomen uit werk en woning van € 57.782. Bij gelijktijdig gegeven beschikkingen is € 348 aan belastingrente in rekening gebracht en is een vergrijpboete opgelegd van € 1.873.

1.2.

Bij uitspraak op bezwaar heeft de Inspecteur belanghebbendes bezwaren tegen de navorderingsaanslag en de beschikkingen afgewezen.

1.3.

Belanghebbende heeft tegen de uitspraak op bezwaar beroep bij de Rechtbank ingesteld. De beslissing van de Rechtbank luidt:

"De rechtbank:

- verklaart het beroep voor zover het gericht is tegen de boetebeschikking gegrond;

- vernietigt de uitspraak op bezwaar voor zover betrekking hebbend op de boetebeschikking;

- vernietigt de boetebeschikking en bepaalt dat deze uitspraak in zoverre in de plaats treedt van het vernietigde deel van de uitspraak op bezwaar;

- verklaart het beroep voor het overige ongegrond;

- veroordeelt [de Inspecteur] in de proceskosten van [belanghebbende] tot een bedrag van € 1.572;

- draagt [de Inspecteur] op het betaalde griffierecht van € 47 aan [belanghebbende] te vergoeden."

1.4.

De Inspecteur is van de uitspraak van de Rechtbank in hoger beroep gekomen bij het Hof. Belanghebbende heeft, na daartoe te zijn uitgenodigd, geen verweerschrift ingediend.

1.5.

De mondelinge behandeling van de zaak heeft plaatsgehad ter zitting van het Hof van 27 oktober 2020. Partijen zijn verschenen. Van het verhandelde ter zitting is een proces-verbaal gemaakt.

Vaststaande feiten

2.1.1.

Belanghebbende heeft in zijn aangifte IB/PVV voor het jaar 2013 een bedrag van € 6.100 aan (contante) giften aan de [stichting] ( [stichting] ) aangegeven. Na aftrek van de drempel van € 577 resteerde een aftrekbare gift van € 5.523.

2.1.2.

De [stichting] stond in 2013 geregistreerd als Algemeen nut beogende instelling (ANBI).

2.2.1.

De Inspecteur heeft belanghebbende verzocht om schriftelijke bewijsstukken van de in de aangifte opgenomen giften. Belanghebbende heeft in reactie op de vragenbrief vier kopieën van kwitanties van de [stichting] verstrekt. De kwitanties vermelden een donatie van € 3.500 met dagtekening 26 maart 2013, een donatie van € 1.250 met dagtekening 28 april 2013, een donatie van € 750 met dagtekening 26 juni 2013 en een donatie van € 600 met dagtekening 27 juli 2013.

2.2.2.

Belanghebbende heeft tevens een kopie van een e-mail van de Inspecteur aan de penningmeester van de [stichting] van 13 februari 2014 verstrekt. In de e-mail is – voor zover van belang – het volgende opgenomen.

"Geachte [penningmeester, Hof],

Uiteraard zijn de donaties die te goeder trouw zijn gedaan aftrekbaar. Ook bij intrekking van de ANBI-status met terugwerkende kracht. Mijn collega’s kunnen echter de per kas gedane donaties verifiëren met de kas-ontvangsten van [stichting] . De door mij verzamelde informatie is namelijk voor alle belastingmiddelen te raadplegen.

Zoals u wellicht bekend is, is alleen het tonen van een kwitantie niet altijd voldoende. Men zal ten alle tijden moeten aantonen dat de storting daadwerkelijk is gedaan.

Verificatiemiddelen zijn o.a. bankopnamen, inkomsten en derdencontroles (zoals bij [stichting] ).

Indien niet (voldoende) wordt aangetoond dat de donatie is gedaan, is mogelijk sprake van

ten onrechte in aftrek gebrachte giften, en kan zelfs in bezwaar- en beroepsfase omkering

bewijslast gelden.

Dit is gebaseerd op reguliere wet- en regelgeving.

U kunt uw donateurs mededelen dat alle tot en met 2013 daadwerkelijk gedane donaties aftrekbaar zijn in de inkomstenbelastingsfeer. Ik ga ervan uit dat ze de gedane giften op de hierboven genoemde wijze voldoende kunnen aantonen. U kunt immers niet weten wat uw donateurs in aftrek brengen, aangezien u slechts bekend kunt zijn met hetgeen door [stichting] daadwerkelijk is ontvangen en als zodanig in de (kas-)administratie is verwerkt. Voor deze ontvangsten zijn immers kwitanties uitgereikt.

Ik heb u overigens ook reeds medegedeeld dat de administratieve (kas)verwerking bij [stichting] tekortkomingen heeft. Dit is reeds enkele keren met u besproken en mijn bevindingen en standpunten kunt u teruglezen in mijn verslag van onderzoek ANBI. Dit verslag, dat naast de brief met intrekking geldt als extra motivering van intrekking en als informatie om in de toekomst mogelijk wel te kunnen voldoen aan de aan een ANBI gestelde voorwaarden, ontvangt u binnenkort."

2.3.

De Inspecteur heeft de aanslag IB/PVV 2013 met dagtekening 23 oktober 2014 vastgesteld conform de aangifte naar een belastbaar inkomen uit werk en woning van € 52.259.

2.4.1.

De Belastingdienst is in 2013 een onderzoek gestart naar de houdbaarheid van de ANBI-status van de [stichting] . Daaruit bleek ten aanzien van het jaar 2012 dat belastingplichtigen gezamenlijk voor ten minste een bedrag van € 3.000.000 aan giften aan de [stichting] in aftrek hadden gebracht terwijl in de jaarstukken van de [stichting] voor dat jaar een bedrag van € 591.210 aan ontvangen giften was verantwoord. Voorts bleek dat de [stichting] in het jaar 2012 meer kwitanties (in totaal 2.500) had uitgeschreven dan in haar administratie was verantwoord (531) en dat de [stichting] in de jaarstukken voor 2013 een bedrag van € 88.564 aan ontvangen donaties had verwerkt terwijl in aangiften IB/PVV van diverse belastingplichtigen in totaal € 3.445.808 aan giften aan de [stichting] was aangegeven. Van dit onderzoek is een rapport opgemaakt dat is gedagtekend 17 mei 2016.

2.4.2.

Omdat de administratie van de [stichting] ernstige gebreken vertoonde is de ANBI-status van de [stichting] op 6 januari 2014 ingetrokken met terugwerkende kracht tot 1 januari 2008.

2.4.3.

In januari 2015 is de FIOD gestart met strafrechtelijke onderzoeken naar het gebruik van valse giftkwitanties bij drie andere ANBI-instellingen dan de [stichting] ( [FIOD-onderzoek 1] en [FIOD-onderzoek 2] ). Uit die onderzoeken bleek dat diverse belastingplichtigen die giften aan voormelde instanties in de aangiften hadden opgenomen ook giften aan de [stichting] hadden opgenomen in hun aangiften.

2.5.1.

Voormelde bevindingen (2.4.1 en 2.4.3) zijn aanleiding geweest voor de FIOD om op 17 september 2015 een strafrechtelijk onderzoek te starten naar de [stichting] en haar bestuurders in verband met het opmaken van valse giftkwitanties en/of donatieverklaringen van de [stichting] en het gebruik hiervan bij het doen van aangiften IB/PVV ( [FIOD-onderzoek 3] ).

2.5.2.

De bevindingen uit het strafrechtelijk onderzoek [FIOD-onderzoek 3] zijn door de FIOD opgenomen in een proces-verbaal, met dossiernummer 57425. De Officier van Justitie heeft op 16 maart 2017 toestemming verleend de bevindingen uit het FIOD-onderzoek te gebruiken voor fiscale doeleinden. De resultaten van het onderzoek zijn op 23 april 2018 ter beschikking gesteld aan de Belastingdienst/kantoor Den Haag. Het (geanonimiseerde) proces-verbaal met bijlagen is door de Inspecteur verstrekt op een CD-rom (het FIOD-rapport).

2.5.3.

Belanghebbende is in voormeld onderzoek niet als verdachte aangemerkt noch is hij als getuige gehoord.

2.6.

In het FIOD-rapport zijn proces-verbalen van verhoor van verdachten opgenomen uit de strafrechtelijke onderzoeken [FIOD-onderzoek 1] en [FIOD-onderzoek 2] . De verdachten hebben onder andere verklaringen afgelegd over de handel in giftkwitanties bij de [stichting] .

2.6.1.

Het FIOD-rapport bevat een "proces-verbaal van verhoor verdachte" uit het onderzoek [FIOD-onderzoek 1] (blz. 2040 e.v.). De verdachte heeft, onder meer verklaard:

"[…] is belastingadviseur en hij werkt samen met de [stichting] met betrekking tot het kopen van kwitanties. Hij koopt de kwitanties in voor 10% en verkoopt ze voor 12 tot 15% aan zijn klanten zodat zij dit kunnen aftrekken van de belasting."

2.6.2.

Het FIOD-rapport bevat een "proces-verbaal van verhoor verdachte" uit het onderzoek [FIOD-onderzoek 2] (blz. 2140 e.v.). De verdachte heeft, onder meer verklaard:

"Ik ga u alles vertellen in 2011, 2012 en 2013 heb ik kwitanties gekocht bij [stichting] . Dit was niet voor 10% maar voor 15% of zelfs 20% procent weet ik niet meer zeker. Het zijn allemaal oplichters van die stichtingen. Ze stoppen alles in de eigen zak en melden niets aan de Belastingdienst. In 2011 heb ik geld betaald aan [de bestuurder/directeur] van de [stichting] . In 2012 en 2013 heb ik geld betaald aan [de penningmeester] van de [stichting] . De door mij overgelegde kwitanties over het jaar 2013 van de [stichting] heb ik van die [penningmeester] gekregen. Dit geld heb ik op de [adres] in [woonplaats] betaald. De kwitanties heeft [de penningmeester] mij op het adres aan de [adres] waar de [stichting] is gevestigd gegeven."

2.6.3.

Het FIOD-rapport bevat een "proces-verbaal van verhoor verdachte" uit het onderzoek [FIOD-onderzoek 3] (blz. 1900 e.v.). Het proces-verbaal vermeldt, voor zover van belang:

"Opmerking verbalisanten: Uit onderzoek is naar voren gekomen dat uw aangiften inkomstenbelasting over de jaren 2010 tot en met 2013 zijn ingediend vanaf het IP-adres van de [stichting] .

Vraag verbalisanten: Wie heeft uw aangiften inkomstenbelasting over de jaren 2010 tot en met 2013 ingevuld en ingediend bij de Belastingdienst?

Antwoord gehoorde:

"Omdat ik slecht Nederlands spreek, ben ik door diverse mensen geadviseerd om naar de [stichting] te gaan. Ik ging naar de [stichting] om mijn aangiften in te laten vullen.

(…)

Vraag verbalisanten: Wie heeft de aangifte Inkomstenbelasting 2011 op uw naam bij de Belastingdienst ingevuld en ingediend?

Antwoord gehoorde:

"Ik ben eerlijk, maar toen ik daar kwam waren het elke keer andere mensen. Er waren allemaal kleine hokjes en daar werd het ingevuld. Ik ben daar gewoon naartoe gegaan, maar ik ken daar helemaal niemand. Ik kan dus niet zeggen wie dat voor mij ingevuld heeft. Op de dag dat ik mijn aangifte liet invullen, kreeg ik de twee kwitanties die ik u zojuist heb overhandigd. De data op de kwitanties hebben zij van de [stichting] erop gezet. Ik heb in ieder geval niet op die data betaald. Ik heb in één keer € 300 of zo betaald. Ik weet niet meer precies hoeveel ik heb betaald maar ik dacht iets van 12 of 15% van € 2.500. Ik heb mijn DigiD code en wachtwoord aan de medewerker van de [stichting] gegeven en die heeft vervolgens mijn aangifte ingediend. Dat ging elk jaar zo."

(…)

Vraag verbalisanten: In uw aangifte inkomstenbelasting 2012 staat in het onderdeel 'giften' een bedrag van € 2.500. Wat kunt u hierover verklaren?

Antwoord gehoorde:

"Daarvoor geldt hetzelfde als het jaar 2011. Ik denk dat ik daar ook ongeveer € 300 voor betaald heb."

(…)

Opmerking verbalisanten: Op de kwitanties over 2012 staan de data 10-03-2012 en 15‑11‑2012. Uw aangifte inkomstenbelasting 2012 is gedaan op 9 maart 2013.

Vraag verbalisanten: Heeft u de kwitanties op dezelfde dag dat uw aangifte is gedaan, ontvangen?

Antwoord gehoorde:

"Ja."

(…)

Vraag verbalisanten: In uw aangifte inkomstenbelasting 2013 staat in het onderdeel ‘giften’ een bedrag van € 2.500. Wat kunt u hierover verklaren?

Antwoord gehoorde:

“Ook hier heb ik maar € 300 of € 350 voor betaald."

Opmerking verbalisanten: Op de kwitanties over 2013 staan de data 23-02-2013 en 24‑05‑2013. Uw aangifte inkomstenbelasting 2013 is gedaan op 26 februari 2014.

Vraag verbalisanten: Heeft u de kwitanties op dezelfde dag dat uw aangifte is gedaan, ontvangen?

Antwoord gehoorde:

"Ja."

2.7.

Het FIOD-rapport bevat een proces-verbaal van een opsporingsambtenaar van de FIOD betreffende "aangetroffen belastingaangiften en correspondentie op de PC van de [stichting] " (blz. 930 e.v.). Het proces-verbaal vermeldt onder meer:

"Resumé

Op grond van de volgende feiten en omstandigheden, te weten dat:

(…)

 […] zijn aangifte inkomstenbelasting 2013 voor € 50 in heeft laten vullen door/bij de [stichting] ;

 In de aangifte inkomstenbelasting 2013 op naam van […] een gift is opgenomen van € 3.000;

 […] € 300, ofwel 10%, heeft betaald voor de giftkwitantie, wat overeenkomt met de verklaring van [de penningmeester];

 De aangifte inkomstenbelasting 2013 op naam van […] vermoedelijk opzettelijk onjuist is ingediend;

 De aangifte inkomstenbelasting 2014 op naam van […] die bij de Belastingdienst is ingediend, is verzonden vanaf één van de computers van de [stichting] ;

 In de aangifte inkomstenbelasting 2014 op naam van […] een gift is opgenomen van €1.000;

 […] € 100, ofwel 10%, heeft betaald voor de giftkwitantie, wat overeenkomt met de verklaring van [de penningmeester];

 De kwitantie op naam van […] met nummer [xxx] gelet op de verklaring van [de penningmeester] vermoedelijk valselijk is opgemaakt;

 De aangifte inkomstenbelasting 2014 op naam van […] vermoedelijk opzettelijk onjuist is gedaan;

(…)"

2.8.

Het FIOD-rapport bevat een proces-verbaal van een opsporingsambtenaar van de FIOD betreffende "onderzoek in administratie [stichting] " (blz. 747 e.v.). Het proces-verbaal vermeldt onder meer:

"In verband met dit onderzoek heeft op 13 december 2016 een doorzoeking plaatsgevonden op het adres van de [stichting] , waarbij diverse administratie in beslag is genomen. Ik heb verhuisdoos 1 met boekingsnummer C.22.02.01 van object C van totaal 21 dozen nader onderzocht.

(…)

Resumé

Vergelijking donaties 2014 met voorliggende Jaren

Oordeel van de Rechtbank

Omschrijving geschil in hoger beroep en conclusies van partijen

Beoordeling van het hoger beroep

Proceskosten

Beslissing