Home

Gerechtshof Den Haag, 28-09-2021, ECLI:NL:GHDHA:2021:2310, BK-21/00016 ea

Gerechtshof Den Haag, 28-09-2021, ECLI:NL:GHDHA:2021:2310, BK-21/00016 ea

Gegevens

Instantie
Gerechtshof Den Haag
Datum uitspraak
28 september 2021
Datum publicatie
1 december 2021
ECLI
ECLI:NL:GHDHA:2021:2310
Zaaknummer
BK-21/00016 ea

Inhoudsindicatie

Belanghebbende heeft in zijn aangiften IB/PVV 2012 en 2013 giften aan een instelling opgevoerd als aftrekpost. De Inspecteur heeft de giften na door belanghebbende verstrekte giftkwitanties in aftrek toegestaan. Belanghebbende is in het kader van een strafrechtelijk onderzoek als verdachte gehoord, maar er is geen strafvervolging ingesteld. De Inspecteur heeft de aftrek teruggenomen met de opgelegde navorderingsaanslagen en vergrijpboetes opgelegd. In hoger beroep heeft belanghebbende nog bankafschriften overgelegd. Het Hof oordeelt dat belanghebbende met de giftkwitanties en de bankafschriften niet aannemelijk heeft gemaakt dat hij daadwerkelijk giften aan de instelling heeft gedaan.Ten aanzien van de vergrijpboetes oordeelt het Hof dat de Inspecteur aannemelijk heeft gemaakt dat belanghebbende ten tijde van het doen van de aangiften zich er van bewust is geweest dat de aangiften voor wat betreft de giftenaftrek onjuist waren. Er is geen reden de boete voor het jaar 2012 te vernietigen op grond van het ne bis in idem beginsel dan wel het una via beginsel. De boetes van 75% zijn passend en geboden.

Uitspraak

Team Belastingrecht

meervoudige kamer

nummers BK-21/00016 en BK-21/00017

in het geding tussen:

[X] te [Z] , belanghebbende,

(gemachtigde: N. Köse-Albayrak)

en

(vertegenwoordiger: […] )

op het hoger beroep van de Inspecteur en het incidenteel hoger beroep van belanghebbende tegen de uitspraak van de rechtbank Den Haag (de Rechtbank) van 22 december 2020, nummers SGR 19/5407 en SGR 19/5408.

Procesverloop

1.1.1.

Aan belanghebbende is over het jaar 2012 een navorderingsaanslag in de inkomstenbelasting/premie volksverzekeringen (IB/PVV) opgelegd naar een belastbaar inkomen uit werk en woning van € 71.441. Bij gelijktijdig gegeven beschikkingen is € 243 belastingrente in rekening gebracht en is een vergrijpboete opgelegd van € 1.061.

1.1.2.

Aan belanghebbende is over het jaar 2013 een navorderingsaanslag IB/PVV opgelegd naar een belastbaar inkomen uit werk en woning van € 60.644. Bij gelijktijdig gegeven beschikkingen is € 182 belastingrente in rekening gebracht en is een vergrijpboete opgelegd van € 982.

1.2.

Bij uitspraken op bezwaar heeft de Inspecteur belanghebbendes bezwaren tegen de navorderingsaanslagen en de beschikkingen afgewezen.

1.3.

Belanghebbende heeft tegen de uitspraken op bezwaar beroep bij de Rechtbank ingesteld. De beslissing van de Rechtbank luidt, waarbij belanghebbende is aangeduid als eiser en de Inspecteur als verweerder:

"De rechtbank:

- verklaart de beroepen, voor zover gericht tegen de boetebeschikkingen, gegrond;

- vernietigt de boetebeschikking voor het jaar 2012, vernietigt in zoverre de uitspraak op bezwaar en bepaalt dat deze uitspraak in de plaats treedt van het vernietigde deel van de uitspraak op bezwaar;

- vermindert de boete voor het jaar 2013 tot 50% van de boetegrondslag, vernietigt in zoverre de uitspraak op bezwaar en bepaalt dat deze uitspraak in de plaats treedt van het vernietigde deel van de uitspraak op bezwaar;

- verklaart de beroepen voor het overige ongegrond;

- veroordeelt verweerder in de proceskosten van eiser tot een bedrag van € 1.050;

- draagt verweerder op het betaalde griffierecht van € 47 aan eiser te vergoeden."

1.4.

De Inspecteur heeft tegen de uitspraak van de Rechtbank hoger beroep ingesteld bij het Hof. Belanghebbende heeft een verweerschrift ingediend en heeft daarbij tevens incidenteel hoger beroep ingesteld. De Inspecteur heeft schriftelijk zijn zienswijze omtrent het incidenteel ingestelde hoger beroep naar voren gebracht. Van de zijde van belanghebbende is op 22 juni 2021 een nader stuk met bijlagen ingekomen.

1.5.

De mondelinge behandeling van de zaken heeft plaatsgehad ter zitting van 6 juli 2021. Partijen zijn verschenen. De Inspecteur heeft ter zitting een pleitnota, met bijlage, overgelegd. Van het verhandelde ter zitting is een proces-verbaal opgemaakt.

Vaststaande feiten

Jaar 2012

2.1.1.

Belanghebbende, gehuwd met [A] , heeft in de aangifte IB/PVV voor het jaar 2012 de volgende giften opgevoerd:

Omschrijving

bedrag

[stichting 2]

€ 230

[naam]

€ 200

[stichting 3]

€ 5

[stichting]

€ 3.000

Totaal

€ 3.435

Af: drempel andere giften

€ 714

Totaal aftrekbare giften

€ 2.721

Het volledige bedrag van de giften is in de aangifte aan belanghebbende toebedeeld.

2.1.2.

De Inspecteur heeft op 22 juli 2014 en 7 augustus 2014 aan belanghebbende brieven gestuurd waarin om toezending van originele bewijsstukken en betalingsbewijzen ten aanzien van de giften is gevraagd. In reactie hierop heeft belanghebbende onder meer twee kwitanties van de [stichting] aan de Inspecteur gezonden. Eén kwitantie op naam van belanghebbende met nummer 001028, gedateerd 4 juni 2012 met een bedrag van € 1.500 en één kwitantie op naam van belanghebbende met nummer 002392, gedateerd 11 december 2012, met een bedrag van € 1.500.

2.1.3.

Met dagtekening 19 september 2014 is de aanslag IB/PVV voor het jaar 2012 conform de aangifte vastgesteld naar een belastbaar inkomen uit werk en woning van € 68.720.

Jaar 2013

2.2.1.

Belanghebbende heeft in de aangifte IB/PVV voor het jaar 2013 de volgende giften opgevoerd:

Omschrijving

bedrag

[stichting]

€ 3.000

Bij: verhoging aftrek andere giften culturele instellingen

€ 750

Af: drempel andere giften

€ 606

Aftrek andere giften

€ 3.144

Het volledige bedrag van de giften is in de aangifte aan belanghebbende toebedeeld.

2.2.2.

De Inspecteur heeft op 30 augustus 2014 aan belanghebbende een brief gestuurd waarin om toezending van originele bewijsstukken en betalingsbewijzen ten aanzien van de giften is gevraagd. In reactie hierop heeft belanghebbende onder meer drie kwitanties van de [stichting] aan de Inspecteur gezonden. Eén kwitantie op naam van belanghebbende met nummer 000498, gedateerd 14 maart 2013 met een bedrag van € 1.000, één kwitantie op naam van belanghebbende met nummer 001080, gedateerd 26 juni 2013, met een bedrag van € 1.000 en één kwitantie op naam van belanghebbende met nummer 002088, gedateerd 18 november 2013 met een bedrag van € 1.000.

2.2.3.

Met dagtekening 4 maart 2015 is de aanslag IB/PVV voor het jaar 2013 opgelegd naar een belastbaar inkomen uit werk en woning van € 58.125. Daarbij is de in de aangifte opgenomen verhoging van de giftenaftrek niet geaccepteerd en is een bedrag van € 2.519 in aanmerking genomen als aftrekbare giften.

Beide jaren

2.3.

De [stichting] stond in de betreffende jaren geregistreerd als Algemeen Nut Beogende Instelling (ANBI).

2.4.1.

De Belastingdienst is in 2013 een onderzoek gestart naar de houdbaarheid van de ANBI-status van de [stichting] . Daaruit bleek ten aanzien van het jaar 2012 dat belastingplichtigen gezamenlijk voor ten minste een bedrag van € 3.000.000 aan giften aan de [stichting] in aftrek hadden gebracht terwijl in de jaarstukken van de [stichting] voor dat jaar een bedrag van € 591.210 aan ontvangen giften was verantwoord. Voorts bleek dat de [stichting] in het jaar 2012 meer kwitanties (in totaal 2.500) had uitgeschreven dan zij in haar administratie had verantwoord (531) en dat de [stichting] in de jaarstukken voor 2013 een bedrag van € 88.564 aan ontvangen donaties had verwerkt terwijl in aangiften IB/PVV van diverse belastingplichtigen in totaal € 3.445.808 aan giften aan de [stichting] was aangegeven. Van dit onderzoek is een rapport opgemaakt dat is gedagtekend 17 mei 2016.

2.4.2.

Omdat de administratie van de [stichting] ernstige gebreken vertoonde is de ANBI-status van de [stichting] op 6 januari 2014 ingetrokken met terugwerkende kracht tot 1 januari 2008.

2.4.3.

In januari 2015 is de FIOD gestart met strafrechtelijke onderzoeken naar het gebruik van valse giftkwitanties bij drie andere ANBI-instellingen dan de [stichting] ( [FIOD-onderzoek 1] en [FIOD-onderzoek 2] ). Uit die onderzoeken bleek dat diverse belastingplichtigen die giften aan voormelde instanties in de aangiften hadden opgenomen ook giften aan de [stichting] hadden opgenomen in hun aangiften.

2.5.1.

Voormelde bevindingen (2.4.1 en 2.4.3) zijn aanleiding geweest voor de FIOD om op 17 september 2015 een strafrechtelijk onderzoek te starten naar de [stichting] en haar bestuurders in verband met het opmaken van valse giftkwitanties en/of donatieverklaringen van de [stichting] en het gebruik hiervan bij het doen van aangiften IB/PVV ( [FIOD-onderzoek 3] ).

2.5.2.

De bevindingen uit het strafrechtelijk onderzoek [FIOD-onderzoek 3] zijn door de FIOD opgenomen in een proces-verbaal, met dossiernummer 57425. De officier van justitie heeft op 16 maart 2017 toestemming verleend de bevindingen uit het FIOD-onderzoek te gebruiken voor fiscale doeleinden. De resultaten van het onderzoek zijn op 23 april 2018 ter beschikking gesteld aan de Belastingdienst/kantoor Den Haag. Het (geanonimiseerde) proces-verbaal met bijlagen is door de Inspecteur verstrekt op een CD-rom (het FIOD-rapport).

2.5.3.

Belanghebbende is in voormeld onderzoek ( [FIOD-onderzoek 3] ) niet als verdachte aangemerkt noch is hij als getuige gehoord.

2.6.

In het FIOD-rapport zijn proces-verbalen van verhoor van verdachten opgenomen uit de strafrechtelijke onderzoeken [FIOD-onderzoek 1] en [FIOD-onderzoek 2] . De verdachten hebben onder andere verklaringen afgelegd over de handel in giftkwitanties bij de [stichting] .

2.6.1.

Het FIOD-rapport bevat een "proces-verbaal van verhoor verdachte" uit het onderzoek [FIOD-onderzoek 1] (blz. 2040 e.v.) De verdachte heeft, onder meer verklaard:

"[…] is belastingadviseur en hij werkt samen met de [stichting] met betrekking tot het kopen van kwitanties. Hij koopt de kwitanties in voor 10% en verkoopt ze voor 12 tot 15% aan zijn klanten zodat zij dit kunnen aftrekken van de belasting."

2.6.2.

Het FIOD-rapport bevat een "proces-verbaal van verhoor verdachte" uit het onderzoek [FIOD-onderzoek 2] (blz. 2140 e.v.). De verdachte heeft, onder meer verklaard:

"Ik ga u alles vertellen in 2011, 2012 en 2013 heb ik kwitanties gekocht bij [stichting] . Dit was niet voor 10% maar voor 15% of zelfs 20% procent weet ik niet meer zeker. Het zijn allemaal oplichters van die stichtingen. Ze stoppen alles in de eigen zak en melden niets aan de Belastingdienst. In 2011 heb ik geld betaald aan [de bestuurder/directeur] van de [stichting] . In 2012 en 2013 heb ik geld betaald aan [de penningmeester] van de [stichting] . De door mij overgelegde kwitanties over het jaar 2013 van de [stichting] heb ik van die [penningmeester] gekregen. Dit geld heb ik op de [adres] in [woonplaats] betaald. De kwitanties heeft [de penningmeester] mij op het adres aan de [adres] waar de [stichting] is gevestigd gegeven."

2.6.3.

Het FIOD-rapport bevat een "proces-verbaal van verhoor verdachte" uit het onderzoek [FIOD-onderzoek 3] (blz. 1900 e.v.). Het proces-verbaal vermeldt, voor zover van belang:

"Opmerking verbalisanten: Uit onderzoek is naar voren gekomen dat uw aangiften inkomstenbelasting over de jaren 2010 tot en met 2013 zijn ingediend vanaf het IP-adres van de [stichting] .

Vraag verbalisanten: Wie heeft uw aangiften inkomstenbelasting over de jaren 2010 tot en met 2013 ingevuld en ingediend bij de Belastingdienst?

Antwoord gehoorde:

"Omdat ik slecht Nederlands spreek, ben ik door diverse mensen geadviseerd om naar de [stichting] te gaan. Ik ging naar de [stichting] om mijn aangiften in te laten vullen.

(…)

Vraag verbalisanten: Wie heeft de aangifte Inkomstenbelasting 2011 op uw naam bij de Belastingdienst ingevuld en ingediend?

Antwoord gehoorde:

"Ik ben eerlijk, maar toen ik daar kwam waren het elke keer andere mensen. Er waren allemaal kleine hokjes en daar werd het ingevuld. Ik ben daar gewoon naartoe gegaan, maar ik ken daar helemaal niemand. Ik kan dus niet zeggen wie dat voor mij ingevuld heeft. Op de dag dat ik mijn aangifte liet invullen, kreeg ik de twee kwitanties die ik u zojuist heb overhandigd. De data op de kwitanties hebben zij van de [stichting] erop gezet. Ik heb in ieder geval niet op die data betaald. Ik heb in één keer € 300 of zo betaald. Ik weet niet meer precies hoeveel ik heb betaald maar ik dacht iets van 12 of 15% van € 2.500. Ik heb mijn DigiD code en wachtwoord aan de medewerker van de [stichting] gegeven en die heeft vervolgens mijn aangifte ingediend. Dat ging elk jaar zo."

(…)

Vraag verbalisanten: In uw aangifte inkomstenbelasting 2012 staat in het onderdeel 'giften' een bedrag van € 2.500. Wat kunt u hierover verklaren?

Antwoord gehoorde:

"Daarvoor geldt hetzelfde als het jaar 2011. Ik denk dat ik daar ook ongeveer € 300 voor betaald heb."

(…)

Opmerking verbalisanten: Op de kwitanties over 2012 staan de data 10-03-2012 en 15112012. Uw aangifte inkomstenbelasting 2012 is gedaan op 9 maart 2013.

Vraag verbalisanten: Heeft u de kwitanties op dezelfde dag dat uw aangifte is gedaan, ontvangen?

Antwoord gehoorde:

"Ja."

(…)

Vraag verbalisanten: In uw aangifte inkomstenbelasting 2013 staat in het onderdeel ‘giften’ een bedrag van € 2.500. Wat kunt u hierover verklaren?

Antwoord gehoorde:

“Ook hier heb ik maar € 300 of € 350 voor betaald."

Opmerking verbalisanten: Op de kwitanties over 2013 staan de data 23-02-2013 en 24052013. Uw aangifte inkomstenbelasting 2013 is gedaan op 26 februari 2014.

Vraag verbalisanten: Heeft u de kwitanties op dezelfde dag dat uw aangifte is gedaan, ontvangen?

Antwoord gehoorde:

"Ja."

2.7.

Het FIOD-rapport bevat een proces-verbaal van een opsporingsambtenaar van de FIOD betreffende "aangetroffen belastingaangiften en correspondentie op de PC van de [stichting] " (blz. 930 e.v.). Het proces-verbaal vermeldt onder meer:

"Resumé

Op grond van de volgende feiten en omstandigheden, te weten dat:

(…)

 […] zijn aangifte inkomstenbelasting 2013 voor € 50 in heeft laten vullen door/bij de [stichting] ;

 In de aangifte inkomstenbelasting 2013 op naam van […] een gift is opgenomen van € 3.000;

 […] € 300, ofwel 10%, heeft betaald voor de giftkwitantie, wat overeenkomt met de verklaring van [de penningmeester];

 De aangifte inkomstenbelasting 2013 op naam van […] vermoedelijk opzettelijk onjuist is ingediend;

 De aangifte inkomstenbelasting 2014 op naam van […] die bij de Belastingdienst is ingediend, is verzonden vanaf één van de computers van de [stichting] ;

 In de aangifte inkomstenbelasting 2014 op naam van […] een gift is opgenomen van €1.000;

 […] € 100, ofwel 10%, heeft betaald voor de giftkwitantie, wat overeenkomt met de verklaring van [de penningmeester];

 De kwitantie op naam van […] met nummer [xxx] gelet op de verklaring van [de penningmeester] vermoedelijk valselijk is opgemaakt;

 De aangifte inkomstenbelasting 2014 op naam van […] vermoedelijk opzettelijk onjuist is gedaan;

(…)"

2.8.

Het FIOD-rapport bevat een proces-verbaal van een opsporingsambtenaar van de FIOD betreffende "onderzoek in administratie [stichting] " (blz. 747 e.v.). Het proces-verbaal vermeldt onder meer:

"In verband met dit onderzoek heeft op 13 december 2016 een doorzoeking plaatsgevonden op het adres van de [stichting] , waarbij diverse administratie in beslag is genomen. Ik heb verhuisdoos 1 met boekingsnummer C.22.02.01 van object C van totaal 21 dozen nader onderzocht.

(…)

Resumé

Vergelijking donaties 2014 met voorliggende Jaren

“Strafbare feiten en cautie

Antwoord gehoorde:

Oordeel van de Rechtbank

Omschrijving geschil in hoger beroep en conclusies van partijen

Beoordeling van het hoger beroep

Proceskosten

Beslissing