Home

Gerechtshof Den Haag, 23-03-2021, ECLI:NL:GHDHA:2021:662, BK-20/00690, BK-20/00691 en BK-21/00006

Gerechtshof Den Haag, 23-03-2021, ECLI:NL:GHDHA:2021:662, BK-20/00690, BK-20/00691 en BK-21/00006

Gegevens

Instantie
Gerechtshof Den Haag
Datum uitspraak
23 maart 2021
Datum publicatie
22 april 2021
ECLI
ECLI:NL:GHDHA:2021:662
Zaaknummer
BK-20/00690, BK-20/00691 en BK-21/00006

Inhoudsindicatie

Belanghebbende heeft in zijn aangiften IB/PVV 2012 en 2013 giften aan een instelling opgevoerd als aftrekpost. De Inspecteur heeft de giften in aftrek toegestaan. Nadien heeft de Inspecteur de aftrek teruggenomen door oplegging van navorderingsaanslagen. Uit strafrechtelijk onderzoek volgt dat op grote schaal giftkwitanties van de stichting werden verhandeld voor een percentage van veelal 10%-12% van de op de kwitanties vermelde bedragen. Daarom kunnen de kwitanties van de instelling niet zonder meer dienen als bewijs. Aan de bankafschriften komt onvoldoende bewijskracht toe, omdat niet vaststaat dat de opgenomen geldbedragen zijn aangewend voor de giften. Hetgeen overigens is aangevoerd is evenmin voldoende.

De Inspecteur heeft ter zitting in hoger beroep zijn bezwaar tegen het oordeel van de Rechtbank ten aanzien van de navorderingsaanslag IB/PVV 2014 ingetrokken.

Hoewel de Rechtbank ten onrechte niet heeft beslist op belanghebbendes verzoek om vergoeding van wettelijke rente ziet het Hof geen aanleiding de uitspraak van de Rechtbank te vernietigen.

Uitspraak

Team Belastingrecht

meervoudige kamer

nummers BK-20/00690, BK-20/00691 en BK-21/00006

in het geding tussen:

(gemachtigde: B. de Jong)

en

(vertegenwoordigers: […] , […] en […] )

op het hoger beroep van de Inspecteur en het incidenteel hoger beroep van belanghebbende tegen de uitspraak van de Rechtbank Den Haag (de Rechtbank) van 2 september 2020, nrs. SGR 19/6284, SGR 19/6285 en SGR 19/6286.

Procesverloop

1.1.1.

Aan belanghebbende is over het jaar 2012 een navorderingsaanslag in de inkomstenbelasting en de premie zorgverzekeringen (IB/PVV) opgelegd naar een belastbaar inkomen uit werk en woning van € 36.955. Bij gelijktijdig gegeven beschikkingen is € 188 belastingrente in rekening gebracht en is een vergrijpboete opgelegd van € 807.

1.1.2.

Aan belanghebbende is over het jaar 2013 een navorderingsaanslag IB/PVV opgelegd naar een belastbaar inkomen uit werk en woning van € 36.145. Bij gelijktijdig gegeven beschikkingen is € 156 belastingrente in rekening gebracht en is een vergrijpboete opgelegd van € 822.

1.1.3.

Aan belanghebbende is over het jaar 2014 een navorderingsaanslag IB/PVV opgelegd naar een belastbaar inkomen uit werk en woning van € 89.825. Bij gelijktijdig gegeven beschikkingen is € 114 belastingrente in rekening gebracht en is een vergrijpboete opgelegd van € 840.

1.2.

Bij uitspraken op bezwaar heeft de Inspecteur belanghebbendes bezwaren tegen de navorderingsaanslagen en beschikkingen afgewezen.

1.3.

Belanghebbende heeft tegen de uitspraken op bezwaar beroep bij de Rechtbank ingesteld. De beslissing van de Rechtbank luidt:

“- verklaart de beroepen gegrond;

- vernietigt de uitspraak op bezwaar inzake het jaar 2012 en vernietigt de navorderingsaanslag en de boetebeschikking voor het jaar 2012;

- vernietigt de uitspraak op bezwaar inzake het jaar 2014 en vernietigt de navorderingsaanslag en de boetebeschikking voor het jaar 2014:

- vernietigt de uitspraak op bezwaar inzake het jaar 2013 voor zover betrekking hebbend op de boetebeschikking;

- vernietigt de boetebeschikking voor het jaar 2013 en bepaalt dat deze uitspraak in zo verre in de plaats treedt van het vernietigde deel van de uitspraak op bezwaar voor het jaar 2013;

- veroordeelt verweerder in de proceskosten van eiser tot een bedrag van € 1.047;

- veroordeelt verweerder tot betaling van een vergoeding van immateriële schade ten bedrage van € 1.000;

- draagt verweerder op het betaalde griffierecht van € 47 aan eiser te vergoeden.”

1.4.

De Inspecteur is tegen de uitspraak van de Rechtbank in hoger beroep gekomen bij het Hof. Belanghebbende heeft een verweerschrift ingediend en heeft voorts incidenteel hoger beroep ingesteld. De Inspecteur heeft daartegen verweer gevoerd.

1.5.

De mondelinge behandeling van de zaken heeft plaatsgehad ter zitting van het Hof van 9 februari 2021. Partijen zijn verschenen. Van het verhandelde ter zitting is een proces-verbaal opgemaakt.

Vaststaande feiten

Aanslagregeling 2012

2.1.1.

In zijn aangifte IB/PVV voor het jaar 2012 heeft belanghebbende (contante) giften opgevoerd ten bedrage van € 3.000 met daarbij de omschrijving " [Stichting A] " ( [Stichting A] ). Belanghebbende heeft de giften aan de [Stichting A] aangegeven als een gift aan een culturele instelling, waardoor hij recht had op een verhoging van de aftrek van € 750. In totaal is een bedrag van € 3.349, rekening houdend met een aftrekdrempel van € 401, in aftrek gebracht.

2.1.2.

Bij brief van 25 maart 2014 heeft de Inspecteur een brief aan belanghebbende gestuurd, met – voor zover van belang de volgende inhoud:

Giften

U vermeldt in uw aangifte € 3.000 aan giften die u heeft gedaan aan de culturele instelling "de [Stichting A] ". Om te kunnen beoordelen of u recht heeft op deze aftrek verzoek ik u mij de originele betalingsbewijzen van deze gedane gift(en) toe te sturen. Heeft u de gift(en) echter contant betaald dan verzoek ik u mij de originele kwitantie(s) te overleggen met een kopie(ën) van uw bankafschrift inzake deze gift(en).”

2.1.3.

In reactie op het verzoek van de Inspecteur heeft belanghebbende twee donatieformulieren/kwitanties van de [Stichting A] verstrekt. De kwitantie met nummer 001364 vermeldt een donatiebedrag van € 2.000 en een datum van donatie in juni 2012, de kwitantie met nummer 001657 vermeldt een donatiebedrag van € 1.000 en een datum van donatie op 11 oktober 2012. Voorts heeft belanghebbende bankafschriften met geldopnames van een bankrekening die op zijn naam staat verstrekt. Uit deze afschriften blijken de volgende opnames in 2012: € 1.150 (602), € 1.000 (23-06), € 1.500 (11-10).

2.1.4.

Met dagtekening 16 mei 2014 heeft de Inspecteur de aanslag IB/PVV voor het jaar 2012 vastgesteld naar een belastbaar inkomen uit werk en woning van € 34.356. De Inspecteur heeft de giften aan de [Stichting A] in aftrek toegelaten maar heeft de toegepaste verhoging van € 750 niet in aanmerking genomen, omdat de [Stichting A] geen culturele status (heeft) (ge)had.

Aanslagregeling 2013

2.2.1.

In zijn aangifte IB/PVV voor het jaar 2013 heeft belanghebbende (contante) giften opgevoerd ten bedrage van € 3.000 met daarbij de omschrijving " [Stichting A] " ( [Stichting A] ). In totaal is een bedrag van € 2.639, rekening houdend met een aftrekdrempel van € 361, in aftrek gebracht.

2.2.2.

Bij brieven van 30 augustus 2014 en 14 januari 2015 heeft de Inspecteur belanghebbende verzocht nadere informatie te overleggen met betrekking tot de in aftrek gebrachte giften.

2.2.3.

In reactie op dit verzoek van de Inspecteur heeft belanghebbende een kwitantie van de [Stichting A] verstrekt. De kwitantie met nummer 001668 vermeldt een donatiebedrag van € 3.000 en een datum van donatie op 8 augustus 2013.

2.2.4.

Met dagtekening 18 februari 2015 heeft de Inspecteur de aanslag IB/PVV voor het jaar 2013 vastgesteld naar een belastbaar inkomen uit werk en woning van € 33.506. De Inspecteur heeft de giften aan de [Stichting A] in aftrek toegelaten.

Aanslagregeling 2014

2.3.1.

In zijn aangifte IB/PVV voor het jaar 2014 heeft belanghebbende een bedrag van € 2.500 aan (contante) giften met daarbij de omschrijving " [Stichting B] " ( [Stichting B] ) aangegeven. In totaal is een bedrag van € 2.154, rekening houdend met een aftrekdrempel van € 346, in aftrek gebracht.

2.3.2.

Met dagtekening 18 maart 2016 heeft de Inspecteur een aanslag IB/PVV voor het jaar 2014 opgelegd. De Inspecteur heeft de giften aan [Stichting B] in aftrek toegelaten.

ANBI-status [Stichting A]

2.4.1.

De [Stichting A] stond in de jaren 2011 tot en met 2013 geregistreerd als Algemeen Nut Beogende Instelling (ANBI).

2.4.2.

De Belastingdienst is in 2013 een onderzoek gestart naar de houdbaarheid van de ANBI-status van de [Stichting A] . Daaruit bleek ten aanzien van het jaar 2012 dat belastingplichtigen gezamenlijk voor ten minste een bedrag van € 3.000.000 aan giften aan de [Stichting A] in aftrek hadden gebracht terwijl in de jaarstukken van de [Stichting A] voor dat jaar een bedrag van € 591.210 aan ontvangen giften was verantwoord. Voorts bleek dat de [Stichting A] in het jaar 2012 meer kwitanties (in totaal 2.500) had uitgeschreven dan in haar administratie was verantwoord (531) en dat de [Stichting A] in de jaarstukken voor 2013 een bedrag van € 88.564 aan ontvangen donaties had verwerkt terwijl in aangiften IB/PVV van diverse belastingplichtigen in totaal € 3.445.808 aan giften aan de [Stichting A] was aangegeven.

2.4.3.

Omdat de administratie van de [Stichting A] ernstige gebreken vertoonde is de ANBI-status van de [Stichting A] op 6 januari 2014 ingetrokken met terugwerkende kracht tot 1 januari 2008.

Strafrechtelijk onderzoek [Stichting A]

2.5.1.

In januari 2015 is de FIOD gestart met strafrechtelijke onderzoeken naar het gebruik van valse giftkwitanties bij drie andere ANBI-instellingen dan de [Stichting A] ( [FIOD-onderzoek 1] en [FIOD-onderzoek 2] ). Uit die onderzoeken bleek dat diverse belastingplichtigen die giften aan de voormelde ANBI-instellingen in de aangiften hadden opgenomen ook giften aan de [Stichting A] hadden opgenomen in hun aangiften. De bevindingen uit deze strafrechtelijke onderzoeken zijn opgenomen in een proces-verbaal met dossiernummer 56796 en een proces-verbaal met dossiernummer 56034. De Officier van Justitie heeft toestemming verleend de bevindingen uit deze FIOD-onderzoeken te gebruiken voor fiscale doeleinden.

2.5.2.

De bevindingen uit het ANBI-onderzoek bij de [Stichting A] (2.4.2) en de bevindingen uit voormelde strafrechtelijke onderzoeken (2.5.1) zijn aanleiding geweest voor de FIOD om op 17 september 2015 een strafrechtelijk onderzoek te starten naar de [Stichting A] en haar bestuurders in verband met het opmaken van valse giftkwitanties en/of donatieverklaringen van de [Stichting A] en het gebruik hiervan bij het doen van aangiften IB/PVV ( [FIOD-onderzoek 3] ). De bevindingen uit het strafrechtelijk onderzoek [FIOD-onderzoek 3] zijn door de FIOD opgenomen in een proces-verbaal, met dossiernummer 57425 (het FIOD-rapport). De Officier van Justitie heeft op 16 maart 2017 toestemming verleend de bevindingen uit het FIOD-onderzoek te gebruiken voor fiscale doeleinden. De resultaten van het onderzoek zijn op 23 april 2018 ter beschikking gesteld aan de Belastingdienst/kantoor Den Haag.

2.5.3.

Belanghebbende is in voormeld onderzoek naar de [Stichting A] niet als verdachte aangemerkt noch is hij als getuige gehoord.

2.6.

In het FIOD-rapport zijn proces-verbalen van verhoor van verdachten opgenomen uit de strafrechtelijke onderzoeken [FIOD-onderzoek 1] en [FIOD-onderzoek 2] . De verdachten hebben onder andere verklaringen afgelegd over de handel in giftkwitanties bij de [Stichting A] .

2.7.1.

Het FIOD-rapport bevat een "proces-verbaal van verhoor verdachte" uit het onderzoek [FIOD-onderzoek 1] (blz. 2040 e.v.) De verdachte heeft, onder meer verklaard:

"[…] is belastingadviseur en hij werkt samen met de [Stichting A] met betrekking tot het kopen van kwitanties. Hij koopt de kwitanties in voor 10% en verkoopt ze voor 12 tot 15% aan zijn klanten zodat zij dit kunnen aftrekken van de belasting."

2.7.2.

Het FIOD-rapport bevat een "proces-verbaal van verhoor verdachte" uit het onderzoek [FIOD-onderzoek 2] (blz. 2140 e.v.). De verdachte heeft, onder meer verklaard:

"Ik ga u alles vertellen in 2011, 2012 en 2013 heb ik kwitanties gekocht bij [Stichting A] . Dit was niet voor 10% maar voor 15% of zelfs 20% procent weet ik niet meer zeker. Het zijn allemaal oplichters van die stichtingen. Ze stoppen alles in de eigen zak en melden niets aan de Belastingdienst. In 2011 heb ik geld betaald aan [de bestuurder/directeur] van de [Stichting A] . In 2012 en 2013 heb ik geld betaald aan [de penningmeester] van de [Stichting A] . De door mij overgelegde kwitanties over het jaar 2013 van de [Stichting A] heb ik van die [penningmeester] gekregen. Dit geld heb ik op de [adres] in [woonplaats] betaald. De kwitanties heeft [de penningmeester] mij op het adres aan de [adres] waar de [Stichting A] is gevestigd gegeven."

2.7.3.

Het FIOD-rapport bevat een "proces-verbaal van verhoor verdachte" uit het onderzoek [FIOD-onderzoek 3] (blz. 1900 e.v.). Het proces-verbaal vermeldt, voor zover van belang:

"Opmerking verbalisanten: Uit onderzoek is naar voren gekomen dat uw aangiften inkomstenbelasting over de jaren 2010 tot en met 2013 zijn ingediend vanaf het IP-adres van de [Stichting A] .

Vraag verbalisanten: Wie heeft uw aangiften inkomstenbelasting over de jaren 2010 tot en met 2013 ingevuld en ingediend bij de Belastingdienst?

Antwoord gehoorde:

"Omdat ik slecht Nederlands spreek, ben ik door diverse mensen geadviseerd om naar de [Stichting A] te gaan. Ik ging naar de [Stichting A] om mijn aangiften in te laten vullen.

(…)

Vraag verbalisanten: Wie heeft de aangifte Inkomstenbelasting 2011 op uw naam bij de Belastingdienst ingevuld en ingediend?

Antwoord gehoorde:

"Ik ben eerlijk, maar toen ik daar kwam waren het elke keer andere mensen. Er waren allemaal kleine hokjes en daar werd het ingevuld. Ik ben daar gewoon naartoe gegaan, maar ik ken daar helemaal niemand. Ik kan dus niet zeggen wie dat voor mij ingevuld heeft. Op de dag dat ik mijn aangifte liet invullen, kreeg ik de twee kwitanties die ik u zojuist heb overhandigd. De data op de kwitanties hebben zij van de [Stichting A] erop gezet. Ik heb in ieder geval niet op die data betaald. Ik heb in één keer € 300 of zo betaald. Ik weet niet meer precies hoeveel ik heb betaald maar ik dacht iets van 12 of 15% van € 2.500. Ik heb mijn DigiD code en wachtwoord aan de medewerker van de [Stichting A] gegeven en die heeft vervolgens mijn aangifte ingediend. Dat ging elk jaar zo."

(…)

Vraag verbalisanten: In uw aangifte inkomstenbelasting 2012 staat in het onderdeel 'giften' een bedrag van € 2.500. Wat kunt u hierover verklaren?

Antwoord gehoorde:

"Daarvoor geldt hetzelfde als het jaar 2011. Ik denk dat ik daar ook ongeveer € 300 voor betaald heb."

(…)

Opmerking verbalisanten: Op de kwitanties over 2012 staan de data 10-03-2012 en 15112012. Uw aangifte inkomstenbelasting 2012 is gedaan op 9 maart 2013.

Vraag verbalisanten: Heeft u de kwitanties op dezelfde dag dat uw aangifte is gedaan, ontvangen?

Antwoord gehoorde:

"Ja."

(…)

Vraag verbalisanten: In uw aangifte inkomstenbelasting 2013 staat in het onderdeel ‘giften’ een bedrag van € 2.500. Wat kunt u hierover verklaren?

Antwoord gehoorde:

“Ook hier heb ik maar € 300 of € 350 voor betaald."

Opmerking verbalisanten: Op de kwitanties over 2013 staan de data 23-02-2013 en 24052013. Uw aangifte inkomstenbelasting 2013 is gedaan op 26 februari 2014.

Vraag verbalisanten: Heeft u de kwitanties op dezelfde dag dat uw aangifte is gedaan, ontvangen?

Antwoord gehoorde:

"Ja."

2.8.

Het FIOD-rapport bevat een proces-verbaal van een opsporingsambtenaar van de FIOD betreffende "aangetroffen belastingaangiften en correspondentie op de PC van de [Stichting A] " (blz. 930 e.v.). Het proces-verbaal vermeldt onder meer:

"Resumé

Op grond van de volgende feiten en omstandigheden, te weten dat:

(…)

 […] zijn aangifte inkomstenbelasting 2013 voor € 50 in heeft laten vullen door/bij de [Stichting A] ;

 In de aangifte inkomstenbelasting 2013 op naam van […] een gift is opgenomen van € 3.000;

 […] € 300, ofwel 10%, heeft betaald voor de giftkwitantie, wat overeenkomt met de verklaring van [de penningmeester];

 De aangifte inkomstenbelasting 2013 op naam van […] vermoedelijk opzettelijk onjuist is ingediend;

 De aangifte inkomstenbelasting 2014 op naam van […] die bij de Belastingdienst is ingediend, is verzonden vanaf één van de computers van de [Stichting A] ;

 In de aangifte inkomstenbelasting 2014 op naam van […] een gift is opgenomen van €1.000;

 […] € 100, ofwel 10%, heeft betaald voor de giftkwitantie, wat overeenkomt met de verklaring van [de penningmeester];

 De kwitantie op naam van […] met nummer […] gelet op de verklaring van [de penningmeester] vermoedelijk valselijk is opgemaakt;

 De aangifte inkomstenbelasting 2014 op naam van […] vermoedelijk opzettelijk onjuist is gedaan;

(…)"

2.9.

Het FIOD-rapport bevat een proces-verbaal van een opsporingsambtenaar van de FIOD betreffende "onderzoek in administratie [Stichting A] " (blz. 747 e.v.). Het proces-verbaal vermeldt onder meer:

"In verband met dit onderzoek heeft op 13 december 2016 een doorzoeking plaatsgevonden op het adres van de [Stichting A] , waarbij diverse administratie in beslag is genomen. Ik heb verhuisdoos 1 met boekingsnummer C.22.02.01 van object C van totaal 21 dozen nader onderzocht.

(…)

Resumé

Vergelijking donaties 2014 met voorliggende Jaren

“Proceskostenvergoeding

Oordeel van de Rechtbank

Omschrijving geschil in hoger beroep en conclusies van partijen

Beoordeling van het hoger beroep

Proceskosten

Beslissing