Home

Gerechtshof Den Haag, 03-11-2022, ECLI:NL:GHDHA:2022:2281, BK-22/00124

Gerechtshof Den Haag, 03-11-2022, ECLI:NL:GHDHA:2022:2281, BK-22/00124

Gegevens

Instantie
Gerechtshof Den Haag
Datum uitspraak
3 november 2022
Datum publicatie
24 november 2022
ECLI
ECLI:NL:GHDHA:2022:2281
Formele relaties
Zaaknummer
BK-22/00124
Relevante informatie
Art. 6c lid 2 Wet OB 1968, Art. 37e Wet OB 1968, Art. 27e lid 1 AWR, Art. 67f AWR

Inhoudsindicatie

Artikel 6c, lid 2, Wet op de omzetbelasting 1968. De goederenvervoersdienst naar Marokko die belanghebbende verricht in opdracht van particulieren kan slechts voor een klein deel worden belast in Nederland.

Aan belanghebbende is terecht een vergrijpboete opgelegd omdat het aan (voorwaardelijk) opzet van belanghebbende is te wijten dat de omzetbelasting over voormelde goederenvervoersdienst niet is betaald.

Uitspraak

Team Belastingrecht

meervoudige kamer

nummer BK-22/00124

in het geding tussen:

(gemachtigde: K. Bozia)

en

(vertegenwoordigers: […] en […] )

op het hoger beroep van belanghebbende tegen de uitspraak van de Rechtbank Den Haag (de Rechtbank) van 10 januari 2022, nr. SGR 20/6330.

Procesverloop

1.1.

Aan belanghebbende is over het tijdvak van 1 januari 2014 tot en met 31 december 2017 een naheffingsaanslag in de omzetbelasting opgelegd van € 42.705. Bij beschikkingen heeft de Inspecteur aan belanghebbende een vergrijpboete opgelegd van € 12.142 en € 5.168 aan belastingrente in rekening gebracht.

1.2.

Bij uitspraak op bezwaar heeft de Inspecteur de naheffingsaanslag verminderd naar een bedrag van € 28.577, de boetebeschikking verminderd naar een bedrag van € 11.710 en de rentebeschikking verminderd naar een bedrag van € 3.456.

1.3.

Belanghebbende heeft tegen de uitspraak op bezwaar beroep ingesteld bij de Rechtbank. Ter zake daarvan is een griffierecht geheven van € 354. De beslissing van de Rechtbank luidt:

“De rechtbank:

- verklaart het beroep ongegrond;

- matigt de vergrijpboete tot € 10.539.”

1.4.

Belanghebbende heeft tegen de uitspraak van de Rechtbank hoger beroep ingesteld bij het Hof. In verband daarmee is een griffierecht geheven van € 274. De Inspecteur heeft een verweerschrift ingediend.

1.5.

De mondelinge behandeling van de zaak heeft plaatsgehad ter zitting van het Hof van 29 september 2022, gehouden te Den Haag. Partijen zijn verschenen. Van het verhandelde ter zitting is een proces-verbaal opgemaakt.

Feiten

2.1.

Belanghebbende drijft een onderneming in de vorm van een eenmanszaak handelend onder de naam [naam eenmanszaak] .

2.2.

Belanghebbende heeft over de tijdvakken 2014, 2015, 2016 en 2017 de volgende bedragen aan omzetbelasting aangegeven:

2014

2015

2016

2017

€ 134

€ 4.346

€ 7.864

€ 4.795

2.3.

Op 6 november 2017 is een boekenonderzoek gestart bij belanghebbende. Het boekenonderzoek was onder andere gericht op de aanvaardbaarheid van de door belanghebbende ingediende aangiften omzetbelasting over het tijdvak 1 januari 2014 tot en met 31 december 2017.

2.4.1.

Met dagtekening 29 maart 2018 is aan belanghebbende een informatiebeschikking gegeven. In de beschikking worden vragen gesteld over de verkoop van een appartement in Marokko.

2.4.2.

Met dagtekening 8 mei 2018 heeft belanghebbende bezwaar gemaakt tegen de informatiebeschikking. Dit bezwaar is op 21 december 2018 afgewezen.

2.5.

Bij brief van 28 maart 2019 is het conceptrapport inzake het ingestelde boekenonderzoek gezonden aan belanghebbende. De brief vermeldt onder meer:

“Hierbij ontvangt u het conceptrapport inzake het bij u ingestelde boekenonderzoek. De bevindingen tijdens het onderzoek hebben mij aanleiding gegeven tot het voorstellen van de in het conceptrapport genoemde correcties.

Kennisgeving vergrijpboete

Naast de gevolgen voor de belastingheffing ben ik voornemens over de correcties een vergrijpboete op te leggen ingevolge de Algemene wet inzake rijksbelastingen en het Besluit Bestuurlijke Boeten Belastingdienst. De feiten en omstandigheden op grond waarvan ik voornemens ben om deze vergrijpboete(n) op te leggen zijn vermeld in het bijgevoegde conceptrapport. Dit rapport, met begeleidende brief, dient u dan ook aan te merken als een kennisgeving ingevolge artikel 5:48 en 5:53 van de Algemene wet bestuursrecht.

Ik stel u in de gelegenheid om voor 11 april 2019 de gronden waarop mijn voornemen tot het opleggen van de boete(n) berust, gemotiveerd te betwisten. Indien u dat wenst kunt u uw standpunt ook mondeling toelichten. In dat geval verzoek ik u binnen de hiervoor genoemde termijn daarvoor een afspraak te maken via het bovenvermelde doorkiesnummer.

Indien u van mening bent dat dat met betrekking tot de aan de navorderingsaanslagen en naheffingsaanslag ten grondslag liggende feiten bij nader inzien alsnog opheldering kan worden gegeven, dan verneem ik dat ook graag van u voor 11 april 2019.”

2.6.

Bij brief van 24 april 2019 is aan belanghebbende het definitieve rapport van het boekenonderzoek gezonden. Het rapport vermeldt onder meer:

“3.1 Bedrijfsactiviteiten

De ondernemingsactiviteiten bestaan uit het exploiteren van een transportbedrijf.

Gebleken is dat belastingplichtige ook kleding inkoopt in Marokko en deze dan transporteert en verkoopt in Nederland. Verder is tijdens het onderzoek geconcludeerd (en bevestigd door belastingplichtige in diverse Proces Verbalen) dat belastingplichtige, in opdracht van particulieren, ook goederen meeneemt naar Marokko in tasjes of dozen.

(…)

5.2

Opmerkingen met betrekking tot goederen naar Marokko

(…)

PV 12 april 2018 (onderstreept is antwoord):

- Heeft 20.000 dirham bij zich - dat is bedoeld voor de douane, als ik in Marokko aankom kan ik nergens wisselen en ik moet daar invoerrechten betalen. Dan heb ik om en nabij 2000 euro nodig om spullen in te voeren.

- Hoeveel euro heb je dan bij je als je naar Marokko gaat? Ligt aan de vracht, dit was een hele goede vracht, om en nabij 8000 a 9000 euro opgehaald. Allemaal contant. Dat heb ik op een rit bij me en neem ik mee. Tassen en dozen gaan per kilo, reken ik 2 euro voor. Gemiddeld ongeveer 50 klanten. Soms ook wel 70 klanten. Voor deze vracht ongeveer 50. Zaten mensen met grote spullen tussen.

- Ik probeer iedere rit 2000 euro om te wisselen naar dirham in Marokko.

- Stel ik heb 10000 euro en ik qa rijden dan heb ik normaal aan kosten voor 2500 en 3000 euro voor onderweg en exclusief douane voor heen en terugreis. Daarnaast betaal ik dus die 20000 dirham omgerekend 2000 euro aan de douane. De rest wat ik over heb voer ik op als omzet. Dus in het voorbeeldgeval zou ik 5000 euro overhouden aan deze rit.

- Ongeveer 15 ritten per jaar

- Spullen naar Marokko. Alleen particuliere klanten. Deze krijgen geen bonnetje, zoals ik al zeg ben ik geen pietje precies. Ik tel me geld.

(…)

Uit PV van 12 april is bij ontvangsten van ca. € 10.000, kosten onderweg ca. € 2.500 / € 3.000, douane ca. € 2.000 totaal over ca. € 5.000. Ik ga bij de correctie uit van en redelijke opbrengst van ca. € 3.500 per rit.

Op basis van de PV's zijn er ca. 15 transporten per jaar x gemiddelde opbrengst (deze stel ik in alle redelijkheid vast op minimaal € 3.500 = opbrengst per rit) is dus per jaar € 52.500 wat niet is aangegeven als ontvangsten.

(…)

Correctie 1 hogere winst 2014 , 2015, 2016 en 2017 € 43.389 per jaar.

2014: 52.500 x 21/121 = € 9.111 verschuldigde omzetbelasting en € 43.389 hogere winst.

2015: 52.500 x 21/121 = € 9.111 verschuldigde omzetbelasting en € 43.389 hogere winst.

2016: 52.500 x 21/121 = € 9.111 verschuldigde omzetbelasting en € 43.389 hogere winst.

2017: 52.500 x 21/121 = € 9.111 verschuldigde omzetbelasting en € 43.389 hogere winst.

(…)

5.7

Privé gebruik auto

Volgens verklaring van belastingplichtige wordt er niet privé gereden met de auto's.

Hiervan is geen overzicht of kilometeradministratie aanwezig om dit aan te tonen.

In principe moet er voor alle aanwezige auto's een bijtelling plaatsvinden omdat van geen enkele auto is aangetoond dat er niet privé mee gereden wordt, sterker nog, belastingplichtige verklaart in diverse PV's dat er verschillende auto's voor privé worden gebruikt dan wel om privéredenen wordt uitgeleend aan vrienden en/of familie. Bij wijze van hoge uitzondering zal ik slechts, in alle redelijkheid, voor één auto een bijtelling corrigeren.

(…)

De auto [kenteken 1] Mercedes Vito is in sept 2017 ingeruild voor een auto met kenteken [kenteken 2] . De catalogusprijs van de [kenteken 2] is € 53.207. Ik stel de gemiddelde catalogusprijs over alle jaren in verband met privégebruik op € 40.000.

2014: 40.000 x 25% = € 10.000 IB, 40.000 x 2,7 = € 1.080 omzetbelasting

2015: 40.000 x 25% = € 10.000 IB, 40.000 x 2,7 = € 1.080 omzetbelasting

2016: 40.000 x 25% = € 10.000 IB, 40.000 x 2,7 = € 1.080 omzetbelasting

2017: 40.000 x 25% = € 10.000 IB, 40.000 x 2,7 = € 1.080 omzetbelasting

Correctie 3 IB hoger inkomen 2014 tot en met 2017 € 10.000 per jaar. OB, na te heffen 2014 tot en met 2017 € 1.080 per jaar.

(…)

7.1

Balanspost omzetbelasting

De balansverschillen over de jaren 2015 en 2016 zijn:

2015

2016

Verschuldigde omzetbelasting

10.948

15.725

Voorbelasting

7.025

6.734

Aan te geven

3.923

8.991

Aangegeven

4.346

7.864

Terug te geven/ na te heffen

-423

1.127

Correctie 6 terug te geven over 2015 € 423 en na te heffen over 2016 € 1.127.

Correctie 7 OB na te heffen 2014, 2015, 2016 en 2017 € 9.111 per jaar.

Oordeel van de Rechtbank

Omschrijving geschil in hoger beroep en conclusies van partijen

Beoordeling van het hoger beroep

Proceskosten en griffierecht

Beslissing