Home

Gerechtshof Den Haag, 24-03-2022, ECLI:NL:GHDHA:2022:526, BK-21/00795, BK-21/00796, BK-21/01221 en BK-21/01222

Gerechtshof Den Haag, 24-03-2022, ECLI:NL:GHDHA:2022:526, BK-21/00795, BK-21/00796, BK-21/01221 en BK-21/01222

Gegevens

Instantie
Gerechtshof Den Haag
Datum uitspraak
24 maart 2022
Datum publicatie
3 mei 2022
ECLI
ECLI:NL:GHDHA:2022:526
Zaaknummer
BK-21/00795, BK-21/00796, BK-21/01221 en BK-21/01222

Inhoudsindicatie

Art. 6.32 en 6.39, lid 1, Wet IB 2001. Art. 67e Awr.

Belanghebbende heeft in haar aangiften IB/PVV 2011, 2012, 2013 en 2014 giften aan een instelling opgevoerd als aftrekpost. De Inspecteur heeft de giften in aftrek toegestaan. Vervolgens heeft de Inspecteur naar aanleiding van de uitkomsten van een FIOD-onderzoek bewijsstukken van de giftenaftrek voor de jaren 2012, 2013 en 2014 opgevraagd en zijn van de zijde van belanghebbende giftkwitanties overgelegd voor die jaren. De Inspecteur heeft de aftrek teruggenomen met de opgelegde navorderingsaanslagen en voor de jaren 2012, 2013 en 2014 vergrijpboetes opgelegd. Het Hof oordeelt dat belanghebbende met de giftkwitanties niet aannemelijk heeft gemaakt dat zij daadwerkelijk giften aan de instelling heeft gedaan. Ten aanzien van de vergrijpboetes oordeelt het Hof dat de Inspecteur aannemelijk heeft gemaakt dat belanghebbende ten tijde van het doen van de aangiften zich er van bewust is geweest dat de aangiften voor wat betreft de giftenaftrek onjuist waren. De boetes van 75% zijn passend en geboden. Wel vermindert het Hof de navorderingsaanslagen, beschikkingen belastingrente en boetebeschikkingen voor de jaren 2013 en 2014, conform het reeds in beroep door de Inspecteur ingenomen standpunt, nog met de giftenaftrek aan een andere stichting waarmee abusievelijk geen rekening is gehouden bij de vaststelling van die navorderingsaanslagen en beschikkingen.

Uitspraak

Team Belastingrecht

meervoudige kamer

nummers BK-21/00795, BK-21/00796, BK-21/01221 en BK-21-01222

in het geding tussen:

(gemachtigde: M.A. Daldal)

en

(vertegenwoordigers: […] en […] )

op het hoger beroep van de Inspecteur en het incidenteel hoger beroep van belanghebbende tegen de uitspraak van de Rechtbank Den Haag (de Rechtbank) van 23 juli 2021, nummers SGR 20/2716, SGR 20/2717, SGR 20/2718 en SGR 20/2719.

Procesverloop

Jaar 2011 – BK-21/01221

1.1.1.

Aan belanghebbende is over het jaar 2011 een navorderingsaanslag

in de inkomstenbelasting/premie volksverzekeringen (IB/PVV) opgelegd naar een belastbaar inkomen uit werk en woning van € 36.135. Bij gelijktijdig gegeven beschikking is € 325 heffingsrente in rekening gebracht.

1.1.2.

Bij uitspraak op bezwaar heeft de Inspecteur belanghebbendes bezwaren tegen de navorderingsaanslag en de beschikking afgewezen.

Jaar 2012 – BK-21/00795

1.2.1.

Aan belanghebbende is over het jaar 2012 een navorderingsaanslag IB/PVV opgelegd naar een belastbaar inkomen uit werk en woning van € 41.786. Bij gelijktijdig gegeven beschikkingen is € 278 belastingrente in rekening gebracht en is een vergrijpboete opgelegd van € 1.125.

1.2.2.

Bij uitspraak op bezwaar heeft de Inspecteur belanghebbendes bezwaren tegen de navorderingsaanslag en de beschikkingen afgewezen.

Jaar 2013 – BK-21/00796

1.3.1.

Aan belanghebbende is over het jaar 2013 een navorderingsaanslag IB/PVV opgelegd naar een belastbaar inkomen uit werk en woning van € 37.688. Bij gelijktijdig gegeven beschikkingen is € 243 belastingrente in rekening gebracht en is een vergrijpboete opgelegd van € 1.360.

1.3.2.

Bij uitspraak op bezwaar heeft de Inspecteur belanghebbendes bezwaren tegen de navorderingsaanslag en de beschikkingen afgewezen.

Jaar 2014 – BK-21/01222

1.4.1.

Aan belanghebbende is over het jaar 2014 een navorderingsaanslag in de inkomstenbelasting/premie volksverzekeringen (IB/PVV) opgelegd naar een belastbaar inkomen uit werk en woning van € 38.628. Bij gelijktijdig gegeven beschikkingen is € 181 belastingrente in rekening gebracht en is een vergrijpboete opgelegd van € 1.202.

1.4.2.

Bij uitspraak op bezwaar heeft de Inspecteur belanghebbendes bezwaren tegen de navorderingsaanslag en de beschikkingen afgewezen.

1.5.

Belanghebbende heeft tegen de uitspraken op bezwaar beroep bij de Rechtbank Noord-Holland ingesteld. Rechtbank Noord-Holland heeft de zaak voor verdere behandeling en beslissing verwezen naar de Rechtbank Den Haag. De beslissing van de Rechtbank luidt, waarbij belanghebbende is aangeduid als eiseres en de Inspecteur als verweerder:

"De rechtbank:

- verklaart de beroepen met zaaknummers SGR 20/2717 (2012) en SGR 20/2718 (2013) gegrond;

- vernietigt de uitspraken op bezwaar voor de jaren 2012 en 2013 voor zover die betrekking hebben op de boetebeschikkingen;

- vernietigt de boetebeschikkingen voor de jaren 2012 en 2013 en bepaalt dat deze uitspraak in zoverre in de plaats treedt van de vernietigde delen van de uitspraken op bezwaar;

- verklaart de beroepen met zaaknummers SGR 20/2716 (2011) en SGR 20/2719 (2014) ongegrond;

- veroordeelt verweerder in de proceskosten van eiseres tot een bedrag van € 1.761;

- draagt verweerder op het betaalde griffierecht van € 47 aan eiseres te vergoeden."

1.6.

De Inspecteur heeft tegen de uitspraak van de Rechtbank hoger beroep ingesteld bij het Hof. Belanghebbende heeft een verweerschrift ingediend en heeft daarbij tevens incidenteel hoger beroep ingesteld. De Inspecteur heeft schriftelijk zijn zienswijze omtrent het incidenteel ingestelde hoger beroep naar voren gebracht.

1.7.

Een onderzoek ter zitting van de zaak heeft niet plaatsgehad. Het Hof heeft partijen medegedeeld voornemens te zijn zonder onderzoek ter zitting uitspraak te doen. Partijen hebben het Hof, desgevraagd, niet binnen de daartoe gestelde termijn, medegedeeld een mondelinge behandeling te willen.

Vaststaande feiten

Jaar 2011

2.1.1.

Belanghebbende, gehuwd met [A] , heeft in de aangifte IB/PVV 2011 de volgende giften opgevoerd:

Omschrijving

bedrag

[stichting 1]

€ 3.000

[stichting 1]

€ 2.000

Totaal giften

€ 5.000

Drempel

€ 361

Totaal aftrekbare giften

€ 3.614

Het gehele bedrag aan aftrekbare giften is in de aangifte aan belanghebbende toegerekend.

2.1.2.

De Inspecteur heeft de aanslag IB/PVV 2011 met dagtekening 30 augustus 2012 vastgesteld overeenkomstig de ingediende aangifte naar een belastbaar inkomen uit werk en woning van € 32.521.

Jaar 2012

2.2.1.

Belanghebbende heeft in de aangifte IB/PVV 2012 de volgende giften opgevoerd:

Omschrijving

bedrag

[stichting 2]

€ 225

[stichting 1]

€ 1.000

[stichting 1]

€ 3.000

Totaal giften

€ 4.225

Drempel

€ 417

Totaal aftrekbare giften

€ 3.808

Het gehele bedrag aan aftrekbare giften is in de aangifte aan belanghebbende toegerekend.

2.2.2.

De Inspecteur heeft de aanslag IB/PVV 2012 met dagtekening 7 januari 2015 vastgesteld overeenkomstig de ingediende aangifte naar een belastbaar inkomen uit werk en woning van € 37.978.

Jaar 2013

2.3.1.

Belanghebbende heeft in de aangifte IB/PVV 2013 de volgende giften opgevoerd:

Omschrijving

bedrag

[stichting 2]

€ 540

[stichting 1]

€ 1.000

[stichting 1]

€ 3.000

Totaal giften

€ 4.540

Drempel

€ 458

Totaal aftrekbare giften

€ 4.082

Het gehele bedrag aan aftrekbare giften is in de aangifte aan belanghebbende toegerekend.

2.3.2.

De Inspecteur heeft de aanslag IB/PVV 2013 met dagtekening 8 mei 2015 vastgesteld overeenkomstig de ingediende aangifte naar een belastbaar inkomen uit werk en woning van € 33.606.

Jaar 2014

2.4.1.

Belanghebbende heeft in de aangifte IB/PVV 2014 de volgende giften opgevoerd:

Omschrijving

bedrag

[stichting 2]

€ 540

[stichting 1]

€ 1.000

[stichting 1]

€ 3.000

Totaal giften

€ 4.540

Drempel

€ 482

Totaal aftrekbare giften

€ 4.058

Het gehele bedrag aan aftrekbare giften is in de aangifte aan belanghebbende toegerekend.

2.4.2.

De Inspecteur heeft de aanslag IB/PVV 2014 met dagtekening 4 september 2015 vastgesteld overeenkomstig de ingediende aangifte naar een belastbaar inkomen uit werk en woning van € 34.570.

Alle jaren

2.5.

De [stichting 1] stond in de betreffende jaren geregistreerd als Algemeen Nut Beogende Instelling (ANBI).

2.6.1.

De Belastingdienst is in 2013 een onderzoek gestart naar de houdbaarheid van de ANBI-status van de [stichting 1] . Daaruit bleek ten aanzien van het jaar 2012 dat belastingplichtigen gezamenlijk voor ten minste een bedrag van € 3.000.000 aan giften aan de [stichting 1] in aftrek hadden gebracht terwijl in de jaarstukken van de [stichting 1] voor dat jaar een bedrag van € 591.210 aan ontvangen giften was verantwoord. Voorts bleek dat de [stichting 1] in het jaar 2012 meer kwitanties (in totaal 2.500) had uitgeschreven dan zij in haar administratie had verantwoord (531) en dat de [stichting 1] in de jaarstukken voor 2013 een bedrag van € 88.564 aan ontvangen donaties had verwerkt terwijl in aangiften IB/PVV van diverse belastingplichtigen in totaal € 3.445.808 aan giften aan de [stichting 1] was aangegeven. Van dit onderzoek is een rapport opgemaakt dat is gedagtekend 17 mei 2016.

2.6.2.

Omdat de administratie van de [stichting 1] ernstige gebreken vertoonde is de ANBI-status van de [stichting 1] op 6 januari 2014 ingetrokken met terugwerkende kracht tot 1 januari 2008.

2.6.3.

In januari 2015 is de FIOD gestart met strafrechtelijke onderzoeken naar het gebruik van valse giftkwitanties bij drie andere ANBI-instellingen dan de [stichting 1] ( [FIOD-onderzoek 1] en [FIOD-onderzoek 2] ). Uit die onderzoeken bleek dat diverse belastingplichtigen die giften aan voormelde instanties in de aangiften hadden opgenomen ook giften aan de [stichting 1] hadden opgenomen in hun aangiften.

2.7.1.

Voormelde bevindingen (2.6.1 en 2.6.3) zijn aanleiding geweest voor de FIOD om op 17 september 2015 een strafrechtelijk onderzoek te starten naar de [stichting 1] en haar

bestuurders in verband met het opmaken van valse giftkwitanties en/of donatieverklaringen van de [stichting 1] en het gebruik hiervan bij het doen van aangiften IB/PVV ( [FIOD-onderzoek 3] ).

2.7.2.

De bevindingen uit het strafrechtelijk onderzoek [FIOD-onderzoek 3] zijn door de FIOD opgenomen in een proces-verbaal, met dossiernummer 57425. De officier van justitie heeft op 16 maart 2017 toestemming verleend de bevindingen uit het FIOD-onderzoek te gebruiken voor fiscale doeleinden. De resultaten van het onderzoek zijn op 23 april 2018 ter beschikking gesteld aan de Belastingdienst/kantoor Den Haag. Het (geanonimiseerde) proces-verbaal met bijlagen is door de Inspecteur verstrekt op een CD-rom (het FIOD-rapport).

2.7.3.

Belanghebbende is in voormeld onderzoek ( [FIOD-onderzoek 3] ) niet als verdachte aangemerkt noch is zij als getuige gehoord.

2.8.

In het FIOD-rapport zijn proces-verbalen van verhoor van verdachten opgenomen uit de strafrechtelijke onderzoeken [FIOD-onderzoek 1] en [FIOD-onderzoek 2] . De verdachten hebben onder andere verklaringen afgelegd over de handel in giftkwitanties bij de [stichting 1] .

2.8.1.

Het FIOD-rapport bevat een "proces-verbaal van verhoor verdachte" uit het onderzoek [FIOD-onderzoek 1] (blz. 2040 e.v.) De verdachte heeft, onder meer verklaard:

"[…] is belastingadviseur en hij werkt samen met de [stichting 1] met betrekking tot het kopen van kwitanties. Hij koopt de kwitanties in voor 10% en verkoopt ze voor 12 tot 15% aan zijn klanten zodat zij dit kunnen aftrekken van de belasting."

2.8.2.

Het FIOD-rapport bevat een "proces-verbaal van verhoor verdachte" uit het onderzoek [FIOD-onderzoek 2] (blz. 2140 e.v.). De verdachte heeft, onder meer verklaard:

"Ik ga u alles vertellen in 2011, 2012 en 2013 heb ik kwitanties gekocht bij [stichting 1] . Dit was niet voor 10% maar voor 15% of zelfs 20% procent weet ik niet meer zeker. Het zijn allemaal oplichters van die stichtingen. Ze stoppen alles in de eigen zak en melden niets aan de Belastingdienst. In 2011 heb ik geld betaald aan [de bestuurder/directeur] van de [stichting 1] . In 2012 en 2013 heb ik geld betaald aan [de penningmeester] van de [stichting 1] . De door mij overgelegde kwitanties over het jaar 2013 van de [stichting 1] heb ik van die [penningmeester] gekregen. Dit geld heb ik op de [adres] in [vestigingsplaats] betaald. De kwitanties heeft [de penningmeester] mij op het adres aan de [adres] waar de [stichting 1] is gevestigd gegeven."

2.8.3.

Het FIOD-rapport bevat een "proces-verbaal van verhoor verdachte" uit het onderzoek [FIOD-onderzoek 3] (blz. 1900 e.v.). Het proces-verbaal vermeldt, voor zover van belang:

"Opmerking verbalisanten: Uit onderzoek is naar voren gekomen dat uw aangiften inkomstenbelasting over de jaren 2010 tot en met 2013 zijn ingediend vanaf het IP-adres van de [stichting 1] .

Vraag verbalisanten: Wie heeft uw aangiften inkomstenbelasting over de jaren 2010 tot en met 2013 ingevuld en ingediend bij de Belastingdienst?

Antwoord gehoorde:

"Omdat ik slecht Nederlands spreek, ben ik door diverse mensen geadviseerd om naar de [stichting 1] te gaan. Ik ging naar de [stichting 1] om mijn aangiften in te laten vullen.

(…)

Vraag verbalisanten: Wie heeft de aangifte Inkomstenbelasting 2011 op uw naam bij de Belastingdienst ingevuld en ingediend?

Antwoord gehoorde:

"Ik ben eerlijk, maar toen ik daar kwam waren het elke keer andere mensen. Er waren allemaal kleine hokjes en daar werd het ingevuld. Ik ben daar gewoon naartoe gegaan, maar ik ken daar helemaal niemand. Ik kan dus niet zeggen wie dat voor mij ingevuld heeft. Op de dag dat ik mijn aangifte liet invullen, kreeg ik de twee kwitanties die ik u zojuist heb overhandigd. De data op de kwitanties hebben zij van de [stichting 1] erop gezet. Ik heb in ieder geval niet op die data betaald. Ik heb in één keer € 300 of zo betaald. Ik weet niet meer precies hoeveel ik heb betaald maar ik dacht iets van 12 of 15% van € 2.500. Ik heb mijn DigiD code en wachtwoord aan de medewerker van de [stichting 1] gegeven en die heeft vervolgens mijn aangifte ingediend. Dat ging elk jaar zo."

(…)

Vraag verbalisanten: In uw aangifte inkomstenbelasting 2012 staat in het onderdeel 'giften' een bedrag van € 2.500. Wat kunt u hierover verklaren?

Antwoord gehoorde:

"Daarvoor geldt hetzelfde als het jaar 2011. Ik denk dat ik daar ook ongeveer € 300 voor betaald heb."

(…)

Opmerking verbalisanten: Op de kwitanties over 2012 staan de data 10-03-2012 en 15112012. Uw aangifte inkomstenbelasting 2012 is gedaan op 9 maart 2013.

Vraag verbalisanten: Heeft u de kwitanties op dezelfde dag dat uw aangifte is gedaan, ontvangen?

Antwoord gehoorde:

"Ja."

(…)

Vraag verbalisanten: In uw aangifte inkomstenbelasting 2013 staat in het onderdeel ‘giften’ een bedrag van € 2.500. Wat kunt u hierover verklaren?

Antwoord gehoorde:

“Ook hier heb ik maar € 300 of € 350 voor betaald."

Opmerking verbalisanten: Op de kwitanties over 2013 staan de data 23-02-2013 en 24052013. Uw aangifte inkomstenbelasting 2013 is gedaan op 26 februari 2014.

Vraag verbalisanten: Heeft u de kwitanties op dezelfde dag dat uw aangifte is gedaan, ontvangen?

Antwoord gehoorde:

"Ja."

2.9.

Het FIOD-rapport bevat een proces-verbaal van een opsporingsambtenaar van de FIOD betreffende "aangetroffen belastingaangiften en correspondentie op de PC van de [stichting 1] " (blz. 930 e.v.). Het proces-verbaal vermeldt onder meer:

"Resumé

Op grond van de volgende feiten en omstandigheden, te weten dat:

(…)

 […] zijn aangifte inkomstenbelasting 2013 voor € 50 in heeft laten vullen door/bij de [stichting 1] ;

 In de aangifte inkomstenbelasting 2013 op naam van […] een gift is opgenomen van € 3.000;

 […] € 300, ofwel 10%, heeft betaald voor de giftkwitantie, wat overeenkomt met de verklaring van [de penningmeester];

 De aangifte inkomstenbelasting 2013 op naam van […] vermoedelijk opzettelijk onjuist is ingediend;

 De aangifte inkomstenbelasting 2014 op naam van […] die bij de Belastingdienst is ingediend, is verzonden vanaf één van de computers van de [stichting 1] ;

 In de aangifte inkomstenbelasting 2014 op naam van […] een gift is opgenomen van €1.000;

 […] € 100, ofwel 10%, heeft betaald voor de giftkwitantie, wat overeenkomt met de verklaring van [de penningmeester];

 De kwitantie op naam van […] met nummer [xxx] gelet op de verklaring van [de penningmeester] vermoedelijk valselijk is opgemaakt;

 De aangifte inkomstenbelasting 2014 op naam van […] vermoedelijk opzettelijk onjuist is gedaan;

(…)"

2.10.

Het FIOD-rapport bevat een proces-verbaal van een opsporingsambtenaar van de FIOD betreffende "onderzoek in administratie [stichting 1] " (blz. 747 e.v.). Het proces-verbaal vermeldt onder meer:

"In verband met dit onderzoek heeft op 13 december 2016 een doorzoeking plaatsgevonden op het adres van de [stichting 1] , waarbij diverse administratie in beslag is genomen. Ik heb verhuisdoos 1 met boekingsnummer C.22.02.01 van object C van totaal 21 dozen nader onderzocht.

(…)

Resumé

Vergelijking donaties 2014 met voorliggende Jaren

Oordeel van de Rechtbank

Omschrijving geschil in hoger beroep en conclusies van partijen

Beoordeling van het hoger beroep

Proceskosten