Home

Gerechtshof Den Haag, 26-07-2023, ECLI:NL:GHDHA:2023:1919, BK-22/00808

Gerechtshof Den Haag, 26-07-2023, ECLI:NL:GHDHA:2023:1919, BK-22/00808

Gegevens

Instantie
Gerechtshof Den Haag
Datum uitspraak
26 juli 2023
Datum publicatie
23 oktober 2023
ECLI
ECLI:NL:GHDHA:2023:1919
Zaaknummer
BK-22/00808
Relevante informatie
Art. 12a Wet LB, Art. 8:42 Awb

Inhoudsindicatie

Artikel 12a Wet LB 1964; gebruikelijk loon. Aannemelijk dat belanghebbende werkzaamheden heeft verricht voor de vennootschap waarvan hij directeur en enig aandeelhouder is. Loon terecht gecorrigeerd tot normbedrag van € 45.000. Registratie in FSV leidt niet tot vernietiging of vermindering aanslag.

Uitspraak

Team Belastingrecht

meervoudige kamer

nummer BK-22/00808

in het geding tussen:

(gemachtigde: T. Khidous)

en

(vertegenwoordiger: […] )

op het hoger beroep van belanghebbende tegen de uitspraak van de Rechtbank Den Haag (de Rechtbank) van 18 juli 2022, nummer SGR 21/3928.

Procesverloop

1.1.

Aan belanghebbende is voor het jaar 2017 een aanslag in de inkomstenbelasting en de premie volksverzekeringen (IB/PVV) opgelegd naar een belastbaar inkomen uit werk en woning van € 85.687 (de aanslag 2017). Bij gelijktijdig gegeven beschikkingen is een vergrijpboete van € 13.972 opgelegd en is belastingrente in rekening gebracht.

1.2.

Bij uitspraak op bezwaar heeft de Inspecteur belanghebbendes bezwaar afgewezen.

1.3.

Belanghebbende heeft tegen de uitspraak op bezwaar beroep bij de Rechtbank ingesteld. Ter zake van dit beroep is € 49 griffierecht geheven. De beslissing van de Rechtbank luidt, waarbij belanghebbende is aangeduid als eiser en de Inspecteur als verweerder:

“De rechtbank:

- verklaart het beroep gegrond;

- handhaaft de uitspraak op bezwaar voor zover deze betrekking heeft op de aanslag IB/PVV 2017 en de daarbij vastgestelde beschikking belastingrente;

- vernietigt de uitspraak op bezwaar voor zover deze betrekking heeft op de boetebeschikking;

- vernietigt de boetebeschikking;

- veroordeeld verweerder in de proceskosten van eiser tot een bedrag van € 1.787;

- draagt verweerder op het betaalde griffierecht van € 49 aan eiser te vergoeden.”

1.4.

Belanghebbende heeft tegen de uitspraak van de Rechtbank hoger beroep ingesteld bij het Hof. Er is een griffierecht geheven van € 136. De Inspecteur heeft een verweerschrift ingediend.

1.5.1.

Belanghebbende heeft op 13 juni 2023 per e-mail een pleitnota ingediend.

1.5.2.

De mondelinge behandeling van de zaak heeft plaatsgehad ter zitting van het Hof van 14 juni 2023. Partijen zijn verschenen. Van het verhandelde ter zitting is door de griffier een proces-verbaal opgemaakt.

Feiten

2.1.1.

Belanghebbende hield in 2017 100% van de aandelen in de volgende vennootschappen:

-

[B.V. 1] ;

-

[B.V. 2] (Holding BV);

-

[B.V. 3] ;

-

[B.V. 4] ; en

-

[B.V. 5] (Uitzendbureau BV).

Tevens was belanghebbende bij de Kamer van Koophandel ingeschreven als enig bestuurder van bovenstaande vennootschappen.

2.1.2.

Belanghebbende was in de periode van 1 januari 2017 tot 18 april 2017 ook enig aandeelhouder en bestuurder van [B.V. 6]

2.2.1.

Holding BV hield in 2017 100% van de aandelen in de volgende vennootschappen:

-

[B.V. 7] ;

-

[B.V. 8] ; en

-

[B.V. 9]

Holding BV was bestuurder van [B.V. 7] en [B.V. 8] en belanghebbende was bestuurder van [B.V. 9]

2.2.2.

Holding BV en Uitzendbureau BV hebben over het tijdvak 1 januari 2017 tot en met 31 december 2017 aangiften omzetbelasting ingediend waarbij bedragen van € 82.976 respectievelijk € 928.651 aan omzet zijn verantwoord.

2.2.3.

Volgens de aangiften omzetbelasting over het tijdvak 1 januari 2017 tot en met 31 december 2017 hebben de in 2.2.1 vermelde vennootschappen de volgende omzet verantwoord:

[B.V. 7]

€ 44.852

[B.V. 8]

€ 245.368

[B.V. 9]

€ 166.943

2.3.

Uitzendbureau BV heeft in 2017 loon betaald aan meerdere werknemers. Volgens de aangiften loonheffingen over het tijdvak 1 januari 2017 tot en met 31 december 2017 bedroeg het loon in totaal € 230.924.

2.4.

Belanghebbende heeft op 31 maart 2018 voor het jaar 2017 een aangifte IB/PVV ingediend naar een belastbaar inkomen uit werk en woning van € 31.527, bestaande uit looninkomsten van Holding BV (€ 35.840) en negatieve inkomsten uit eigen woning (€ 4.313).

2.5.1.

De Inspecteur heeft bij brief van 17 november 2020 aangekondigd dat hij zal afwijken van de ingediende aangifte IB/PVV voor het jaar 2017. In die brief is, voor zover van belang, het volgende opgenomen:

“1. Afwijking per onderdeel van de aangifte

Inkomen uit werk en woning (box 1)

Belastbaar inkomen uit werk en woning (box 1)

Oordeel van de Rechtbank

Geschil in hoger beroep en conclusies van partijen

Beoordeling van het hoger beroep

Proceskosten

Beslissing