Home

Gerechtshof Den Haag, 12-12-2024, ECLI:NL:GHDHA:2024:2599, BK-24/290

Gerechtshof Den Haag, 12-12-2024, ECLI:NL:GHDHA:2024:2599, BK-24/290

cassatie ingesteld (rolnr HR: 25/00860)

Gegevens

Instantie
Gerechtshof Den Haag
Datum uitspraak
12 december 2024
Datum publicatie
18 februari 2025
ECLI
ECLI:NL:GHDHA:2024:2599
Zaaknummer
BK-24/290
Relevante informatie
Art. 23 Wet MRB

Inhoudsindicatie

Artikel 23 Wet op de motorrijtuigenbelasting 1994 (mrb). Voor de auto van belanghebbende is fijnstoftoeslag motorrijtuigenbelasting verschuldigd.

Uitspraak

Team Belastingrecht

meervoudige kamer

nummer BK-24/290

in het geding tussen:

en

(vertegenwoordiger: […] )

op het hoger beroep van belanghebbende tegen de uitspraak van de Rechtbank Den Haag (de Rechtbank) van 7 februari 2024, nummer SGR 23/1408.

Procesverloop

1.1.

Aan belanghebbende is een naheffingsaanslag fijnstoftoeslag motorrijtuigenbelasting opgelegd ten bedrage van € 33 voor het tijdvak 5 augustus 2022 tot en met 4 november 2022 (de naheffingsaanslag).

1.2.

Bij uitspraak op bezwaar heeft de Inspecteur het bezwaar tegen de naheffingsaanslag ongegrond verklaard.

1.3.

Belanghebbende heeft tegen de uitspraak op bezwaar beroep ingesteld bij de Rechtbank. Ter zake hiervan is een griffierecht van € 50 geheven. De Rechtbank heeft het beroep ongegrond verklaard.

1.4.

Belanghebbende is van de uitspraak van de Rechtbank in hoger beroep gekomen bij het Hof. Ter zake hiervan is een griffierecht van € 138 geheven. De Inspecteur heeft een verweerschrift ingediend. Belanghebbende heeft op 22 oktober 2024 en op 30 oktober 2024 nadere stukken ingediend.

1.5.

De mondelinge behandeling van het hoger beroep heeft plaatsgehad ter zitting van het Hof van 31 oktober 2024. Partijen zijn verschenen. Ter zitting zijn ook de zaken met de nummers BK-24/569, BK-24/572, BK-24/575 en BK-24/580 behandeld. Hetgeen in de ene zaak is aangevoerd en overgelegd wordt geacht te zijn aangevoerd en overgelegd in de andere zaken, tenzij hetgeen is aangevoerd en overgelegd uitsluitend op die ene zaak betrekking heeft. Belanghebbende heeft ter zitting een pleitnota overgelegd. Van het verhandelde ter zitting is één proces-verbaal opgemaakt.

Feiten

2.1.

Belanghebbende is vanaf 24 november 2004 houder van een motorrijtuig van het merk Volkswagen, type Golf met het kenteken [kenteken] (de auto). De datum eerste toelating van de auto is 5 februari 1990. Voor de auto is in het kentekenregister geen waarde fijnstofuitstoot geregistreerd.

2.2.

De RDW heeft belanghebbende bij brief van 28 februari 2020 onder meer het volgende meegedeeld:

”Onlangs ontving ik uw brief van 6 februari 2020 via de Belastingdienst. Zoals u in de brief die u van de Belastingdienst heeft kunnen lezen, komt u in aanmerking voor de fijnstoftoeslag mrb omdat er geen waarde bij de uitstoot deeltjes bij uw voertuig geregistreerd is.

Roetmeting APK

Tijdens de roetmeting bij een APK keuringsstation wordt de opaciteit (Hof: lichtondoorlatendheid) gemeten van de uitlaatgassen van een Dieselvoertuig. Met een zogenaamde opaciteitsmeter (roetmeter) kan niet bepaald worden of het voertuig meer of minder dan 0,005gr/km uitstoot heeft. Omdat deze meting niet nauwkeurig genoeg is wordt naast deze meting bij de APK nog gekeken (visueel) of er wel een roetfilter aanwezig is als er geregistreerd staat dat de uitstoot < 0.005 is. Het is n.l. onmogelijk om aan een waarde

van < 0.005gr/km te komen zonder een Af-fabriek roetfilter.

Ik hoop u hiermee voldoende te hebben geïnformeerd.”

2.3.

In het kader van een APK-keuring is op 25 mei 2020 een roetwaardemeting uitgevoerd waaruit een roetwaarde van 1.7/m blijkt.

2.4.

De Inspecteur heeft op 3 augustus 2022 een rekening aan belanghebbende gestuurd voor het betalen van de fijnstoftoeslag motorrijtuigenbelasting. De rekening ziet op het tijdvak 5 augustus 2022 tot en met 4 november 2022. Bij uitblijven van betaling heeft de Inspecteur op 26 september 2022 een naheffingsaanslag fijnstoftoeslag motorrijtuigenbelasting opgelegd.

Oordeel van de Rechtbank

Geschil in hoger beroep en conclusies van partijen

Beoordeling van het hoger beroep

Proceskosten

Beslissing