Home

Gerechtshof Den Haag, 18-03-2025, ECLI:NL:GHDHA:2025:713, BK-24/704 t/m BK-24/707

Gerechtshof Den Haag, 18-03-2025, ECLI:NL:GHDHA:2025:713, BK-24/704 t/m BK-24/707

Gegevens

Instantie
Gerechtshof Den Haag
Datum uitspraak
18 maart 2025
Datum publicatie
12 mei 2025
ECLI
ECLI:NL:GHDHA:2025:713
Formele relaties
Zaaknummer
BK-24/704 t/m BK-24/707
Relevante informatie
Art. 9.6 Wet IB 2001, Art. 45aa Uitv reg IB 2001, Art. 7:1a Awb, Art. 25e AWR, Art. 1 EP EVRM

Inhoudsindicatie

Aanslagen IB/PVV. Betaling griffierecht. Ontvankelijkheid bezwaar en verzoeken om ambtshalve vermindering. Procesbevoegdheid Inspecteur.

Uitspraak

Team Belastingrecht

meervoudige kamer

nummers BK-24/704 t/m BK-24/707

in het geding tussen:

en

(vertegenwoordiger: [A] )

op het hoger beroep van belanghebbende tegen de uitspraak van de Rechtbank Den Haag (de Rechtbank) van 24 juni 2024, nummers SGR 23/3194, SGR 23/3196, SGR 23/3197 en SGR 22/3198.

Procesverloop

Belastingjaar 2013 (BK-24/1414)

1.1.1.

De Inspecteur heeft aan belanghebbende voor het jaar 2013 een aanslag inkomstenbelasting en premie volksverzekeringen (IB/PVV) opgelegd (de aanslag 2013). Bij gelijktijdig gegeven beschikking is € 19 belastingrente in rekening gebracht.

1.1.2.

Bij uitspraak op bezwaar heeft de Inspecteur het bezwaar tegen de aanslag 2013 niet-ontvankelijk verklaard en het bezwaar aangemerkt als verzoek om ambtshalve vermindering. De Inspecteur heeft dit verzoek afgewezen.

Belastingjaar 2014 (BK-24/1415)

1.2.

De Inspecteur heeft aan belanghebbende voor het jaar 2014 een aanslag IB/PVV opgelegd (de aanslag 2014).

Belastingjaar 2015 (BK-24/1416)

1.3.

De Inspecteur heeft aan belanghebbende voor het jaar 2015 een aanslag IB/PVV opgelegd (de aanslag 2015). Bij gelijktijdig gegeven beschikking is € 4 belastingrente in rekening gebracht.

Belastingjaar 2016 (BK-24/1417)

1.4.

De Inspecteur heeft aan belanghebbende voor het jaar 2016 een aanslag IB/PVV opgelegd (de aanslag 2016). Bij gelijktijdig gegeven beschikking is € 13 belastingrente in rekening gebracht.

Alle zaken

1.5.

Bij uitspraken op bezwaar heeft de Inspecteur het bezwaar tegen de in 1.1.1 t/m 1.4 genoemde aanslagen (de aanslagen) niet-ontvankelijk verklaard en het bezwaar aangemerkt als verzoek om ambtshalve vermindering. De Inspecteur heeft dit verzoek afgewezen.

1.6.

Belanghebbende heeft tegen de uitspraken op bezwaar beroep bij de Rechtbank ingesteld. Ter zake van alle zaken is een griffierecht van € 50 geheven. De beslissing van de Rechtbank luidt als volgt:

“De rechtbank:

-

verklaart de beroepen met zaaknummers SGR 23/3194 [aanslag 2013] en SGR 23/3197 [aanslag 2014] voor zover gericht tegen de uitspraken op bezwaar van respectievelijk 1 december 2015 en 19 juli 2019 niet-ontvankelijk en voor zover betrekking hebbend op de ambtshalve verminderingen ongegrond;

-

verklaart de beroepen met zaaknummers SGR 23/3196 [aanslag 2015] en SGR 23/3198 [aanslag 2016] ongegrond.”

1.7.

Belanghebbende heeft tegen de uitspraak van de Rechtbank hoger beroep ingesteld. Ter zake hiervan is een griffierecht van € 138 geheven. De Inspecteur heeft een verweerschrift ingediend. Belanghebbende heeft nadere stukken ingediend, ingekomen bij het Hof op 4 januari 2025.

1.8.

De mondelinge behandeling van de zaken heeft plaatsgehad ter zitting van 15 januari 2025. Partijen zijn verschenen. De zaak is gelijktijdig behandeld met de zaken met zaaknummers BK-24/708 tot en met BK-24/711. Wat in de ene zaak is aangevoerd, geldt tevens als te zijn aangevoerd in de andere zaken. Van het verhandelde ter zitting is een proces-verbaal opgemaakt.

Feiten

2.

2.1.

De Inspecteur heeft het bezwaar tegen de aanslag 2013 bij uitspraak op bezwaar van 1 december 2015 niet-ontvankelijk verklaard, omdat het te laat is ingediend. Gelijktijdig heeft de Inspecteur het bezwaar als verzoek om ambtshalve vermindering aangemerkt en op inhoudelijke gronden afgewezen.

2.2.

De Inspecteur heeft belanghebbende bij brief van 6 december 2016 geïnformeerd dat zijn bezwaar tegen de aanslag 2015 wordt meegenomen in de massaalbezwaarprocedure zoals bedoeld in het Besluit aanwijzing massaal bezwaar van 26 juni 2015, Staatscourant 30 juni 2015 nr. 18400, nr. BLKB2015/903M, en dat de afhandeling wordt aangehouden totdat de Hoge Raad hierover heeft geoordeeld.

2.3.

De Inspecteur heeft op 19 juli 2019 een collectieve uitspraak op bezwaar gedaan (Staatscourant 19 juli 2019, nr. 2019-112145), waarin de bezwaarschriften waarvoor de aanwijzing geldt zijn afgewezen. Hieronder valt ook het bezwaar van belanghebbende tegen de aanslag 2015.

2.4.

De Inspecteur heeft belanghebbendes brief met dagtekening 27 januari 2022 aangemerkt als een bezwaar tegen alle aanslagen. De Inspecteur heeft de bezwaren bij uitspraak op bezwaar van 27 april 2023 niet-ontvankelijk verklaard, omdat deze te laat zijn ingediend. De Inspecteur heeft de brief aangemerkt als verzoeken om ambtshalve vermindering van de aanslagen en deze afgewezen, omdat deze buiten de vijfjaarstermijn zijn ingediend.

2.5.

Tot de gedingstukken behoort een afschrift uit het Centraal bevoegdhedenregister met dagtekening 14 maart 2024. In het afschrift is onder meer het volgende opgenomen:

Medewerker: mr. [A]

Dienstonderdeel: Belastingdienst Belastingen

Peildatum: 14.03.2024

Bevoegdheids ID

Bevoegdheid

Omschrijving

Geldig van

Geldig tot

MB INSPECTEUR

Inspecteur

De ambtenaren van de Belastingdienst aan wie op grond van een (mandaat) besluit mandaat is verleend om de bevoegdheden van inspecteur uit te oefenen.

05.02.2019

MACHTIGING FP

Procederen fiscaal inspecteur

De ambtenaren van de Belastingdienst aan wie op grond van een besluit machtiging is verleend om voor de rechtbank en gerechtshof in fiscaalrechtelijke procedures op te treden namens de inspecteur.

19.11.2020

(…)

Medewerker: mr. [B]

Oordeel van de Rechtbank

Omschrijving geschil in hoger beroep en conclusies van partijen

Beoordeling van het hoger beroep

Proceskosten

Beslissing