Home

Gerechtshof Leeuwarden, 11-01-2011, BP2263, 24-000569-10

Gerechtshof Leeuwarden, 11-01-2011, BP2263, 24-000569-10

Gegevens

Instantie
Gerechtshof Leeuwarden
Datum uitspraak
11 januari 2011
Datum publicatie
27 januari 2011
ECLI
ECLI:NL:GHLEE:2011:BP2263
Zaaknummer
24-000569-10

Inhoudsindicatie

Verdachte wordt wegens diefstal veroordeeld tot een werkstraf van 30 uren, subsidiair

15 dagen vervangende hechtenis. Omzetting van de eerder opgelegde onvoorwaardelijke opgelegde gevangenisstraf in een werkstraf wegens ter terechtzitting gebleken persoonlijke omstandigheden.

Uitspraak

Parketnummer: 24-000569-10

Parketnummer eerste aanleg: 18-082753-09

Arrest van 11 januari 2011 van het gerechtshof te Leeuwarden, meervoudige strafkamer, op het hoger beroep tegen het vonnis van de politierechter in de rechtbank Groningen van 10 februari 2010 in de strafzaak tegen:

[verdachte],

geboren op [1969] te [geboorteplaats],

wonende te [woonplaats], [adres],

verschenen in persoon, bijgestaan door zijn raadsman mr. D.C. Keuning, advocaat te Groningen.

Het vonnis waarvan beroep

De politierechter in de rechtbank Groningen heeft de verdachte bij het vonnis wegens een misdrijf veroordeeld tot een straf, zoals in dat vonnis omschreven.

Gebruik van het rechtsmiddel

De verdachte is op de voorgeschreven wijze en tijdig in hoger beroep gekomen.

Het onderzoek ter terechtzitting in hoger beroep

Dit arrest is gewezen naar aanleiding van het onderzoek op de terechtzitting in hoger beroep, alsmede het onderzoek op de terechtzitting in eerste aanleg.

De vordering van de advocaat-generaal

De advocaat-generaal heeft gevorderd dat het hof verdachte zal veroordelen ter zake het hem ten laste gelegde tot een werkstraf voor de duur van 30 uren, subsidiair 15 dagen vervangende hechtenis.

De beslissing op het hoger beroep

Het hof zal het vonnis vernietigen en opnieuw recht doen.

Tenlastelegging

Aan de verdachte is ten laste gelegd, dat:

hij op of omstreeks 17 september 2009, in de gemeente [gemeente], met het oogmerk van wederrechtelijke toe-eigening heeft weggenomen zes flessen wasmiddel, twee flessen listerine mondwater, drie bussen deodorant, twee flacons Ambi Pur luchtverfrissers en/of drie tubes tandpasta, in elk geval enig goed, geheel of ten dele toebehorende aan het winkelbedrijf [bedrijf], in elk geval aan een ander of anderen dan aan verdachte.

Bewezenverklaring

Het hof acht wettig en overtuigend bewezen dat:

hij op 17 september 2009, in de gemeente [gemeente], met het oogmerk van wederrechtelijke toe-eigening heeft weggenomen zes flessen wasmiddel, twee flessen Listerine mondwater, drie bussen deodorant en twee flacons Ambi Pur luchtverfrissers, in elk geval enig goed, geheel toebehorende aan het winkelbedrijf [bedrijf].

Het hof acht niet bewezen hetgeen aan verdachte als voormeld meer of anders is ten laste gelegd dan hierboven als bewezen is aangenomen.

Kwalificatie

Het bewezen verklaarde levert op het misdrijf:

Diefstal.

Strafbaarheid

Het hof acht verdachte strafbaar. Strafuitsluitingsgronden worden niet aanwezig geacht.

Strafmotivering

Het hof heeft de op te leggen straf bepaald op grond van de aard en ernst van het feit, de omstandigheden waaronder het feit is begaan en de persoon van verdachte. Daarbij heeft het hof in het bijzonder het navolgende in aanmerking genomen.

Het hof heeft bij de strafoplegging rekening gehouden met een verdachte betreffend uittreksel uit de justitiële documentatie d.d. 26 november 2010, waaruit blijkt dat verdachte reeds meermalen is veroordeeld ter zake van (soortgelijke) strafbare feiten.

Het hof heeft voorts rekening gehouden met de persoonlijke omstandigheden van verdachte. Uit het verhandelde ter terechtzitting van het hof is het beeld naar voren gekomen dat het momenteel goed gaat met verdachte. Verdachte heeft aannemelijk gemaakt dat hij zijn leven beter op orde heeft en wil houden. Hij heeft aangegeven zijn drugsverslaving inmiddels min of meer onder controle te hebben; hij gebruikt alleen nog methadon. Verdachte heeft ter terechtzitting aangegeven dat hij een zelfstandige woonruimte huurt en dat hij uitkijkt naar het vrijwilligerswerk waar hij binnenkort mee aanvangt. Daarnaast is verdachte sinds ruim een half jaar niet meer met politie en justitie in aanraking geweest.

De ernst van de feiten, in samenhang bezien met verdachtes justitiële verleden, rechtvaardigen in beginsel de oplegging van een onvoorwaardelijke gevangenisstraf, zoals ook door de rechter in eerste aanleg is opgelegd. Het vorenstaande in aanmerking nemende is het hof - met de advocaat-generaal - echter van oordeel dat kan worden volstaan met een werkstraf van na te noemen duur.

Toepassing van wetsartikelen

Het hof heeft gelet op de artikelen 22c, 22d, 63 en 310 van het Wetboek van Strafrecht, zoals deze artikelen golden ten tijde van het bewezen verklaarde.

De uitspraak

HET HOF,

RECHT DOENDE OP HET HOGER BEROEP:

vernietigt het vonnis, waarvan beroep, en opnieuw recht doende:

verklaart het verdachte ten laste gelegde bewezen en kwalificeert dit als hiervoor vermeld en verklaart dit feit en verdachte strafbaar;

verklaart niet bewezen hetgeen aan verdachte als voormeld meer of anders is ten laste gelegd dan hierboven als bewezen is aangenomen en spreekt verdachte daarvan vrij;

veroordeelt verdachte [verdachte] tot taakstraf, bestaande uit een werkstraf, voor de duur van dertig uren, met bevel voor het geval dat de veroordeelde de werkstraf niet naar behoren verricht, dat vervangende hechtenis voor de duur van vijftien dagen zal worden toegepast.

Dit arrest is aldus gewezen door mr. S. Zwerwer, voorzitter, mr. G.M. Meijer-Campfens en mr. W.F. van Zant, in tegenwoordigheid van mr. M.J. Schulte als griffier, zijnde mr. Van Zant voornoemd buiten staat dit arrest mede te ondertekenen.