Home

Gerechtshof 's-Hertogenbosch, 27-10-2016, ECLI:NL:GHSHE:2016:4811, 15/00 839

Gerechtshof 's-Hertogenbosch, 27-10-2016, ECLI:NL:GHSHE:2016:4811, 15/00 839

Gegevens

Instantie
Gerechtshof 's-Hertogenbosch
Datum uitspraak
27 oktober 2016
Datum publicatie
2 februari 2017
ECLI
ECLI:NL:GHSHE:2016:4811
Zaaknummer
15/00 839

Inhoudsindicatie

Belanghebbende is in 2011 een aantal maanden in klinieken voor verslavingszorg opgenomen geweest. De aanslag IB/PVV 2011 is conform belanghebbendes aangifte vastgesteld. In bezwaar verzoekt belanghebbende om aftrek van de helft van het huurwaardeforfait en aftrek van een aantal specifieke zorgkosten. Dit leidt tot een gedeeltelijke vermindering van de aanslag. De Rechtbank heeft het daartegen ingestelde beroep ongegrond verklaard. Het Hof honoreert het verzoek om aftrek van extra uitgaven voor kleding en beddengoed en neemt hiervoor het forfaitaire bedrag van € 300 in aanmerking. Voor het overige wordt het verzoek van belanghebbende om (extra) aftrek afgewezen. Het hoger beroep is gegrond.

Uitspraak

Team belastingrecht

Meervoudige Belastingkamer

Kenmerk: 15/00839

Uitspraak op het hoger beroep van

de erfgenaam van de heer [A] , zijnde de heer [B] ,

wonende te [woonplaats] ,

hierna: belanghebbende,

tegen de uitspraak van de Rechtbank Zeeland-West-Brabant te Breda (hierna: de Rechtbank) van 17 april 2015, nummer AWB 14/5663, in het geding tussen

belanghebbende

en

de inspecteur van de Belastingdienst,

hierna: de Inspecteur,

betreffende de hierna te noemen aanslag.

1 Ontstaan en loop van het geding

1.1.

Aan [A] (hierna: [A] ) is voor het jaar 2011 de aanslag in de inkomstenbelasting en premie volksverzekeringen (IB/PVV) opgelegd naar een belastbaar inkomen uit werk en woning van € 65.997, welke aanslag, na daartegen gemaakt bezwaar, bij uitspraak van de Inspecteur is verminderd tot een aanslag berekend naar een belastbaar inkomen uit werk en woning van € 65.126.

1.2.

[A] is van deze uitspraak in beroep gekomen bij de Rechtbank. Ter zake van dit beroep heeft de griffier van de Rechtbank een griffierecht geheven van € 45.

De Rechtbank heeft het beroep ongegrond verklaard, de Inspecteur tot een proceskostenvergoeding veroordeeld van € 7,80 en teruggave van het betaalde griffierecht gelast.

1.3.

Tegen deze uitspraak heeft [A] hoger beroep ingesteld bij het Hof.

Ter zake van dit beroep heeft de griffier een griffierecht geheven van € 123.

De Inspecteur heeft een verweerschrift ingediend.

1.4.

Na overlijden van [A] in december 2015 heeft belanghebbende de hoger beroepsprocedure voortgezet en volmacht verleend aan zijn oom, de heer [C] , om hem te vertegenwoordigen in de verdere procedure.

1.5.

Beide partijen hebben nadere stukken ingediend en het Hof toestemming gegeven om de zaak zonder mondelinge behandeling af te doen. Het Hof heeft daarop bepaald dat het onderzoek ter zitting achterwege blijft en vervolgens het onderzoek gesloten.

2 Feiten

Op grond van de stukken van het geding stelt het Hof de volgende feiten vast.

2.1.

[A] , geboren op [datum] 1949 en ongehuwd, was in 2011, volgens de gegevens van de Gemeentelijke Basisadministratie, woonachtig aan de [a-straat] 14 te [woonplaats] . Het betrof een eigen woning.

2.2.

In 2011 heeft [A] van 3 februari tot 24 maart verblijf gehouden in de kliniek voor verslavingszorg [D] te [E] . Daarna is hij ongeveer 4,5 maanden behandeld in het [F] in [G] .

2.3.

Tot de gedingstukken behoort een afschrift van de factuur van [D] met de volgende omschrijving, onder vermelding van het verschuldigde bedrag in euro’s:

“Eigen bijdrage in de servicekosten, verblijf [D] Hotel 9.000,00

49 overnachtingen, datum 03-02-2011 t/m 24-03-2011.”.

2.4.

Op de website van [D] is thans het volgende vermeld inzake behandelingskosten:

“(…) Mocht je in onze kliniek verblijven, dan worden alle behandel- en verblijfskosten door de zorgverzekeraars vergoed, op de zelfstandige bijdrage na. Dit betreft een bedrag van €1500,- bedoeld voor alle niet-zorggerelateerde faciliteiten in de kliniek gericht op comfort. (…)”

2.5.

[A] heeft op 27 juni 2012 op elektronische wijze de aangifte IB/PVV over 2011 ingediend. In deze aangifte heeft hij € 65.997 aan belastbaar inkomen uit werk en woning aangegeven. Met dagtekening 4 april 2014 is de aanslag IB/PVV conform de aangifte vastgesteld.

2.6.

In bezwaar heeft [A] aftrek verzocht van de helft van het huurwaardeforfait en verder vanwege verblijf in de verslavingsklinieken aftrek verzocht van de volgende specifieke zorgkosten:

[D] , verblijf 3-2 t/m 24-3

€ 9.234

Medische keuring

€ 948

Apotheek

€ 35

Reiskosten

€ 2.084

Totaal

€ 12.301

Af: drempel

-/- € 2.196

€ 10.105

In de uitspraak op bezwaar heeft de Inspecteur de aanslag verminderd tot een berekend naar een belastbaar inkomen uit werk en woning van € 65.126. Hierbij heeft hij de kosten voor de medische keuring en de apotheek- en reiskosten geaccepteerd.

3 Geschil, alsmede standpunten en conclusies van partijen

3.1.

Het geschil in hoger beroep betreft het antwoord op de volgende vragen:

  1. Is het huurwaardeforfait tot het juiste bedrag in aanmerking genomen?;

  2. Is de eigen bijdrage aan [D] aftrekbaar als zorgkosten?;

  3. Zijn de extra uitgaven voor kleding en beddengoed aftrekbaar?; en

  4. Dient ter zake van de vervoerskosten van de reizen naar [E] en [G] een bedrag van € 0,70 per kilometer in aanmerking te worden genomen?

Belanghebbende is van mening dat vraag 1 ontkennend en de overige vragen bevestigend moeten worden beantwoord. De Inspecteur is de tegenovergestelde opvatting toegedaan.

3.2.

Partijen doen hun standpunten in hoger beroep steunen op de gronden welke daartoe door hen zijn aangevoerd in de van hen afkomstige stukken, van al welke stukken de inhoud als hier ingevoegd moet worden aangemerkt.

3.3.

Belanghebbende concludeert tot vernietiging van de uitspraken van de Rechtbank en de Inspecteur en tot vermindering van de aanslag tot een, zo begrijpt het Hof, naar een belastbaar inkomen uit werk en woning van € 53.369 (€ 65.126 -/- [ € 729 vermindering huurwaardeforfait + € 9.234 eigen bijdrage [D] + € 750 extra uitgaven kleding en beddengoed + € 1.044 extra reiskosten =] € 11.757). De Inspecteur concludeert tot bevestiging van de uitspraak van de Rechtbank.

4 Gronden

5 Beslissing