Gerechtshof 's-Hertogenbosch, 12-01-2017, ECLI:NL:GHSHE:2017:64, 200 195 941_01
Gerechtshof 's-Hertogenbosch, 12-01-2017, ECLI:NL:GHSHE:2017:64, 200 195 941_01
Gegevens
- Instantie
- Gerechtshof 's-Hertogenbosch
- Datum uitspraak
- 12 januari 2017
- Datum publicatie
- 13 januari 2017
- ECLI
- ECLI:NL:GHSHE:2017:64
- Zaaknummer
- 200 195 941_01
- Relevante informatie
- Burgerlijk Wetboek Boek 7 [Tekst geldig vanaf 18-02-2023 tot 01-07-2023], Burgerlijk Wetboek Boek 7 [Tekst geldig vanaf 18-02-2023 tot 01-07-2023] art. 669, Burgerlijk Wetboek Boek 7 [Tekst geldig vanaf 18-02-2023 tot 01-07-2023] art. 671b, Burgerlijk Wetboek Boek 7 [Tekst geldig vanaf 18-02-2023 tot 01-07-2023] art. 683, Wetboek van Burgerlijke Rechtsvordering [Tekst geldig vanaf 01-05-2023 tot 25-06-2023], Wetboek van Burgerlijke Rechtsvordering [Tekst geldig vanaf 01-05-2023 tot 25-06-2023] art. 23, Wetboek van Burgerlijke Rechtsvordering [Tekst geldig vanaf 01-05-2023 tot 25-06-2023] art. 122, Wetboek van Burgerlijke Rechtsvordering [Tekst geldig vanaf 01-05-2023 tot 25-06-2023] art. 359
Inhoudsindicatie
WWZ.
Ontbindingsverzoek wegens disfunctioneren.
Ingediend door werkgever?
Partijperikelen.
Ambtshalve rectificatie door kantonrechter.
Deformalisering.
Uitspraak
GERECHTSHOF ’s-HERTOGENBOSCH
Afdeling civiel recht
Uitspraak : 12 januari 2017
Zaaknummer : 200.195.941/01
Zaaknummer eerste aanleg : 4944461 AZ VERZ 16-32
in de zaak in hoger beroep van:
[appellant] ,
wonende te [woonplaats] ,
appellant,
hierna te noemen: [appellant] ,
advocaat: mr. E.F. Gomes te Bergen op Zoom,
tegen
Stichting tanteLouise Zorg, (voorheen genaamd Stichting tanteLouise-Vivensis Zorg),
na rectificatie Stichting tanteLouise, (voorheen genaamd Stichting tanteLouise-Vivensis)
gevestigd te [vestigingsplaats] ,
verweerster,
hierna aan te duiden als tanteLouise Zorg resp. tanteLouise,
advocaat: mr. R. van der Stap te Rotterdam.
1 Het geding in eerste aanleg
Het hof verwijst naar de beschikking van de kantonrechter in de rechtbank Zeeland-West-Brabant, zittingsplaats Bergen op Zoom, van 20 april 2016 (hierna: de beschikking).
2 Het geding in hoger beroep
Het verloop van de procedure blijkt uit:
- -
-
het beroepschrift met producties en het procesdossier van de eerste aanleg, ingekomen ter griffie op 18 juli 2016;
- -
-
het verweerschrift van tanteLouise, ingekomen ter griffie op 20 oktober 2016;
- de op 25 november 2016 gehouden mondelinge behandeling waarbij partijen hun zaak hebben doen bepleiten door hun raadslieden, mr. Gomes aan de hand van pleitaantekeningen die door hem zijn overgelegd.
Het hof heeft daarna een datum voor beschikking bepaald. Het hof doet recht op bovenvermelde stukken en de stukken van de eerste aanleg.
3 De feiten
In overweging 2 van zijn beschikking heeft de kantonrechter vastgesteld van welke feiten in dit geschil wordt uitgegaan. Daartegen zijn in hoger beroep geen grieven gericht zodat ook het hof van die feiten uitgaat (naast nog enkele andere feiten) met dien verstande dat, anders dan in eerste aanleg, tussen partijen in hoger beroep niet langer in geschil is dat [appellant] laatstelijk in dienst was van tanteLouise. Het gaat in dit geding om het volgende. Het hof hanteert in navolging van partijen de benamingen tanteLouise (in eerste aanleg Stichting Tante Louise genoemd) en tanteLouise Zorg (in eerste instantie Stichting TanteLouise-Vivensis Zorg genoemd).
[appellant] , geboren [geboortedatum] 1956, is op 1 februari 1987 in dienst getreden bij een rechtsvoorganger van tanteLouise.
De laatste functie die [appellant] vervulde, was die van Locatiemanager van de zorgcentra De Beukenhof en St. Margaretha, tegen een salaris van € 5.917,81 bruto per maand exclusief emolumenten.
Vanaf 2013 is [appellant] schriftelijk op onvoldoende functioneren aangesproken. Bij brief van 17 mei 2013 heeft [appellant] een officiële waarschuwing ontvangen. De brief houdt onder meer in:
“(...) Voor de komende periode wil ik een functioneringstraject met u afspreken waarin wij afspraken maken over uw functioneren. (...)”.
Dit verbetertraject is in de periode van juni tot en met december 2013 tussentijds geëvalueerd en afgesloten bij eindgesprek van 9 december 2013, met de mededeling dat in 2014 diverse audits op de locaties van [appellant] zullen plaatsvinden.
Bij brief van 27 februari 2015 heeft [appellant] wederom een officiële waarschuwing ontvangen.
In 2015 is opnieuw een verbetertraject gestart, welk traject wederom tussentijds is geëvalueerd. Tijdens dit traject is aan [appellant] een alternatieve functie van ‘Teamleider Indische woning’ aangeboden, op welk aanbod [appellant] niet is ingegaan.
Op 7 september 2015 is een mediationtraject gestart, dat in januari 2016 is beëindigd.
Bij brief van 15 januari 2016 is aan [appellant] een vaststellingsovereenkomst houdende een voorstel tot beëindiging van de arbeidsovereenkomst aangeboden, welk aanbod [appellant] niet heeft aanvaard. De brief luidt als volgt:
(…) “Onderwerp: Beëindiging Arbeidsovereenkomst
(…)
Zoals op dinsdag 12 januari jl. met u is besproken door uw leidinggevende de heer [leidinggevende] , in het bijzijn van mevrouw [medewerker] , willen wij komen tot beëindiging van uw dienstverband bij tanteLouise.
In de afgelopen periode zijn diverse pogingen gedaan om uw functioneren in uw functie locatiemanager te verbeteren en te brengen tot de gewenste kwaliteit wat bij deze functie hoort. Uw leidinggevende heeft gestructureerd met u overleg gehad over de eisen die gesteld worden aan de functie locatiemanager, conform het bestaande functieprofiel. Er is duidelijk en helder aangegeven op welke punten u niet aan deze eisen voldoet, waar de organisatie door de verminderde kwaliteit een hoog afbreukrisico loopt en hoe u de verbeterstappen kunt aanpakken. U heeft een plan van aanpak gemaakt en bent gecoached door uw leidinggevende om dit plan te kunnen bewerkstelligen. U heeft tevens begeleiding gehad van een coach-on-the-job, mogelijkheden zijn er aangeboden om bij collega’s in de leer te gaan, er is een assessment gedaan en er heeft een mediation-traject gelopen. Deze gesprekken zijn in een regelmatige cyclus ook vastgelegd in gespreksverslagen, welke u heeft ontvangen. Dit alles heeft niet tot het vereiste resultaat geleid en tot onze spijt betekent dit, dat wij u niet langer in uw functie locatiemanager kunnen handhaven. Er is u meerdere malen de functie van teamleider aangeboden maar deze heeft u consequent geweigerd.
Dan rest ons niets anders dan de arbeidsovereenkomst met u te beëindigen op basis van disfunctioneren.
Bijgevoegd vindt u een vaststellingsovereenkomst waarin een en ander is vastgelegd. De ontbindingsvergoeding is gebaseerd op de wettelijk vastgestelde transitievergoeding. Er is met u afgesproken dat u per direct bent vrijgesteld van werkzaamheden. (…)”