Home

Gerechtshof 's-Hertogenbosch, 02-04-2020, ECLI:NL:GHSHE:2020:1129, 19/00569

Gerechtshof 's-Hertogenbosch, 02-04-2020, ECLI:NL:GHSHE:2020:1129, 19/00569

Gegevens

Instantie
Gerechtshof 's-Hertogenbosch
Datum uitspraak
2 april 2020
Datum publicatie
6 april 2020
ECLI
ECLI:NL:GHSHE:2020:1129
Zaaknummer
19/00569

Inhoudsindicatie

De heffingsambtenaar heeft aannemelijk gemaakt dat hij de waarde van de onroerende zaak niet te hoog heeft vastgesteld. Hoger beroep is ongegrond.

Uitspraak

Team belastingrecht

Enkelvoudige Belastingkamer

Nummer: 19/00569

Uitspraak op het hoger beroep van

[belanghebbende] ,

wonende te [woonplaats] ,

hierna: belanghebbende,

tegen de uitspraak van Rechtbank Oost-Brabant (hierna: de Rechtbank) van 20 augustus 2019, nummer SHE 18/110, in het geding tussen belanghebbende en

de heffingsambtenaar van de gemeente Meierijstad,

hierna: de Heffingsambtenaar.

1 Ontstaan en loop van het geding

1.1.

De Heffingsambtenaar heeft op 30 april 2017 in het kader van de Wet waardering onroerende zaken (hierna: Wet WOZ) de beschikking gegeven (hierna: de WOZ‑beschikking). De waarde van de onroerende zaak [adres 1] te [woonplaats] (hierna: de onroerende zaak) is naar de waardepeildatum 1 januari 2016 bepaald op € 326.000. Deze waardebepaling geldt voor het jaar 2017. Tegelijkertijd is de aanslag onroerende‑zaakbelastingen voor het jaar 2017 bekendgemaakt (hierna: de aanslag).

1.2.

Belanghebbende heeft bij brief met dagtekening 15 mei 2017 bezwaar gemaakt.

1.3.

De Heffingsambtenaar heeft op 30 november 2017 uitspraak op bezwaar gedaan.

1.4.

Belanghebbende heeft tegen deze uitspraak beroep ingesteld bij de Rechtbank.

De Rechtbank heeft het beroep ongegrond verklaard.

1.5.

Belanghebbende heeft tegen deze uitspraak hoger beroep ingesteld bij het Hof. De Heffingsambtenaar heeft een verweerschrift ingediend.

1.6.

De zitting heeft plaatsgehad op 20 februari 2020 te ’s-Hertogenbosch. Op deze zitting zijn verschenen [gemachtigde] , als gemachtigde van belanghebbende, en, namens de Heffingsambtenaar, [heffingsambtenaar] , bijgestaan door [taxateur] , taxateur.

1.7.

Het Hof heeft aan het einde van de zitting het onderzoek gesloten.

2 Feiten

2.1.

Belanghebbende is eigenaar van de onroerende zaak. Dit betreft een geschakelde woning uit 1989. De onroerende zaak heeft een inhoud van 499 m³, een aangebouwde garage van 52 m³, een carport van 24 m², een overkapping/luifel van 6 m² en een dakkapel. Het perceel waarop de onroerende zaak is gelegen heeft een oppervlakte van ongeveer 291 m².

2.2.

De waarde van de onroerende zaak is door de Heffingsambtenaar naar de waardepeildatum 1 januari 2016 vastgesteld op € 326.000.

2.3.

Bij uitspraak op bezwaar heeft de Heffingsambtenaar de waarde van de onroerende zaak verlaagd naar € 303.000 en de aanslag dienovereenkomstig verminderd.

2.4.

Ter onderbouwing van de beschikte waarde van € 303.000 verwijst de Heffingsambtenaar naar de op 28 juni 2018 door taxateur [taxateur] opgemaakte waardematrix (hierna: de waardematrix). De onroerende zaak is getaxeerd op een waarde van (afgerond) € 303.000.

2.5.

De Heffingsambtenaar heeft de beschikte waarde onderbouwd met vijf in de waardematrix opgenomen, allen in [woonplaats] gelegen, vergelijkingsobjecten (hierna: de vergelijkingsobjecten):

-

[adres 2] , transactiedatum [datum 2] 2015, verkoopprijs € 325.000;

-

[adres 3] , transactiedatum [datum 3] 2015, verkoopprijs € 320.000;

-

[adres 4] , transactiedatum [datum 4] 2016, verkoopprijs € 324.000;

-

[adres 5] , transactiedatum [datum 5] 2015, verkoopprijs € 325.000; en

-

[adres 6] , transactiedatum [datum 6] 2015, verkoopprijs € 250.000.

3 Geschil, alsmede conclusies van partijen

3.1.

In geschil is de waarde van de onroerende zaak op de waardepeildatum 1 januari 2016.

3.2.

Belanghebbende concludeert tot vernietiging van de uitspraak van de Rechtbank, tot vernietiging van de uitspraak op bezwaar, tot verlaging van de waarde van de onroerende zaak naar € 276.000 en dienovereenkomstige vermindering van de aanslag.

3.3.

De Heffingsambtenaar concludeert tot bevestiging van de uitspraak van de Rechtbank.

4 Gronden

5 Beslissing