Home

Gerechtshof 's-Hertogenbosch, 16-01-2020, ECLI:NL:GHSHE:2020:127, 18/00546

Gerechtshof 's-Hertogenbosch, 16-01-2020, ECLI:NL:GHSHE:2020:127, 18/00546

Gegevens

Instantie
Gerechtshof 's-Hertogenbosch
Datum uitspraak
16 januari 2020
Datum publicatie
22 januari 2020
ECLI
ECLI:NL:GHSHE:2020:127
Formele relaties
Zaaknummer
18/00546

Inhoudsindicatie

BPM; invoer gebruikte auto met essentiële gebreken. Door de werkwijze die wordt gevolgd door de Inspecteur en de RDW – te weten dat bij een zogenoemde WOK-auto (‘wacht op keuring’) een fiscaal akkoord slechts wordt afgegeven ná herstel van de essentiële gebreken, dan wel vóór herstel van de essentiële gebreken maar dan uitsluitend indien aangifte wordt gedaan voor het volledige bedrag van de bruto BPM – wordt een in te voeren auto met een WOK-status anders behandeld dan auto’s die al op de Nederlandse markt worden verhandeld met een WOK-status. Niet uitgesloten kan worden in een dergelijk geval dat een ingevoerde gebruikte auto in bepaalde gevallen is onderworpen aan een hogere belasting dan de belasting die nog rust op de waarde van gelijksoortige, reeds op het nationale grondgebied geregistreerde auto’s. De door art. 8, lid 3, Uitvoeringsregeling BPM opgeworpen belemmering is dan ook in strijd met het Unierecht. Verder heeft belanghebbende geen recht op toepassing van het historisch tarief dat gold tot 1 juli 2012, nu gesteld noch gebleken is dat de auto een productiedatum heeft die is gelegen voor die datum.

Uitspraak

Team belastingrecht

Meervoudige Belastingkamer

Kenmerk: 18/00546

Uitspraak op het hoger beroep van

de inspecteur van de Belastingdienst,

hierna: de Inspecteur,

tegen de uitspraak van de Rechtbank Zeeland-West-Brabant te Breda (hierna: de Rechtbank) van 24 augustus 2018, nummer BRE 17/1617, in het geding tussen

VOF [belanghebbende] ,

gevestigd te [vestigingsplaats] ,

hierna: belanghebbende,

en

de Inspecteur,

betreffende na te melden voldoening op aangifte.

1 Ontstaan en loop van het geding

1.1.

Belanghebbende heeft aangifte gedaan voor de belasting van personenauto’s en motorrijwielen (hierna: de BPM) inzake de registratie van een uit het buitenland afkomstige, gebruikte personenauto, merk en type Suzuki Swift 1.6 Sport, VIN eindigend op [vin] (hierna: de auto). Het aangiftebiljet vermeldt een te betalen bedrag van € 1.926. Dit bedrag is op 24 augustus 2016 voldaan. De Inspecteur heeft het daartegen gemaakte bezwaar afgewezen.

1.2.

Belanghebbende is in beroep gekomen bij de Rechtbank. De griffier van de Rechtbank heeft een griffierecht geheven van € 333. De Rechtbank heeft het beroep gegrond verklaard, de uitspraak op bezwaar vernietigd en bepaald dat teruggave wordt verleend voor het verschil tussen het op aangifte voldane bedrag en het verschuldigde bedrag aan BPM van € 354.

1.3.

Tegen deze uitspraak heeft de Inspecteur hoger beroep ingesteld bij het Hof. Belanghebbende heeft een verweerschrift ingediend.

1.4.

Op grond van artikel 8:58 Algemene wet bestuursrecht (hierna: Awb) hebben partijen vóór de zitting nadere stukken ingediend. Deze stukken zijn in afschrift verstrekt aan de andere partij.

1.5.

Het onderzoek ter zitting heeft plaatsgehad op 8 november 2019 te ’s‑Hertogenbosch. Aldaar zijn toen verschenen en gehoord, [gemachtigde] , als gemachtigde van belanghebbende, en [inspecteur 1] , [inspecteur 2] , [inspecteur 3] en [inspecteur 4] namens de Inspecteur vergezeld van [toehoorder 1] en [toehoorder 2] als toehoorders.

1.6.

De zaak is op zitting – met instemming van partijen – gezamenlijk behandeld met de zaak met kenmerk 18/00567.

1.7.

Zowel belanghebbende als de Inspecteur heeft tijdens de zitting een pleitnota voorgedragen en exemplaren daarvan overgelegd aan het Hof en aan de andere partij.

1.8.

Het Hof heeft aan het einde van de zitting het onderzoek gesloten.

1.9.

Van de zitting is geen proces-verbaal opgemaakt.

2 Feiten

Op grond van de stukken van het geding en het onderzoek ter zitting zijn in deze zaak de volgende feiten en omstandigheden voor het Hof komen vast te staan.

2.1.

Belanghebbende heeft op 1 april 2016 aangifte gedaan voor de BPM van de registratie van de auto in het Nederlandse kentekenregister. Voor de berekening van de verschuldigde BPM heeft belanghebbende de auto laten taxeren door [taxateur] , als taxateur verbonden aan [A BV] . De handelswaarde van de auto in onbeschadigde staat is in het taxatierapport bepaald op € 8.864 aan de hand van de XRAY koerslijst, de waardevermindering in verband met schade op € 7.150 en de handelswaarde in huidige staat op € 1.714. Het op basis hiervan verschuldigde bedrag aan BPM is € 438. De Rijksdienst voor het Wegverkeer (hierna: de RDW) heeft na het keuren van de auto deze de status van ‘Wachten op keuring’ (hierna: WOK-status) gegeven. Er was sprake van essentiële gebreken zoals bedoeld in artikel 8, lid 3, Uitvoeringsregeling BPM (hierna: UR BPM) (hierna: essentiële gebreken). De auto heeft als datum eerste toelating 21 augustus 2012.

2.2.

Belanghebbende heeft naar aanleiding van de aan de auto gegeven WOK-status de in 2.1 vermelde aangifte ingetrokken.

2.3.

Belanghebbende heeft op 20 juni 2016, nadat de essentiële gebreken aan de auto waren hersteld, melding voor de BPM gedaan. Volgens de melding, waarbij de afschrijving is bepaald aan de hand van de forfaitaire afschrijvingstabel, bedraagt de verschuldigde BPM € 1.967.

2.4.

Het bedrag aan te betalen BPM van € 1.926 is opgenomen in de maandaangifte juli 2016 en is op 24 augustus 2016 door belanghebbende voldaan. De registratie is voltooid met tenaamstelling van de auto op 20 juli 2016.

3 Geschil, alsmede standpunten en conclusies van partijen

3.1.

Het geschil betreft het antwoord op de volgende vragen:

1. Is artikel 8, lid 3, UR BPM verenigbaar met het Unierecht?

2. Kan het historisch tarief geldend van 1 januari 2012 tot en met 30 juni 2012 (hierna: historisch tarief 2012‑1) worden toegepast?

3.2.

Belanghebbende concludeert tot bevestiging van de uitspraak van de Rechtbank. De Inspecteur concludeert tot vernietiging van de uitspraak van de Rechtbank en bevestiging van de uitspraak op bezwaar.

4 Gronden

5 Beslissing