Home

Gerechtshof 's-Hertogenbosch, 09-07-2020, ECLI:NL:GHSHE:2020:2091, 19/00136

Gerechtshof 's-Hertogenbosch, 09-07-2020, ECLI:NL:GHSHE:2020:2091, 19/00136

Gegevens

Instantie
Gerechtshof 's-Hertogenbosch
Datum uitspraak
9 juli 2020
Datum publicatie
18 februari 2021
ECLI
ECLI:NL:GHSHE:2020:2091
Formele relaties
Zaaknummer
19/00136
Relevante informatie
Wet financiering sociale verzekeringen [Tekst geldig vanaf 01-01-2023 tot 01-01-2025] art. 97, Protocol bij het Verdrag tot bescherming van de rechten van de mens en de fundamentele vrijheden, Parijs, 20-03-1952 [Tekst geldig vanaf 01-11-1998] art. 1

Inhoudsindicatie

In geschil is met welke ingangsdatum de wijziging van de sectorindeling van belanghebbende moet plaatsvinden. Belanghebbende heeft op 29 augustus 2018 verzocht tot wijziging van de sectorindeling met ingang van 1 januari 2013 naar sector 10 (Metaalindustrie). Met terugwerkende kracht tot en met 29 juni 2018, 17:00 uur is het door de inwerkingtreding van de Wet Arbeidsmarkt in Balans (WAB) op grond van artikel 97, tweede lid, Wfsv niet meer mogelijk dat de datum waarop de aansluiting op grond van een beschikking wijzigt is gelegen voor de datum waarop de werkgever om herziening heeft verzocht of de inspecteur ambtshalve heeft geconstateerd dat de indeling niet juist is. Het hof acht deze wetswijziging niet in strijd met artikel 1 EP EVRM. Het beroep van belanghebbende wordt verworpen.

Uitspraak

Team belastingrecht

Meervoudige Belastingkamer

Kenmerk: 19/00136

Uitspraak op het beroep van

[belanghebbende] ,

gevestigd te [vestigingsplaats] ,

hierna: belanghebbende,

wegens het niet tijdig nemen van een besluit op het verzoek van belanghebbende tot wijziging van de sectorindeling voor de Wet financiering sociale zekerheid, in het geding tussen

belanghebbende,

en

de inspecteur van de Belastingdienst,

hierna: de inspecteur.

1 Ontstaan en loop van het geding

1.1.

Belanghebbende heeft een verzoek tot wijziging van de sectorindeling voor de Wet financiering sociale zekerheid gedaan. De inspecteur heeft niet binnen de wettelijke termijn op dit verzoek beslist. Bij brief heeft belanghebbende aan de inspecteur medegedeeld dat hij in gebreke is.

1.2.

Belanghebbende heeft, nadat drie weken sinds de voornoemde mededeling waren verstreken, beroep ingesteld bij het hof wegens het niet tijdig nemen van een besluit op het verzoek tot wijziging van de sectorindeling.

1.3.

De inspecteur heeft verzocht om verwijzing van het beroep naar de inspecteur, omdat hij alsnog een beschikking aan belanghebbende heeft afgegeven. Het hof heeft dit verzoek afgewezen. De inspecteur heeft vervolgens een verweerschrift ingediend.

1.4.

Op grond van artikel 8:58 van de Algemene wet bestuursrecht (hierna: Awb) heeft de inspecteur vóór de zitting nadere stukken ingediend. Deze stukken zijn in afschrift verstrekt aan de wederpartij.

1.5.

De zitting heeft plaatsgehad op 4 maart 2020 te ‘s-Hertogenbosch. Tijdens de zitting is de zaak van belanghebbende met toestemming gelijktijdig behandeld met de zaak met zaaknummer 19/00135. Op deze zitting zijn verschenen en gehoord [B] als vertegenwoordiger van belanghebbende, vergezeld door [A] namens [C BV] en hun gemachtigden [gemachtigde 1] , [gemachtigde 2] , [gemachtigde 3] en [gemachtigde 4] , en, namens de inspecteur, [inspecteur 1] , [inspecteur 2] en [inspecteur 3] .

1.6.

Partijen hebben tijdens de zitting een pleitnota voorgelezen en exemplaren daarvan overgelegd aan het hof en aan de wederpartij.

1.7.

Het hof heeft het onderzoek gesloten.

1.8.

Van de zitting is een proces-verbaal opgemaakt dat gelijktijdig met de uitspraak aan partijen is verzonden.

2 Feiten

2.1.

Belanghebbende is met ingang van 1 januari 2006 voor de toepassing van de Wet financiering sociale zekerheid (hierna: Wfsv) ingedeeld in sector 41 (Groothandel I).

2.2.

De voornaamste werkzaamheden van belanghebbende bestaan in ieder geval vanaf 1 januari 2013 uit het uitvoeren van onderhouds- en reparatiewerkzaamheden op industriële deursystemen. Belanghebbende heeft op 29 augustus 2018 verzocht tot wijziging van de sectorindeling met ingang van 1 januari 2013 naar sector 10 (Metaalindustrie).

2.3.

Als bijlage bij de beslissing van de staatssecretaris van Financiën van 7 maart 2017 naar aanleiding van een Wob-verzoek is het document getiteld ‘De datum van (her)indeling bij een sector’ met versiedatum 11 januari 2012 en versienummer 2 openbaar gemaakt. In dit document is de volgende passage opgenomen:

“Blijkt wijziging van sectoraansluiting aangewezen, dan moet met de werkgever een herindelingsdatum afgesproken worden. In de regel zal dat een datum in de toekomst zijn. De datum kan ook in het verleden liggen met een maximum van 5 jaren.

Herziening met terugwerkende kracht is mogelijk op basis van het Besluit ambtshalve vermindering of teruggeven van 16 december 2010, nr. DGB 2010/6799M (gepubliceerd in de Staatscourant 2010, nr. 20999 d.d. 28 december 2010) en met het Besluit van 8 maart 2010, nr. DGB 2010/565M genaamd Loonheffingen. Correctieverplichting (gepubliceerd in de Staatscourant 2010, nr. 3990 d.d. 16 maart 2010).”

Uit het bovenstaande volgt dat de wijziging van de sectorindeling met vijf jaar terugwerkende kracht kon plaatsvinden.

2.4.

In de brief van 29 juni 20181, die mede namens de staatssecretaris van Financiën is geschreven, heeft de minister van Sociale Zaken en Werkgelegenheid, voor zover relevant, de volgende wijziging aangekondigd:

“1. Wijzigingen in de indeling op verzoek van de werkgever zijn niet meer mogelijk met terugwerkende kracht.

Wijzigingen in de sectorindeling van de werkgever op zijn verzoek of melding op grond van artikel 97, eerste, tweede en vierde lid, van de Wet financiering sociale verzekeringen (Wfsv) zullen alleen nog plaatsvinden met ingang van een datum in de toekomst. Terugwerkende kracht tot voor de datum waarop het verzoek is gedaan is daarbij niet langer mogelijk, tenzij geconstateerd wordt dat de werkgever is bevoordeeld doordat hij voor de sectorindeling relevante wijzigingen te laat heeft doorgegeven waardoor de indeling niet tijdig is aangepast. In dat laatste geval is terugwerkende kracht bij de aanpassing van de indeling wel aan de orde, ongeacht of wel of geen verzoek of melding is ingediend. Deze maatregel is van toepassing op verzoeken of meldingen die op of na 29 juni 2018, 17.00 uur, zijn ingediend.”

De minister van Sociale Zaken en Werkgelegenheid heeft in dezelfde brief de volgende rechtvaardigingsgronden voor de terugwerkende kracht van de inwerkingtreding van de Wet Arbeidsmarkt in Balans (hierna: WAB) aangedragen:

“Zonder onmiddellijke effectuering zouden veel werkgevers naar verwachting proberen om, zolang het nog kan, gebruik te maken van de mogelijkheid tot herindeling met terugwerkende kracht, gesplitste aansluiting of concernaansluiting. Gelet op het te verwachten beslag op de capaciteit van de Belastingdienst vind ik dat risico niet aanvaardbaar. Ik acht het daarom noodzakelijk om te anticiperen op de voorgenomen wetgeving en daarmee af te wijken van de thans geldende regelgeving. De bovenstaande maatregelen zullen daarom terugwerken tot het moment van verzending van deze brief, te weten vrijdag 29 juni 2018 om 17.00 uur. Dit wordt, naast deze brief, ook met een brief aan de Eerste Kamer en een persbericht aangekondigd.”

2.5.

De inspecteur heeft naar aanleiding van het verzoek van belanghebbende tot wijziging van de sectorindeling een indelingsonderzoek gestart. Op 29 november 2018 heeft hij zijn bevindingen in een concept indelingsrapport met belanghebbende gedeeld. Onder verwijzing naar de voornoemde brief heeft de inspecteur belanghebbende medegedeeld dat zij met ingang van 1 oktober 2018 ingedeeld zal worden in sector 10.

2.6.

Belanghebbende heeft per e-mail op 17 december 2018 gereageerd op het concept indelingsrapport. Belanghebbende heeft in haar reactie nogmaals betoogd dat de wijziging van de sectorindeling naar haar mening met terugwerkende kracht kan plaatsvinden. Tevens benadrukt zij dat indien de inspecteur haar verzoek voor terugwerkende kracht niet honoreert de wijziging van de sectorindeling met ingang van 1 september 2018 dient plaats te vinden.

2.7.

Op 25 januari 2019 heeft de inspecteur per e-mail voorgesteld om de vraag of terugwerkende kracht toekomt aan het herzieningsverzoek van belanghebbende te parkeren tot de WAB definitief is aangenomen.

2.8.

In overleg met de inspecteur heeft belanghebbende de inspecteur op 25 februari 2019 medegedeeld dat hij in gebreke is wegens het niet tijdig nemen van een besluit op haar verzoek tot wijziging van de sectorindeling. Belanghebbende heeft de inspecteur twee weken de tijd gegeven om alsnog een besluit te nemen.

2.9.

Belanghebbende heeft op 19 maart 2019 pro forma beroep ingesteld bij het hof wegens het niet tijdig nemen van een besluit op haar herindelingsverzoek.

2.10.

Bij beschikking van 1 juni 2019 is belanghebbende per 1 september 2018 ingedeeld in sector 10. De inspecteur komt hiermee tegemoet aan het verzoek van belanghebbende om de herziening van de indeling, maar niet aan het verzoek om deze herziening met terugwerkende kracht, te weten vanaf 1 januari 2013, in werking te laten treden.

3 Geschil, alsmede standpunten en conclusies van partijen

3.1.

Tussen partijen is in geschil met welke ingangsdatum de wijziging van de sectorindeling van belanghebbende moet plaatsvinden. In het bijzonder is in geschil of de WAB met terugwerkende kracht in werking heeft mogen treden en, indien het hof deze vraag ontkennend beantwoordt, of er voldoende rechtvaardiging bestond om het (niet-gepubliceerde) begunstigende beleid in te trekken.

3.2.

Belanghebbende concludeert tot wijziging van de sectorindeling met ingangsdatum 1 januari 2013. De inspecteur concludeert tot wijziging van de sectorindeling met ingangsdatum 1 september 2018.

4 Gronden

5 Beslissing