Home

Gerechtshof 's-Hertogenbosch, 10-09-2020, ECLI:NL:GHSHE:2020:2816, 20/00279 tot en met 20/00281

Gerechtshof 's-Hertogenbosch, 10-09-2020, ECLI:NL:GHSHE:2020:2816, 20/00279 tot en met 20/00281

Gegevens

Instantie
Gerechtshof 's-Hertogenbosch
Datum uitspraak
10 september 2020
Datum publicatie
15 september 2020
ECLI
ECLI:NL:GHSHE:2020:2816
Formele relaties
Zaaknummer
20/00279 tot en met 20/00281

Inhoudsindicatie

Verzoeken om ambtshalve vermindering. Bezwaar tegen de beslissing op een verzoek om ambtshalve vermindering van de navorderingsaanslag IB/PVV 2009 is niet mogelijk. De bezwaren tegen de beslissing op het verzoek om ambtshalve vermindering van de navorderingsaanslagen IB/PVV 2010 en 2011 zijn te laat ingediend.

Uitspraak

Team belastingrecht

Meervoudige Belastingkamer

Nummers: 20/00279 tot en met 20/00281

Uitspraak op het hoger beroep van

[belanghebbende] ,

wonende te [woonplaats] ,

hierna: belanghebbende,

tegen de uitspraak van de rechtbank Zeeland-West-Brabant (hierna: de rechtbank) van 6 maart 2020, nummers BRE 18/7159 tot en met 18/7161, in het geding tussen

belanghebbende,

en

de inspecteur van de Belastingdienst,

hierna: de inspecteur.

1 Ontstaan en loop van het geding

1.1.

Belanghebbende heeft verzocht om ambtshalve vermindering van de navorderingsaanslagen inkomstenbelasting/premie volksverzekeringen (IB/PVV) 2009, 2010 en 2011.

1.2.

De inspecteur heeft de verzoeken om ambtshalve vermindering afgewezen.

1.3.

Belanghebbende heeft bezwaar gemaakt.

1.4.

De inspecteur heeft uitspraak op bezwaar gedaan en het bezwaar niet-ontvankelijk (2009) respectievelijk ongegrond (2010 en 2011) verklaard.

1.5.

Belanghebbende heeft tegen deze uitspraak beroep ingesteld bij de rechtbank.

De rechtbank heeft het beroep ongegrond (2009) respectievelijk gegrond (2010 en 2011) verklaard.

1.6.

Belanghebbende heeft tegen deze uitspraak hoger beroep ingesteld bij het hof. De inspecteur heeft een verweerschrift ingediend.

1.7.

Het hof heeft bepaald dat de zitting achterwege kan blijven. Geen van partijen heeft – na navraag door het hof – verklaard gebruik te willen maken van hun recht om op een zitting te worden gehoord. Het hof heeft partijen schriftelijk meegedeeld dat het onderzoek is gesloten.

2 Feiten

2.1.

Belanghebbende heeft op 7 februari 2017 bij de inspecteur een verzoek om ambtshalve vermindering van de navorderingsaanslag IB/PVV 2009 ingediend.

2.2.

Belanghebbende heeft op 6 februari 2017 bij de inspecteur verzoeken om ambtshalve vermindering van de navorderingsaanslagen IB/PVV 2010 en 2011 ingediend.

2.3.

De inspecteur heeft de in 2.1 en 2.2 vermelde verzoeken bij beschikkingen van 12 juli 2018 afgewezen. Hierbij heeft de inspecteur medegedeeld dat belanghebbende tegen deze afwijzing bezwaar kan maken.

2.4.

Belanghebbende heeft bij brief met dagtekening 21 augustus 2018, ontvangen door de inspecteur op 29 augustus 2018, bezwaar gemaakt tegen de beschikkingen van 12 juli 2018.

2.5.

De inspecteur heeft op 18 september 2018 uitspraak gedaan op het bezwaar van belanghebbende. Daarbij is het bezwaar gericht tegen de beschikking inzake de afwijzing van het verzoek om ambtshalve vermindering van de navorderingsaanslag IB/PVV 2009, niet-ontvankelijk verklaard.

2.6.

Het bezwaar gericht tegen de beschikkingen inzake de afwijzing van het verzoek om ambtshalve vermindering van de navorderingsaanslagen IB/PVV 2010 en 2011, heeft de inspecteur ongegrond verklaard. De reden hiervoor is onder andere dat deze verzoeken volgens de inspecteur zijn ingediend buiten de daarvoor geldende termijn.

2.7.

De rechtbank heeft het beroep ten aanzien van het verzoek om ambtshalve vermindering van de navorderingsaanslag IB/PVV 2009 ongegrond verklaard.

2.8.

De rechtbank heeft het beroep ten aanzien van het verzoek om ambtshalve vermindering van de navorderingsaanslagen IB/PVV 2010 en 2011 gegrond verklaard en het bezwaar wegens termijnoverschrijding niet-ontvankelijk verklaard.

3 Geschil en conclusies van partijen

3.1.

Het geschil betreft het antwoord op de volgende vragen:

I. Is bezwaar mogelijk tegen de afwijzing van het verzoek om ambtshalve vermindering van de navorderingsaanslag IB/PVV 2009?

II. Heeft belanghebbende tijdig bezwaar gemaakt tegen de afwijzing van het verzoek om ambtshalve vermindering van de navorderingsaanslagen IB/PVV 2010 en 2011?

III. Heeft belanghebbende recht op ambtshalve vermindering van de navorderingsaanslagen?

3.2.

Belanghebbende concludeert tot ambtshalve vermindering van de navorderingsaanslagen. De inspecteur concludeert tot bevestiging van de uitspraak van de rechtbank.

4 Gronden

5 Beslissing