Home

Gerechtshof 's-Hertogenbosch, 06-02-2020, ECLI:NL:GHSHE:2020:395, 19/00243

Gerechtshof 's-Hertogenbosch, 06-02-2020, ECLI:NL:GHSHE:2020:395, 19/00243

Gegevens

Instantie
Gerechtshof 's-Hertogenbosch
Datum uitspraak
6 februari 2020
Datum publicatie
11 maart 2020
ECLI
ECLI:NL:GHSHE:2020:395
Zaaknummer
19/00243
Relevante informatie
Verdrag tot bescherming van de rechten van de mens en de fundamentele vrijheden, Rome, 04-11-1950 [Tekst geldig vanaf 01-08-2021] art. 14, Successiewet 1956 [Tekst geldig vanaf 01-01-2023 tot 01-01-2024] art. 33

Inhoudsindicatie

Belanghebbende heeft in 2016 een schenking van haar tante ontvangen. Deze schenking is door de inspecteur met 30% (tariefgroep II) schenkbelasting belast. Belanghebbendes stelling dat op grond van artikel 14 EVRM de schenking met 10% (tariefgroep I) belast dient te worden, wordt door het Hof verworpen. Eveneens wordt haar beroep op de vrijstellingsbepaling van artikel 33, aanhef en onder 8, van de Successiewet 1956, verworpen. Hoger beroep ongegrond.

Uitspraak

Team belastingrecht

Meervoudige Belastingkamer

Kenmerk: 19/00243

Uitspraak op het hoger beroep van

[belanghebbende]

wonende te [woonplaats] ,

hierna: belanghebbende,

tegen de uitspraak van de Rechtbank Zeeland-West-Brabant te Breda (hierna: de Rechtbank) van 22 maart 2019, nummer BRE 17/7874 in het geding tussen

belanghebbende,

en

de inspecteur van de Belastingdienst,

hierna: de Inspecteur,

met betrekking tot de hierna te noemen aanslag.

1 Ontstaan en loop van het geding

1.1.

De Inspecteur heeft op 10 mei 2017 aan belanghebbende een aanslag schenkbelasting opgelegd naar een belaste verkrijging in het jaar 2016 van € 97.878 (hierna: de aanslag). De aanslag is, na daartegen gemaakt bezwaar, bij uitspraak van de Inspecteur van 31 oktober 2017, verminderd naar een belaste verkrijging van € 50.378.

1.2.

Belanghebbende is van deze uitspraak in beroep gekomen bij de Rechtbank. Ter zake van dit beroep heeft de griffier van de Rechtbank van belanghebbende een griffierecht geheven van € 46. De Rechtbank heeft het beroep ongegrond verklaard.

1.3.

Tegen deze uitspraak heeft belanghebbende hoger beroep ingesteld bij het Hof. Ter zake van dit beroep heeft de griffier van belanghebbende een griffierecht geheven van € 128. De Inspecteur heeft een verweerschrift ingediend.

1.4.

De zitting heeft plaatsgehad op 16 januari 2020 te ‘s-Hertogenbosch. Aldaar zijn toen verschenen en gehoord belanghebbende, alsmede, namens de Inspecteur, [inspecteur] .

1.5.

Belanghebbende heeft tijdens de zitting een pleitnota voorgedragen en exemplaren daarvan overgelegd aan het Hof en aan de Inspecteur.

1.6.

Het Hof heeft aan het einde van de zitting het onderzoek gesloten.

2 Feiten

2.1.

Belanghebbende heeft van haar tante in 2016 een aantal bedragen geleend. Deze leningen heeft de tante op 28 december 2016 kwijtgescholden zodat belanghebbende op dat moment een schenking van € 100.000 heeft ontvangen. Daarvan heeft belanghebbende tezamen met haar tante aangifte gedaan en de Inspecteur heeft conform die aangifte aan belanghebbende de aanslag opgelegd.

2.2.

Tegen de aanslag heeft belanghebbende bezwaar gemaakt. Na toepassing van de vrijstellingsbepaling in artikel 33, aanhef en onder 8, van de Successiewet 1956 (wettekst 2016; hierna SW) heeft de Inspecteur de belaste verkrijging verlaagd naar € 50.378. Het bezwaar tegen de toegepaste algemene vrijstelling van € 2.122 en het toegepaste tarief van 30% heeft hij daarbij afgewezen.

3 Geschil, alsmede standpunten en conclusies van partijen

3.1.

In geschil is of de aanslag tot een te hoog bedrag is opgelegd. In het bijzonder is in geschil of voor een bedrag van € 15.440 recht bestaat op de vrijstelling van artikel 33, aanhef en onder 8, van de SW en of de schenking op grond van het gelijkheidsbeginsel belast moet worden met 10%, als ware het een schenking van ouder aan kind.

3.2.

Belanghebbende is van mening dat haar beroep op de vrijstellingsbepaling en het gelijkheidsbeginsel dient te slagen. De Inspecteur is de tegenovergestelde opvatting toegedaan.

3.3.

Belanghebbende concludeert tot vermindering van de aanslag. De Inspecteur concludeert tot bevestiging van de uitspraak van de Rechtbank.

4 Gronden

5 Beslissing