Home

Gerechtshof 's-Hertogenbosch, 29-01-2021, ECLI:NL:GHSHE:2021:210, 15/01170

Gerechtshof 's-Hertogenbosch, 29-01-2021, ECLI:NL:GHSHE:2021:210, 15/01170

Gegevens

Instantie
Gerechtshof 's-Hertogenbosch
Datum uitspraak
29 januari 2021
Datum publicatie
1 februari 2021
ECLI
ECLI:NL:GHSHE:2021:210
Formele relaties
Zaaknummer
15/01170
Relevante informatie
Algemene wet bestuursrecht [Tekst geldig vanaf 01-08-2023 tot 01-01-2024] art. 8:32a

Inhoudsindicatie

Belanghebbende is kansspelbelasting ad € 13.500.000 verschuldigd. Op internet werden tot 2013 via 7 websites kansspelen aangeboden, gericht op de Nederlandse markt. De websites waren in werkelijkheid van een in Nederland gevestigde besloten vennootschap, maar de ondernemingsstructuur was zo opgezet dat het leek alsof de spelen werden georganiseerd vanuit het buitenland door buitenlandse rechtspersonen. Bij een grootschalig politieonderzoek in binnen- en buitenland werden grote hoeveelheden documenten en data in beslaggenomen. Een van de in beslaggenomen databases bevatte informatie over de 7 websites die betrokken zijn bij deze zaak. Toen bleek dat voor de websites in Nederland geen kansspelbelasting werd voldaan.

Aan de hand van ontvangen financiële gegevens heeft de belastinginspecteur een naheffingsaanslag van 13,5 miljoen euro berekend. De belastinginspecteur heeft voor het hof voldoende aannemelijk gemaakt dat de Nederlandse besloten vennootschap de daadwerkelijke beslissingen nam over de organisatie van de via de goksites aangeboden kansspelen. Daarnaast heeft het hof beslist dat de naheffingsaanslag niet te hoog is vastgesteld. Omdat partijen een enorme hoeveelheid aan stukken op digitale wijze hadden overgelegd heeft het hof op basis van artikel 8:32a Awb alleen stukken waar partijen rechtstreeks naar verwezen en die voor het hof leesbaar waren bij zijn beslissing betrokken. Uit de stukken die de belastinginspecteur heeft overgelegd blijkt dat de belastinginspecteur de werkelijkheid heeft proberen te benaderen op basis van objectieve en verifieerbare gegevens. De Nederlandse besloten vennootschap heeft niet aannemelijk gemaakt dat de berekeningen van de inspecteur niet kloppen. De Nederlandse besloten vennootschap is de volledige naheffingsaanslag alsnog verschuldigd.

Uitspraak

Team belastingrecht

Meervoudige Belastingkamer

Nummer: 15/01170

Uitspraak op het hoger beroep van

[belanghebbende] B.V.,

gevestigd te [vestigingsplaats] ,

hierna: belanghebbende,

tegen de uitspraak van de Rechtbank Zeeland-West-Brabant (hierna: de rechtbank) van 20 augustus 2015, nummer AWB 13/4901, in het geding tussen belanghebbende en

de inspecteur van de Belastingdienst,

hierna: de inspecteur.

1 Ontstaan en loop van het geding

1.1.

De inspecteur heeft een naheffingsaanslag kansspelbelasting over de periode 1 november 2008 tot en met 30 april 2013 opgelegd.

1.2.

Belanghebbende heeft bezwaar gemaakt.

1.3.

De inspecteur heeft uitspraak op bezwaar gedaan en het bezwaar gegrond verklaard.

1.4.

Belanghebbende heeft tegen deze uitspraak beroep ingesteld bij de rechtbank.

De rechtbank heeft het beroep ongegrond verklaard.

1.5.

Belanghebbende heeft tegen deze uitspraak hoger beroep ingesteld bij het hof. De inspecteur heeft een verweerschrift ingediend.

1.6.

De inspecteur heeft nadere stukken ingediend. Deze stukken zijn, met uitzondering van de stukken van 21 december 2017, doorgestuurd naar belanghebbende. De inspecteur heeft in de stukken van 21 december 2017 verzocht om volledige geheimhouding van de daarbij gevoegde stukken die zijn verkregen van de Nationale Recherche. Het hof heeft de zaak eind december 2017 in handen van de geheimhoudingskamer gesteld.

1.7.

De geheimhoudingskamer heeft op 12 juli 2019 tussenuitspraak gedaan en daarbij bepaald dat het niet overleggen en schonen van die stukken deels gerechtvaardigd is. De inspecteur heeft in zijn geheel uitvoering gegeven aan de uitspraak van de geheimhoudingskamer. De zaak is vervolgens verwezen naar de meervoudige Kamer.

1.8.

Partijen hebben vóór de eerste zitting nadere stukken ingediend. Deze stukken zijn doorgestuurd aan de andere partij.

1.9.

Partijen hebben vóór de eerste zitting verzocht om uitstel van deze zitting of om deze in te richten als regiezitting. Het hof heeft de verzoeken om de zaak op de eerste zitting niet inhoudelijk te behandelen gehonoreerd.

1.10.

De eerste zitting heeft plaatsgevonden op 18 december 2019 in ‘s-Hertogenbosch. Daar zijn verschenen namens belanghebbende, [F] , tot bijstand vergezeld van de gemachtigde, [gemachtigde 1] , en van [gemachtigde 2] , en, namens de inspecteur, [inspecteur 1] , [inspecteur 2] , [inspecteur 3] en [inspecteur 4] . Het hof heeft het onderzoek op de zitting geschorst en daarbij bepaald dat het vooronderzoek wordt hervat.

1.11.

Partijen hebben na de eerste zitting nadere stukken ingediend. Deze stukken zijn doorgestuurd aan de andere partij.

1.12.

De meervoudige Kamer heeft op de voet van artikel 8:12 van de Algemene wet bestuursrecht (hierna: de Awb) uit haar midden mr. drs. P. Fortuin aangewezen als raadsheer-commissaris. Op 27 mei 2020 in ’s‑Hertogenbosch zijn op grond van artikel 8:44 van de Awb voor de raadsheer-commissaris voor een regie-zitting verschenen namens belanghebbende, [F] , tot bijstand vergezeld van de gemachtigde, [gemachtigde 1] , en van [gemachtigde 2] , en, namens de inspecteur, [inspecteur 2] , [inspecteur 3] , [inspecteur 4] en [inspecteur 5] . De raadsheer-commissaris heeft aan het einde van de zitting bepaald dat het vooronderzoek wordt voortgezet. Afgesproken is onder meer dat de inspecteur stukken op digitale wijze aan het hof en belanghebbende via links zou verstrekken (zie 2.72).

1.13.

Belanghebbende heeft vóór de tweede zitting tweemaal verzocht om uitstel van deze zitting. Het hof heeft deze verzoeken afgewezen.

1.14.

De tweede zitting heeft plaatsgevonden op 2 juli 2020 in ‘s-Hertogenbosch. Daar zijn verschenen namens belanghebbende, de gemachtigde [gemachtigde 1] en [gemachtigde 3] , en, namens de inspecteur, [inspecteur 2] , [inspecteur 3] , [inspecteur 4] , [inspecteur 6] en [inspecteur 5] . De inspecteur heeft voor de zitting een pleitnota toegezonden aan het hof. De griffier heeft deze pleitnota doorgestuurd naar belanghebbende. Belanghebbende heeft tijdens de zitting een pleitnota voorgelezen en exemplaren daarvan overgelegd aan het hof en aan de andere partij. Het hof heeft het onderzoek op de zitting geschorst en daarbij bepaald dat het vooronderzoek wordt hervat.

1.15.

Partijen hebben na de tweede zitting nadere stukken ingediend. Deze stukken zijn doorgestuurd aan de andere partij.

1.16.

De derde zitting heeft plaatsgevonden op 18 december 2020 in ‘s-Hertogenbosch. Daar is verschenen namens belanghebbende, de gemachtigde [gemachtigde 1] , en, namens de inspecteur, [inspecteur 2] , [inspecteur 3] , [inspecteur 4] , [inspecteur 6] en [inspecteur 5] . Belanghebbende heeft tijdens de zitting een pleitnota voorgelezen en exemplaren daarvan overgelegd aan het hof en aan de andere partij. Het hof heeft aan het einde van die zitting het onderzoek gesloten.

1.17.

Van de zittingen zijn processen-verbaal opgemaakt. Het proces-verbaal van de zitting van 18 december 2020 wordt gelijktijdig met de uitspraak aan partijen verzonden. De processen-verbaal van de andere zittingen zijn reeds eerder aan partijen verzonden.

2 Feiten

2.1.

Belanghebbende is opgericht naar Nederlands recht en is ook gevestigd in Nederland. De structuur kan als volgt worden weergegeven:

2.2.

De activiteiten in [B BV] zijn per 3l mei 2012 overgedragen aan [E BV] , waarvan [F] eveneens enig aandeelhouder is.

2.3.

[G Ltd] (hierna ook: [G Ltd] ) is op [oprichtingsdatum] 2008 opgericht naar het recht van Cyprus. De eerste aandeelhouder en tevens bestuurder was [XX] , een medewerker van belanghebbende. Vervolgens is [U] op 18 december 2008 aandeelhouder en bestuurder geworden. Hij heeft de aandelen en het bestuur op zijn beurt overgedragen aan [YY] (bijlage 77).

2.4.

Op het internet werden onder de verzamelnaam “ [verzamelnaam] ” via een aantal websites kansspelen in de zin van artikel 2, lid 1, onderdeel a, Wet op de kansspelbelasting (hierna: Wet KSB) aangeboden. De Nationale Recherche is een onderzoek begonnen naar deze activiteiten.

2.5.

Naast belanghebbende, [G Ltd] , [F] en [A] zijn ook de vennootschappen [T] Ltd. (hierna: [T Ltd] . ) en [T] CR SA (hierna: [T SA] ) betrokken bij de aangeboden kansspelen en om die reden onderdeel van het onderzoek.

[T Ltd] . is opgericht naar het recht van het Verenigd Koninkrijk. Als bestuurders van die vennootschap hebben opeenvolgend opgetreden [Q] , [U] , [RR] , [T SA] en [SS] , de vriendin van [YY] (bijlage 78).

[T SA] is opgericht naar het recht van Costa Rica. Als bestuurders van deze vennootschap hebben opeenvolgend opgetreden [Q] , [U] , [FFF] , [U] , [RR] en [SS] (bijlage 79).

Algemeen ten aanzien van de wijze van organisatie van de kansspelen:

2.6.

In het proces-verbaal “Bevindingen [database] ” (bijlage 7), is onder meer het volgende opgenomen:

“Op 24 mei 2013 werden er in het kader van onderzoek [M] op diverse plaatsen, in binnen en buitenland, doorzoekingen uitgevoerd. Hierbij werden in het kader van de bewijsvoering een grote hoeveelheid documenten en data in beslaggenomen. Onder de inbeslaggenomen data welke werd aangetroffen op een servers die in Zweden inbeslaggenomen was,( ibn. [nummer 1] ) werd een database aangetroffen met de naam [database] .

Na vergelijking van de data die via de telecommunicatie was binnengekomen, met deze inbeslaggenomen data bleek dat deze data exact overeenkwam.

De inbeslaggenomen database van [database] bevat kort samengevat de benodigde management informatie van zeven internet casino’s.

Dit zijn de navolgende internetcasino’s:

[internetcasino 1] afgekort naar [internetcasino 1]

[internetcasino 2] afgekort [internetcasino 2]

[internetcasino 3] afgekort [internetcasino 3]

[internetcasino 4] afgekort [internetcasino 4]

[internetcasino 5] afgekort [internetcasino 5]

[internetcasino 6] afgekort [internetcasino 6]

[internetcasino 7] afgekort [internetcasino 7]

(…)

In de database zitten onderandere de klant-/ spelersgegevens (namen, adressen, telefoonnummers, e-mailadressen, IP-adressen en bankrekeningnummers), de informatie met betrekking tot de inleg van de spelers, de uitgekeerde bonussen en jackpots, de uitbetalingen aan de spelers, de vergoedingen voor de affiliates en overige benodigde gegevens

Uit de gegevens van [database] is op te maken dat de genoemde internetcasino’s hoofdzakelijk gericht waren op de Nederlandse markt. Uit de gegevens is namelijk op te maken, dat ruim 90 % van de klanten hebben ingevuld dat zij uit Nederland komen. Verder blijkt dat ruim 90 % van de aanwezige bankrekeningen van klanten, welke werden gebruikt voor uitbetalingen, Nederlandse bankrekeningen zijn. Tevens was te zien dat ook ruim 80 % van de inleg binnen kwam via Ideal. Ideal was in ieder geval tot 1 februari 2013 een betalingsmogelijkheid alleen voor Nederlandse bankrekeninghouders.

In de database [database] zijn de gegevens aanwezig met betrekking tot de inleg die de spelers / klanten vanaf oktober 2009 tot en met 23 mei 2013 hebben gedaan. Tevens zijn in de database de gegevens aanwezig van de uitbetalingen die aan de spelers / klanten zijn gedaan in de periode van september 20109 tot en met 23 mei 2013. Deze gegevens zijn te specificeren per casino en dag datum tijd.

(…)

Verder blijkt uit de database dat er een 23 gebruikers zijn die de rol “backoffice” hebben. Deze

gebruikers hebben dus toegang tot de gegevens van de database. Bij deze gebruikers zijn de

verdachten [F] met user name [username F] en [D] met username [username D] . De overige personen die kunnen inloggen, zijn allemaal werknemers dan wel ex-werknemers van

[belanghebbende] B.V. dan wel een andere aan [F] te liëren onderneming.”

2.7.

Op 24 mei 2013 is door de Zweedse politie op verzoek van het Openbaar Ministerie in Nederland onderzoek gedaan bij en beslag gelegd op servers van de rechtspersonen [belanghebbende] , [N] en [O] . Op deze servers is de database “ [QQQQQ] ” aangetroffen. De database draaide op servers van het hostingbedrijf [hostingbedrijf] . In het proces-verbaal “Bevindingen aan de casino database aangetroffen op de servers in Zweden” (bijlage 80), is onder meer het volgende opgenomen:

Verificatie

Uit tapgegevens komt naar voren dat er op het adres van [D] op 5-1-2013 inlogt wordt op de website www. [internetsite 1] en er inzicht verkregen word in statistieken gerelateerd aan uitbetalingen, affliates en persoonsgegevens van casino spelers. Hierbij logt de persoon in met de gebruikersnaam ‘ [username D] ’.

Uit onderzoek aan de database blijkt dat de gebruiker ‘ [username D] ’ als gebruiker aanwezig is in de database en hierbij de rol ‘Backoffice medewerker’ heeft.

(…)

Resume

De in Zweden in beslaggenomen database bevat kennelijk managementinformatie voor het online aanbieden van kansspelen. Hieruit blijkt dat:

(…)

- Er is een inkomende geldstroom van 67,124,294.58 euro

- Er is een uitgaande geldstroom van 29,520,129.66 euro

- De inkomende ‘factuurnummers’ zijn te controleren met informatie uit de [I] database

- De gebruiker welke ingelogd op de website [internetsite 1] via de internet verbinding van het woonadres van [D] is te verifiëren.”

2.8.

De geldstromen in verband met de kansspelen zijn als volgt weer te geven:

2.9. In het proces-verbaal “Historische gegevens domeinen” (bijlage 9) is het volgende vermeld over de domeinnamen van de kansspelen:

“Uit onderzoek is gebleken dat de rechtspersoon [belanghebbende] en gelieerde bedrijven verschillende domeinnamen geregistreerd hebben. In dit proces verbaal heb ik nader onderzoek gedaan naar de historische gegevens van de domeinnamen.

Een registratiedatum (creatiedatum) geeft aan op welke datum het domein is geregistreerd bij een Registrar. Een registrar is een bedrijf of instantie welke de registratie van domeinnamen verzorgt. De registratiedatum geeft enkel het eerste moment van registratie aan. Er is geen registratie bekent door welk bedrijf of persoon deze is vastgelegd.

Uit onderzoek zijn de volgende domeinnamen en registratie data naar voren gekomen.

Website

Registratie datum

[internetsite 2]

22-02-2007

[internetsite 3]

22-02-2007

[internetsite 4]

25-06-2009

[internetsite 5]

26-06-2009

[internetsite 6]

06-07-2004

[internetsite 7]

22-02-2007

[internetsite 8]

22-02-2007

[internetsite 9]

25-09-2006

[internetsite 10]

25-09-2006

[internetsite 11]

26-01-2006

[internetsite 12]

26-01-2006

[internetsite 13]

28-02-2006

[internetsite 14]

19-06-2003

[internetsite 15]

28-12-2005

[internetsite 16]

28-12-2005

[internetsite 17]

12-01-2006

[O] .com

21-08-2009

[belanghebbende] .nl

14-09-2005

[belanghebbende] .com

14-09-2005

[internetsite 1]

11-08-2009

[internetsite 18]

12-01-2006

In het proces-verbaal zijn vervolgens historische registratiegegevens weergegeven. De websites [internetsite 2] , [internetsite 11] , [internetsite 6] , [internetsite 15] , [internetsite 9] en [internetsite 7] hebben alle op een gegeven moment eerst [T Ltd] . als registrant en vervolgens [T SA] . Ten aanzien van de websites [internetsite 14] en [internetsite 4] is [T SA] als registrant vermeld.

2.10.

In het proces-verbaal van bevindingen “Uitgeleverde stukken [K BV] ” (bijlage 111) is het volgende vermeld:

“Op 1 mei 2007 is een contract ondertekend door de CEO van [K BV] , de heer [GGG] enerzijds en de directeur van [belanghebbende] B.V., [F] , anderzijds.

Onderwerp van het contract: " [K] biedt de opdrachtgever de mogelijkheid om via betaalde SMS-berichten te incasseren bij eindgebruikers voor door haar aangeboden diensten/producten. Hiervoor stelt [K] een exclusieve shortcode ter beschikking, met hierbij één of meer exclusieve "shortkeys"

Voor wat betreft de vergoedingen, facturering en betaling zijn in artikel 5 van het contract de details opgenomen. Kort weergegeven:

5.1

[K] zal per succesvol geïncasseerd sms een vergoeding uitbetalen aan de Opdrachtgever.

5.2

Opdrachtgever is, binnen een bandbreedte, gerechtigd de consumentenprijs te bepalen

5.3

[K] zal overgaan tot uitbetaling nadat de door de eindgebruiker verschuldigde bedragen, onder aftrek van de kosten van derden (Telecom operators) en haar eigen tarief, door [K] zijn geïncasseerd

5.4

[K] zal maandelijks het door haar aan opdrachtgever verschuldigde bedrag op een creditnota specificeren en binnen zes weken na het einde van de maand uitbetalen.

Door [belanghebbende] BV worden vervolgens een tweetal diensten bij [K] afgenomen, te weten:

* Premium SMS Payment Module: incasseren van geld middels betaalde SMS berichten.

• IVR: Interactive Voice Respons, betaalde informatielijn

Klant/contact gegevens:

De klant gegevens zoals bekend bij [K] zijn:

Bedrijfsgegevens:

[belanghebbende] B.V. [adres 1] , [postcode 1] [vestigingsplaats] .

Als internetadres is er geregistreerd: www. [internetsite 6]

Contactpersoon:

[F] ; e-mail: [emailadres 1] , telefoonrs: [telefoonnummer 1] en [mobielnummer] .

Facturering:

ING bankrekening [bankrekeningnummer] ten name van [belanghebbende] B.V.

IBAN [IBANnummer]

Helpdesk:

Contactpersoon: [T] SA ,

E-mail: helpdesk@ [internetsite 6]

Adres: [adres 2] , [postcode 2] Costa Rica

Url: www. [internetsite 6] ”

2.11.

Tot de stukken van het geding behoort een overeenkomst van 21 februari 2012 tussen [T SA] en [G Ltd] , en een overeenkomst van diezelfde datum tussen [G Ltd] en belanghebbende (zie 2.29 en 2.30 hierna). In deze overeenkomsten is, samengevat, neergelegd dat [T] de eigenaar is van verschillende websites waarop internetspelen worden aangeboden en dat het beheer, uitvoering en onderhoud van de EU websites wordt uitbesteed aan [G Ltd] , die het op haar beurt uitbesteed aan belanghebbende.

2.12.

In het zaaksdossier “Witwassen middels de rechtspersonen [T SA] - [G] - [KK] ” (bijlage 91) is een overzicht gegeven van de door belanghebbende opgemaakte facturen over de periode van 31 januari 2009 tot en met 29 april 2013 voor aan [G] verstrekte diensten. Deze facturen vertegenwoordigen een bedrag van in totaal € 18.286.424, verdeeld als volgt:

jaar:

bedrag:

2009

€ 4.021.890

2010

€ 4.195.000

2011

€ 3.794.599

2012

€ 4.874.935

2013

€ 1.400.000

2.13.

Ten aanzien van de inkomsten van en geldstromen in belanghebbende is in het zaaksdossier “witwassen via [belanghebbende] B.V.” (bijlage 71) het volgende vermeld:

“In dit proces verbaal is onderzoek gedaan naar de inkomsten van en geldstromen in [belanghebbende] BV

Hierbij is specifiek de mate van afhankelijkheid (direct dan wel indirect) van de van de online casino's afkomstige geldstroom onderzocht.

Inkomende geldstroom:

De inkomende geldstroom ad € 46,8 miljoen bestaat nagenoeg geheel uit de ontvangsten welke hun directe herkomst vinden in de online casino's. Dit betreft met name gelden afkomstig van:

o Stichting derdengelden [I] , op deze rekening komen in ieder geval de via "ldeal" en creditcard maatschappijen verwerkte inleg gelden van spelers binnen.

omvang geldstroom circa 73%

o [K BV] , dit bedrijf wikkelt de financiële kant van de door spelers ingelegde gelden via IVR (09XX betaallijnen) en SMS-diensten af.

omvang geldstroom circa 21%

o [BB BV] , dit bedrijf wikkelde net als [K BV] de financiële kant van de door spelers ingelegde gelden via IVR (09XX betaallijnen) en SMS-diensten af.

omvang geldstroom circa 4%

o [CC] . Dit bedrijf verzorgt een E-wallet systeem wat online betalingenmogelijk maakt.

omvang geldstroom circa 1%

De betaalwijze "Ideal" (= bij [belanghebbende] via St derdengelden [I] ) en " [CC] " staan ook op de diverse casino websites van de verdachten als betaal methode aangegeven.

Uitgaande geldstroom;

Van de uitgaande geldstroom gaat voor circa 29,9 miljoen (=64%) richting de verdachten, hun familie/ aanverwanten danwel aan hen gerelateerde vennootschappen. Het merendeel hier weer van, te weten circa € 23,5 miljoen gedurende de periode 2006-mei 2013, gaat naar de personal holdings van [F] en de broers [D] en [H] .

De resterende 36% van de uitgaande geldstroom heeft met name betrekking op uitgaven, te relateren aan de bedrijfsvoering (het runnen van) [belanghebbende] . Dit betreft dan onder andere belastingen, lonen, inhuur personeel (HQ-IT) kosten voor de ontwikkeling van spellen ( [DD] ), hosting en server beheer ( [hostingbedrijf] ) etc.

Financiering:

In de balansen van [belanghebbende] BV zijn gedurende de jaren 2005 -2011 zijn, met uitzondering van een leasecontract voor een auto, geen significante financieringen door banken/ kredietinstellingen aangetroffen. Financiering van de vennootschap heeft dus feitelijk geheel plaatsgevonden met gelden afkomstig uit de illegale activiteiten met betrekking tot online casino's.

Resultaten:

Uit de aangetroffen (digitale) administraties en uitgevoerd onderzoek is gebleken dat de

verantwoorde omzetten rechtstreeks betrekking hebben op de door de verdachten beheerde

casino's. Enerzijds betreft dit een "gefingeerde" facturenstroom richting [G Ltd] welke dient ter afdekking/ verantwoording van de van de illegale online casino's afkomstige geldstroom en anderzijds de opbrengst van de middels IVR en SMS diensten ingelegde spelers gelden.

Activiteiten:

[belanghebbende] BV heeft gedurende haar bestaan geen danwel geen significante andere activiteiten verricht anders dan die gericht op het maken, beheren en exploiteren van illegale online casino's.”

In dit zaaksdossier is een overzicht van uitgaande geldstromen opgenomen. Hieruit volgt dat belanghebbende in de periode 2006 tot en met mei 2013 voor de ontwikkeling van spellen aan [DD Ltd] en [DD BV] respectievelijk € 2.523.230 en € 1.784.098 heeft betaald.

2.14.

In het “Proces-verbaal van bevindingen van onderzoek aan de data aangetroffen op de in Zweden inbeslaggenomen servers” (bijlage 16) staat dat met regelmaat in de code staat wie aan de ontwikkeling van het bestand heeft meegewerkt en door welke onderneming. Ten aanzien van drie bestanden was in 2009 en 2011 het copyright van “ [belanghebbende] Team”, waaruit volgens het genoemd proces-verbaal “Blijkt [dat] uit de in de broncode voorkomende details (….) door of namens [belanghebbende] ontwikkelingswerkzaamheden aan de software is uitgevoerd in 2009 en 2011”.

Verklaringen en documenten over de activiteiten van de vennootschappen:

Tijdens het onderzoek zijn verder de volgende verklaringen afgelegd en documenten in beslag genomen:

2.15.

In het proces-verbaal van bevindingen “Computer [Q] met betrekking tot de aankoop van een S.A. in Costa Rica” (bijlage 97) is een overzicht gegeven van de volgende op de computer van [Q] aangetroffen gegevens:

Emails

17 april 2006 email van [HHH] ( [emailadres 2] ) aan “Mhr. [Q] ” ( [S] ) waarin [HHH] informatie geeft over een nieuw op te richten S.A. Op 18 april 2006 reageert “ [Q] ” ( [S] , [e-mailadres] ) op de email. Hij geeft aan dat de interesse van zijn cliënt uit gaat naar het overnemen van een bestaande S.A. in Costa Rica en tevens vraagt hij of [HHH] de online- [OOO] mogelijkheden wil uitzoeken in Costa Rica. Dezelfde dag stuurt “ [Q] ” ( [S] , [e-mailadres] ) de hiervoor vermelde emails door naar “ [F] ” ( [emailadres 3] ) met onder andere de tekst: “onderstaand een laatste update van de situatie betreffende Costa Rica".

24 april 2006 email van [HHH] ( [emailadres 2] ) aan “Mhr. [Q] " ( [S] ) waarin [HHH] informatie geeft over het kopen van een bestaande S.A. in Costa Rica. Tevens geeft zij informatie met betrekking tot casino's. Zij geeft aan dat in Costa Rica geen wetgeving wat betreft casino’s bestaat en er daardoor ook geen vergunning of octrooi bestaat voor de casino’s. Op dezelfde dag stuurt “ [Q] " ( [S] , [e-mailadres] ) de email door naar " [F] ” ( [emailadres 3] ) met onder andere de tekst: “bijgaand een reactie van mevrouw [HHH] uit Costa Rica”.

25 april 2006 email van “ [Q] ” ( [S] , [e-mailadres] ) aan “Mevrouw [HHH] ”

( [HHH] ) waarin [Q] aangeeft dat de administratie en betalingen door een

boekhoudkantoor op Jersey wordt verzorgd.

Tevens wordt in de email gevraagd of de handtekeningen op de ambassade van Costa Rica in

Nederland geregeld kunnen worden aangezien dit zeer interessant zou zijn voor zijn cliënt. Op

dezelfde dag stuurt “ [Q] ” ( [S] , [e-mailadres] ) de email door naar “ [F] ”

( [emailadres 3] ) met de tekst: “ter kennisgeving".

14 augustus 2006 email (onderwerp email: Costa Ricaanse Vennootschap) van [Q] ( [S] , [e-mailadres] ) aan “mevrouw [HHH] ” ( [HHH] ) waarin [Q] zijn excuses aanbiedt dat hij zo lang niks meer heeft laten horen. Tevens staat in de email vermeld dat zijn cliënten een onderneming in Costa Rica willen inschrijven welke zich bezig houdt met online [OOO] en dat zij daar meer informatie over willen hebben. Op dezelfde dag stuurt [Q] ( [S] , [e-mailadres] ) de email door naar “de heer [F] ” ( [WW Ltd] , [emailadres 3] ) met onder andere de tekst: “onderstaand treft u de e‑mail zoals ik die onlangs verstuurd heb, waarvan ik u naar de inhoud graag zou willen verwijzen”.

24 augustus 2006 email (onderwerp email: Costa Ricaanse Vennootschap) van [HHH]

( [emailadres 2] ) aan “Mhr. [Q] " ( [S] ) waarin ze aangeeft dat er in Costa Rica geen vergunning bestaat voor internet casino’s, maar dat voor de software wel een patente te krijgen is. Op 25 augustus 2006 email van [HHH] ( [emailadres 2] ) aan “Mhr. [Q] ” ( [S] ) waarin zij informatie geeft over de verkrijging van een softwarevergunning in Costa Rica. Op 19 september 2006 stuurt “ [Q] ” ( [S] , [e-mailadres] ) de hiervoor vermelde emails door naar [WW Ltd] ( [emailadres 3] ) met als tekst: “ter kennisgeving”. Bij de emails zit een bijlage met gegevens inzake de patenten.

19 oktober 2006 email (onderwerp email: Documenten voor [F] ) van “ [Q] ” ( [S] ,

[e-mailadres] ) aan “ [F] ” ( [WW Ltd] , [emailadres 3] ) waarin hij aangeeft dat [F] nog gegevens moet invullen voor [III] . [F] dient dit zo snel mogelijk te doen want zodra hij de gegevens heeft met de gegevens van mevrouw [HHH] dan is alles van hun zijde verzorgd.

27 oktober 2006 email (onderwerp email: stand van zaken) van [HHH]

( [emailadres 2] ) aan “Mhr. [Q] ” ( [S] ) waarin zij aangeeft dat de

veranderingen naar het Register zijn gestuurd. Onder de email is een reactie op een eerder bericht zichtbaar van [Q] ( [S] , [e-mailadres] ) aan “mevrouw [HHH] " waarin [Q] vraagt of zij hem kan informeren over de stand van zaken omtrent [T] CR S.A. Op 27 oktober 2006 stuurt [Q] ( [S] , [e-mailadres] ) deze email door naar [WW Ltd] ( [emailadres 3] ) met de tekst: “ter kennisgeving”.

15 november 2006 email van [HHH] ( [emailadres 2] ) aan “Mhr. [Q] ” ( [S] ) waarin zij aangeeft dat de veranderingen van [T] CR S.A. zijn ingeschreven in het Register. Een uittreksel van het Register is als bijlage gevoegd. Uit het uittreksel van het Register blijkt dat [Q] per 23 oktober 2006 als “presidente” is aangesteld van [T] CR S.A. Op 16 november 2006 stuurt [Q] ( [S] , [e-mailadres] ) deze email door aan [WW Ltd] ( [emailadres 3] ) met de tekst: “ter kennisgeving”.

Op 7 december 2006 email van [Q] ( [S] ) aan [WW Ltd] (onderwerp email: bezoek Costa Rica) waarin hij zich richt tot “mevrouw [HHH] ” en doorgeeft dat zijn cliënt vanavond aankomt in [plaats 1] en dat hij haar morgen graag wil bezoeken. In deze email richt [Q] zich tevens tot “ [F] ” en geeft het adres van mevrouw [HHH] door. Op dezelfde dag wordt vanaf [WW Ltd] ( [emailadres 3] ) een email gestuurd naar [S] ( [e-mailadres] ) met als tekst: ''Goedenmorgen heb hem nu binnen [Q] bedankt!"

7 december 2006 email van [HHH] ( [emailadres 2] ) aan “Mhr. [Q] ” ( [S]

) waarin zij aangeeft om naar het hotel van de cliënt te gaan en vraagt in welk hotel hij zit. Op dezelfde dag stuurt [Q] ( [S] , [e-mailadres] ) dit emailbericht door naar [WW Ltd] ( [emailadres 3] ) met als tekst: “zie onderstaand bericht”.

(…)

[Q] ( [Q CV] , [emailadres 4] ) reageert hier op of zij hem met spoed kan terugbellen aangezien ze de patente dringend nodig hebben. Op 21 maart 2007 stuurt [HHH] ( [emailadres 2] ) een email naar “mhr. [Q] ” ( [Q CV] ) waarin zij aangeeft dat ze de heer [JJJ] heeft gesproken. Ze geeft aan dat je geen software patent kan kopen en als je in Costa Rica wil werken het dan als datum proces wordt ingeschreven. Ze geeft dan drie mogelijke opties. Op dezelfde dag stuurt [Q] ( [Q CV] , [emailadres 4] ) de hiervoor vermelde emails door naar [KKK] ( [emailadres 5] ) met als tekst: “Direct aan [F] laten lezen svp.”

(…)

Documenten

Merchant application form (word document, Application Gaming.doc.).

Hierop staat onder andere het volgende vermeld:

1. Company information

European company details:

[T] Ltd

Company owner’s details:

[F] met emailadres [emailadres 3]

Director’s details:

[Q]

Autorized signatory:

[Q]

Corporate company details:

[T] CR SA

Autorized signatory’s details:

[Q]

2. Website details

www. [internetsite 6] :

Internet [OOO]

[internetsite 19] :

Same

3. Merchant contact details

Management:

[Q]

General en Risk:

[F] (telefoonnummer: [mobielnummer] )

Technical:

[LLL]

Finance:

[D] (telefoonnummer: [telefoonnummer 2] )

4. Risk Management Questionnaire

Activities:

Providing internet [OOO] www. [internetsite 18]

Major countries where clients are coming from: NL, UK, Aus, Canada, Belgium, Germany

Countries which are blocked:

USA, Russia, Sweden, Poland

[OOO] license:

No, because CR need none

Currencies:

€, USD, GBP

(…)

Tevens staat vermeld dat [Q] op naam van [QQ] een bankrekening heeft geopend

( [nummer 2] Rabobank [plaats 2] ), dat [F] en [D] de bankpas van [Q]

per koerier bezorgd krijgen en dat zij gerechtigd zijn betalingen te verrichten. Ook staat

vermeld dat [Q] bezig is met het openen van een bankrekening op naam van [QQ] bij de

Postbank in Nederland alsmede bij HSBC te Jersey.”

2.16.

In het proces-verbaal van bevindingen “Computer [Q] algemeen” (bijlage 96) is vermeld dat de volgende gegevens op de computer van [Q] zijn aangetroffen:

[V Ltd]

Email 24 februari 2006 van [WW Ltd] , [F] aan [S] waarin [F]

aangeeft dat de naam van hun nieuwe offshore [V] moet zijn. Bij de email stuurt [F] een uittreksel Kamer van Koophandel van [B BV] en van [A BV] mee. Tevens stuurt hij een kopie legitimatie van [D] mee. (…)

Email 13 juni 2006 van [Q] ( [S] , [e-mailadres] ) aan “Mrs. [MMM] ”

( [emailadres 6] ) inzake de opening van een bank account voor [V Ltd] . In de email staat vermeld dat “Mr. [F] " en “Mr. [A] " niet in de gelegenheid zouden zijn om de benodigde gegevens te overhandigen en [Q] vraagt of het mogelijk is de bank account op zijn naam te zetten. (…)

Email van 7 maart 2007 van “ [NNN] " ( [emailadres 7] ) aan [Q] ( [emailadres 4] ) inzake gegevens van [QQ] . In de email staat vermeld dat het volgende “op briefhoofd Rabobank staat:

“ [Q]

[QQ Ltd]

Rekeningnummer Rabobank: [nummer 3]

[adres 3]

[postcode 3] [vestigingsplaats] ”

(…)

[T] Ltd

(….)

In een email van 17 juli 2007 van [TT] ( [emailadres 8] ) aan “ [Q] ” ( [Q CV] , [emailadres 4] ) met een cc naar [emailadres 3] wordt het contract meegezonden van Deutsche Bank ( [J] ). Het onderwerp van de email is [T-bank] accounts. Het betreffende contract staat op naam van [T] Ltd , type of industry is "Betting”, description of services is “ [OOO] ” en de volgende websites worden genoemd: www. [internetsite 6] , www. [internetsite 15] , www. [internetsite 11] , [internetsite 20] , www. [internetsite 9] , www. [internetsite 2] , [internetsite 21] en [internetsite 22] .

(…)

In een email van 30 juli 2007 van [Q] ( [Q CV] , [emailadres 4] ) aan " [F] ” ( [emailadres 3] ) inzake contract [T] vraagt hij of [F] het formulier in de bijlage wil invullen en aan [TT] van [PPP] kan retourneren. Een screenshot met betrekking tot elke website wordt gevraagd en tevens het KvK document van Costa Rica.

(…)

[T] CR SA

(….)

Email van 28 juni 2007 van [KKK] ( [emailadres 9] ) aan [QQQ] ( [DDD] ) waarin zij de volgende websites doorgeeft: www. [internetsite 11] ,

www. [internetsite 15] ,www. [internetsite 2] en [internetsite 21] . Als “business activity" staat vermeld “ [OOO] ”. Op 29 juni 2007 stuurt [QQQ]

( [emailadres 10] ) een email naar [KKK] waarin hij aangeeft dat aangezien de onderneming in de UK is geregistreerd, ze ook een “UK betting license” nodig hebben. In een email van 29 juni 2007 geeft [KKK] aan [QQQ] aan dat alleen [T] CR S.A. een licentie heeft. In een email van 29 juni 2007 van [KKK] aan “ [Q] ” ( [Q CV] ) staat vermeld dat de contracten ( [DDD] ) nu op naam van “ [T] Costa Rica” moeten komen in plaats van [T] Jersey omdat ze alleen in Costa Rica een licentie hebben. Als bijlage bij de email is een kopie van het patent gevoegd.

(…)

Email van 5 juli 2007 van “ [Q] " ( [Q CV] , [emailadres 4] ) aan [KKK] ( [emailadres 9] ) met als bijlage het contract van [DDD] , In een eerdere email van 4 juli 2007 van [KKK] ( [emailadres 9] ) aan [Q CV] geeft zij aan dat het contract moet worden aangevuld met de websites: www. [internetsite 11] , www. [internetsite 15] , www. [internetsite 2] , [internetsite 21] . Het contract staat op naam van [T] CR S.A. en is ondertekend door [Q] . Tevens is als bijlage een directors and shareholders list gevoegd d.d. 5 juli 2007. Hierin staat vermeld dat de aandeelhouder van [T] CR S.A. , [T] Ltd is.

(…)

Voor de aanvraag van een creditcard bij [J] via [PPP] stuurt “ [F] ” ( [WW Ltd] , [emailadres 3] ) op 13 juni 2007 een email naar [TT] ( [emailadres 8] ) en [Q CV] ( [emailadres 4] ) met gegevens inzake de websites en platforms. De omzetten zouden € 350.000 per maand zijn met een groei van elke maand ongeveer € 25.000. [F] noemt de volgende websites met de bijbehorende omzet:

• www. [internetsite 6] +/- € 15 000,- per maand

• www. [internetsite 15] +/- € 100 000,- per maand

• www. [internetsite 11] .com +/- € 20 000,- per maand

• [internetsite 20] +/- € 5 000,- per maand

• www. [internetsite 9] +/- € 5 000,- per maand

• www. [verzamelnaam] .com +/- € 25 000,- per maand

• [internetsite 21] +/- € 100 000,- per maand

• [internetsite 22] +/- € 5 000,- per maand”

2.17.

In een e-mail van 19 maart 2008 van een medewerker van [J] Client Service aan [emailadres 11] , wordt melding gemaakt dat meer chargebacks zijn geregistreerd op het account van [T Ltd] . Dit bericht wordt doorgestuurd aan [F] , [RRR] en [MM] , de laatste twee werkzaam bij [I] . [RRR] reageert vervolgens op 20 maart 2008 aan ‘ [CCC] ’, ‘ [F] ’ en [MM] als volgt (bijlage 172):

“Beste [CCC] ,

(…)

Ik adviseer je te reageren op onderstaande mail van [J] .

Op basis van het verhoogde chargebackpercentage zijn er immer maatregelen genomen.

Onderstaand overzicht van [J] heeft betrekking op de periode vóórdat het nieuwe veiligheidsregiem is ingegaan. De creditcardtransacties zijn immers vanaf 18 januari via ons systeem gaan lopen en zoals je weet hebben we daarbij alle risicolanden uitgeschakeld. In overleg met jullie is er destijds voor gekozen om alleen Nederland en België te accepteren en sinds kort is ook Cyprus toegevoegd op verzoek. Door deze actie zou het chargebackpercentage zienderogen moeten zijn teruggelopen. Waarschijnlijk is het na die tijd ( na 18 januari ) niet eens meer voorgekomen.

Dit vloeit niet alleen voort uit de maatregelen die [I] voor jullie kon nemen vanuit de functionaliteit die [I] Plaza biedt maar mogelijk ook uit additionele maatregelen die jullie zelf genomen hebben. Het is goed om die maatregelen met hen ( [J] ) te communiceren in je mail.

(…)

PS . zoals je waarschijnlijk weet beiden we niet alleen de mogelijkheid om landen uit te sluiten maar kun je tevens specifieker op IP adres frauduleuze transacties buiten de deur te houden.”

2.18.

Op 10 april 2008 stuurt [TTT] , Web Developer ( [emailadres 12] ) aan [RRR] een bericht van [CC] door dat een nieuw [CC] account is aangemaakt op met username ‘ [belanghebbende] _eu’. In dit bericht staan transactie links voor [UUU] , www1. [internetsite 11] , www2. [internetsite 11] , www3. [internetsite 11] , www4. [internetsite 11] , www5. [internetsite 11] , www6. [internetsite 11] , [verzamelnaam] , [VVV] en [WWW] .

[RRR] stuurt in reactie daarop op 11 april 2008 een e-mail aan “ [TTT] en [CCC] ” ( [TTT] en [emailadres 14] ) met de volgende tekst (bijlage 173):

“Ik begreep uit je gesprek wat we vanmorgen hadden dat je [CC] wilde gaan koppelen en graag wilde dat wij daar tussen gingen zitten om o.a. veiligheid te waarborgen.

Vervolgens gaf je aan dat de koppeling met [CC] voor de 15e april gerealiseerd moest zijn.

Even vooraf : Hoe is het nou afgelopen met [J] eigenlijk ? Ik heb er niets meer van vernomen ( zie mijn vorige mail ) Is dit inmiddels een afgesloten weg ? Zoals je weet heb ik mijn hulp aangeboden om te kijken of we via Payvision invloed kunnen uitoefenen. De reden dat [J] jullie afsloot heeft mijns inziens geen betrekking op de periode dat de CC’s via ons liepen. Laat ze maar aantonen dat er chargebacks waren in die periode. Kan me bijna niet voorstellen. Als [J] weer aansluit dan zie ik de noodzaak voor [CC] eerlijk gezegd niet in. Is het niet handig dat we die route eerst lopen ? .. Mogelijk heb ik niet alle info maar dat hoor ik dan graag. ( Ik stel voor dat morgenvroeg om 10.00 uur ff bellen met elkaar [CCC] ..)

[CC] koppelen. Ik heb het er met [MM] en [XXX] kort besproken tussen de

bedrijven door.

Ik begrijp dat dat heeft iets meer voeten in aarde heeft dan een knop omzetten , en dat was

natuurlijk ook te verwachten. Koppelingen moeten ontworpen, ontwikkeld en getest worden ,

los nog van contracten die we [CC] moeten hebben om verantwoord zaken te kunnen

doen. Als we dit pad ingaan dan is er sowieso meer tijd nodig om dan de 2-3 werkdagen waar

je vanmorgen over sprak..

Ik stel voor dat we het morgen verder bespreken voordat we dadelijk overhaast beslissingen

nemen die door een andere benadering te vermijden geweest zouden zijn..”

2.19.

[Q] ( [emailadres 4] ) ontvangt op 15 april 2008 van [PPP] een herinneringsmail om een factuur te betalen voor het gebruik van het transactieplatform Triple Deal door [T] . Vervolgens vraag [TT] van [PPP] in een e-mail van 18 april 2008 aan [Q] ( [emailadres 15] ) wanneer de factuur in orde wordt gemaakt.

[Q] stuurt deze mail door aan [F] ( [emailadres 16] ) met de mededeling “Onderstaande mail ontving vorige week van [TT] , gelieve actie te ondernemen aangezien hij anders per as vr. de contracten zal ontbinden.”

[F] ( [emailadres 16] ) stuurt deze mail op zijn beurt op 29 april 2008 door aan [MM] met de opmerking “Beste [MM] zie onderstaande en zeg mij dat je onze contracten hebt overgenomen !!!!!! want ik zou niet weten waarvoor ik hun nog zou moeten betalen!!!!” (bijlage 170).

2.20.

In het proces-verbaal “Verhoor van de getuige [Q] ”, opgemaakt op 6 augustus 2013 (bijlage 14), is het volgende vermeld:

“In 2006, maar dat kan ook eind 2006 geweest zijn, maar ik denk begin 2006, hebben [F] , Ik ben zijn achternaam vergeten. U zegt mij [F] en dat is hem inderdaad. Hebben [F] en [D] mij benaderd om een vennootschap op te zetten die zich bezig zou houden met het verrichten van internationale betalingen voor internet aangelegenheden.

(…)

U vraagt mij of ik hun ook in persoon heb ontmoet. Ja ik heb ze ook in persoon ontmoet.

U vraagt mij hoe ik [QQ] , de constructie in Jersey met de verantwoordelijke personen/UBO, heb

opgezet. De UBO van dat verhaal waren toentertijd [D] en [F] en ik weet niet meer geheel

zeker of ik directeur van [QQ] Jersey was of dat de heer [YYY] in Jersey dat was.

(…)

U zegt mij dat er in Nederland een bankrekening is geweest van [QQ] op mijn naam. Dat kan ik mij inderdaad herinneren, dat was een Rabobank rekening.

(…)

U vraagt mij of ik nog weet hoe het met de betalingen is gegaan van die rekeningen. Dat kan ik me niet meer voor de geest halen. U vraagt mij of ze met de bankpas zelfstandig konden internet bankleren. Toentertijd konden ze zelfstandig internet bankieren met die rekening. U vraagt mij of ik dagelijks met die rekening bezig hoefde te zijn. Nee, dat hoefde ik niet.

U zegt mij dat ze bij mij nog een andere vennootschap hebben laten oprichten. Ja, ik heb hun een standaard company in Engeland verkocht. Dat was [T] . Die is later, omdat ik privé in de problemen kwam, uitgeschreven. Zij wilden geen zaken meer met mij doen omdat ik in die [affaire] zat en mijn zaken niet meer bij kon houden. En toen is alles overgedragen aan [U] . Daar heb ik overeenkomsten van gehad maar die heb ik nu niet meer. De overeenkomsten betroffen de overdracht van [T] UK en [T] S.A. in Costa Rica. Daarbij zat geloof ik ook [QQ] Jersey. En dat was de overdracht van al die vennootschappen.

U vraagt mij hoe ik [U] ken. Voordat zij bij mij kwamen, kende ik [U] . Hoe ik met hem in contact ben gekomen heb ik ook in een van de verklaringen gezegd, ik meen dat dat door [ZZZ] was. We hebben een keer een ontmoeting gehad. Hij zat in Costa Rica en hij kon Costaricaanse vennootschappen voor mij oprichten. En via die weg ben ik in contact gekomen. Het kan ook zijn dat ik zelf eerst contact heb opgenomen met een notaris in Costa Rica. Ze sprak Nederlands en zat in een van de buitenwijken van [plaats 1] en daar hield zij kantoor. Ik weet niet precies of [T] S.A. met tussenkomst van [U] is opgericht of dat ik hem zelf bij die mevrouw de notaris heb opgericht. U verteld mij dat u in de documenten hebt gezien dat ik zelf contact heb opgenomen met mevrouw [HHH] in Costa Rica, die Nederlands sprak. Dat kan heel goed zijn.

U vraagt mij wie de feitelijke UBO's waren van [T] . Dat waren toentertijd [F] en [D] . De aandelen van de Ltd werden, naar ik meen, gehouden door de Costaricaanse S.A. In Costa Rica heb je te maken met UBO's in die zin dat het een SA is, dus aandelen aan toonder. Toentertijd was de Costaricaanse wet zo dat wie de aandelen certificaten in hand had, die is de feitelijke UBO. U vraagt mij of ik de aandelen certificaten in hand heb gehad. Die heb ik niet in hand gehad. U vraagt mij of ik weet wie die wel in hand heeft gehad. Dat kan ik niet met zekerheid zeggen maar ik meen dat die in Costa Rica bij de notaris lagen.

(…)

U vraagt mij of ik [F] en [D] in contact heb gebracht met [U] . Ik meen dat ik ze in contact heb gebracht met [U] . U vraagt mij of het UBO schap hetzelfde is gebleven en dat hij het management is overgenomen. Dat is correct, maar ik weet niet wat daarna is gebeurd.

(…)

U vraagt mij hoe dat is gegaan met het factureren vanuit [T] . Ik weet dat zij zich toen ook bezig hielden met sms services, met die ringtones en dergelijke op smsen en daar kwamen af en toe overschrijvingen binnen van 10,15 duizend euro of ponden dat weet ik ook niet precies. En dat kwam op de rekening in Engeland binnen. Maar daar hadden zij ook zelf een machtiging over. Ik heb niet al hun handelen na kunnen gaan op dat moment. U vraagt mij of ik zelf facturen heb gemaakt of dat ik ze aangeleverd kreeg. Ik kreeg de bankafschriften binnen van die rekening. U vraagt mij of de facturen van [T] en [QQ] van mij af kwamen. Ik heb een paar keer een factuur in die tijd opgesteld (….).

(…)

U vraagt mij of ik in Costa Rica ook nog navraag heb gedaan met betrekking tot internet [OOO] licence, een soort vergunning voor internet gokken. Ja ik heb navraag gedaan en mevrouw [HHH] vertelde mij op dat moment dat de Costaricaanse wet van toen die tijd die had een clausule dat internet [OOO] en dergelijke, internetpoker, dat dat niet opgenomen was in de wet en derhalve dus niet verboden in Costa Rica. U zegt mij dat er geschermd wordt met een licentie van Costa Rica en of ik weet of die bestaat. Wat mevrouw [HHH] mij toen vertelde was dat internet [OOO] niet is opgenomen in de Costaricaanse wetgeving. Dus het kan zijn dat die nu bestaat, maar toen niet. Een licentie heeft volgens mij een nummer.

(…)

U zegt mij dat er onderhandelingen zijn geweest met een aantal creditcard maatschappijen en

vraagt mij of dit uit eigen beweging is geweest of op verzoek van de cliënt, Dit is allemaal op

verzoek van de cliënt geweest. U vraagt mij of ze zelfstandig ook contacten hadden met de

bedrijven. Het was zo geregeld dat ik werd gebeld door [F] of door een van zijn medewerkers voor een video conferentie via skype. Ik meen me te herinneren dat toen ik in [plaats 3] zat dat we een videoconferentie hadden met de Deutsche Bank en een bedrijf op Malta meen ik. U vraagt mij of de Deutsche Bank [J] is geweest en dat is inderdaad [J] geweest.

U zegt mij dat het vrij ongebruikelijk is dat de UBO's zelf naar buiten toe de zaken doen en dat ik alleen in beeld kom als er een handtekening gezet moet worden. Het was toen die tijd heel erg gebruikelijk in de werkzaamheden die ik deed.

(…)

U vraagt mij naar de bankrekeningen, de aanzienlijke bedragen die daarbinnen kwamen, die

weggeboekt werden en dat ze zelf gemachtigd waren voor de bankrekeningen. Mochten er

betalingen zijn die ik uitgevoerd heb, dan zal dat altijd vanaf mijn computer geweest zijn. U vraagt mij of dit in opdracht van de cliënt is gedaan. Dat is uiteraard zo gegaan.”

2.21.

In het proces-verbaal “Verhoor van de getuige [Q] ”, opgemaakt op 10 februari 2014 (bijlage 118), is het volgende vermeld:

“U vraagt of dat een normale procedure is dat er eerst geld wordt overgemaakt en later een factuur. Nou, normaal gesproken betaal je na het ontvangen van een factuur, maar het kwam daar nog al eens voor inderdaad dat er gebeld werd dat er geld was overgemaakt en dat een factuur moest worden uitgeschreven, ik had de gegevens van het bedrijf en dergelijke. Ik geloof dat zij die later zelf ook hadden, maar dat zal je natuurlijk na moeten gaan in de tijdlijn van de computer.

U zegt dat ik op papier de directeur was van [QQ] ltd en u vraagt mij of ik aan kan geven als directeur zijnde toentertijd, of er feitelijk iets gedaan werd met die onderneming of dat het een onderneming was die alleen op papier bestond. Je zou het, zoals de Engelsen zeggen, een shelf company kunnen noemen. Hij is nieuw opgezet en ik geloof dat het doel van die onderneming was om de online betalingssystemen mee af te handelen.

U vraagt of ik dat ook gedaan heb binnen [QQ] . Nou zelf heb ik zo gewerkt: er werd gebeld, schrijf er een factuur voor, er is een overschrijving en wat ik in mijn vorige verklaring ook heb gezegd, ik had eigenlijk nauwelijks activiteit op de bankrekening. Officieel was ik natuurlijk de directeur van de vennootschap, dus had ik toegang tot de bankrekening maar zij hadden ook de codes. Ik weet niet wat er later met die onderneming is gebeurd, maar in mijn tijd was het eigenlijk nog een semi inactieve onderneming.

U zegt dat als je betalingsdiensten aanlevert dat je dan mensen nodig hebt om dat af te wikkelen en vraagt of er personeel was of dat ze alles gewoon zelf deden. Ik was er in ieder geval niet bij

betrokken. Het personeel waar ik mee gesproken heb, bevond zich naar mijn idee altijd in

Nederland. In Jersey was er geen personeel.

(…)

U zegt dat ik een e-mail vanuit Nederland kreeg met het verzoek om een factuur te maken die dan de betaling moest verantwoorden die naar de rekening van [QQ] in Nederland ging. U vraagt hoe ik dan aan de omschrijving kwam die op de factuur stond of dat ik deze zelf had verzonnen. Ik weet niet of daar in de e-mail nog iets bijstond. Ik heb het niet uit mijn duim gezogen, dan moet het iets in de trant van management fee zijn geweest.

U zegt dat op de omschrijving staat: "bought IVR en sms data”. U vraagt mij of ik dit zelf heb

verzonnen. Dat denk ik niet. U vraagt of ik weet wat IVR is. Ik heb geen idee. Sms data daar kan ik me iets bij voorstellen, dat durf ik niet met zekerheid te zeggen, dat dat om telefoonnummers gaat waar reclame sms-en naar gestuurd worden. En IVR, daar heb ik geen idee van. U vraagt of [QQ] deze diensten aan [belanghebbende] heeft geleverd of verricht. Nee, want mijn idee van [QQ] is dat het de vennootschap zou worden waarover de betalingssystemen lopen en dat heeft natuurlijk niets gemeen met sms diensten.

U vraagt of die gegevens die op die factuur staan afkomstig zouden zijn van mensen uit Nederland. Ja, daar heb je bewijs van, want je hebt het al over een e-mail van [AAAA] naar mij.

(…)

U vraagt mij naar de Rabobank rekening van [QQ] en of zij ( [F] en [D] )

zelfstandig de rekening konden gebruiken. Dat heb ik je de vorige keer al gezegd, zij hadden ook inloggegevens.

U zegt dat ze daar ook een pas voor nodig hadden als je bij de Rabobank wil bankieren. Ja de card reader, ja dan hebben zij ook de pas gehad. U vraagt mij of ik zelfstandig ook nog geld van de rekening kon halen en of ze zoveel vertrouwen hadden in mij. Vanaf dat oogpunt gezien niet nee, want met de card reader zonder bankpas kom je niet ver natuurlijk. U vraagt mij of de bankpas naar hen is gegaan en dat ik vanaf toen geen grip meer had op de rekening. Dat is correct.

U vraagt mij of [T Ltd] een rekening had in Engeland. Ja, die had een rekening in Engeland en

omdat ik de directeur was van die vennootschap, had ik natuurlijk ook zeggenschap over die

rekening. En [D] en [F] hadden daar ook toegang toe. Ik geloof zelfs dat die een eigen bank kaart hebben gehad en een eigen digitale login token.

U vraagt of ik op die rekening de volledige controle had of dat dit meer bij hen zat? Dat zat meer bij hen. Ik had wel inlogmogelijkheden op die rekening via die digitale token, dat was een combinatie van een password en de code die de token genereert.

(…)

U geeft mij aan dat ze online kansspelen aanboden. En dat het middels omschrijvingen op facturen lijkt alsof het iets anders is of dat ze ondersteunende diensten verlenen. U vraagt mij of ik in het kader van [T Ltd] ooit zakelijk onderhandeld heb met mensen over leveranciers van casino spellen. Ik heb nooit dergelijke onderhandelingen gevoerd nee.

U zegt dat jullie contracten zien dat er online spellen worden gehuurd en dat daar contracten bij zijn op naam van [T Ltd] , maar dat er ook contracten bij zijn waar ogenschijnlijk mijn handtekening op staat. Ik vraag u welke firma dat is geweest. U geeft mij aan dat dat onder andere [BBBB] uit Cyprus is geweest. U zegt mij dat dat in het tijdsbestek tot november 2007 is geweest en dat u daarna ook nog wel contracten ziet van [T] waarin mijn naam wordt gebruikt als directeur. Maar ik zeg u dat deze contracten dus niet door mij getekend kunnen zijn.

U vraagt of ik betrokkenheid heb gehad bij de activiteiten van [T Ltd] , dus bij het aanbieden van goksites. Nee, daar heb ik geen betrokkenheid bij gehad.

(…)

U zegt dat jullie denken dat ze de rechtspersonen [T Ltd] en [T SA] gebruikt hebben om hun werkzaamheden af te schermen. U vraagt mij of er personeel zat in [T Ltd] of [T SA] . Voor zover ik mij kan herinneren heb ik geen personeel in dienst gehad op de Ltd en naar ik weet in mijn tijd in Costa Rica ook niet. Ik heb bijvoorbeeld nooit contracten voor personeel ondertekend.

(…)

U vraagt mij of ik ooit contact heb gehad met individuele casino spelers in het kader van klachten of iets dergelijks. Nee, dat heb ik niet gehad.

U vraagt mij met wie ik mijn declaraties (voor bijvoorbeeld reiskosten) besprak. Dit besprak ik met [F] . U vraagt wie dat dan goed moest keuren en of dit ook [F] was. Voor zover ik weet wel. Als ik declaraties had, belde ik hem op. Ik weet niet of hij nog van hogere hand een akkoord moest krijgen.

(…)

U vraagt mij of ik me nog kan herinneren of ik bezig ben geweest met het aanvragen van een goklicentie in Costa Rica. Ja, dat zijn een van de eerste e-mails geweest. De eerste e-mails waren met de notaris in Costa Rica en dat was de aanvang. In die e-mails heb ik ook gevraagd hoe het zit met die goklicentie. Nu weet ik niet meer of zij heeft aangegeven dat Costa Rica geen licentie heeft of dat ik dat zelf op een aantal websites heb gevonden. Maar toen was het zo dat online [OOO] niet in de Costa Ricaanse wet was opgenomen en derhalve hoefden ze ook geen licentie uit te geven.

(…)

U zegt mij dat jullie contracten hebben aangetroffen van [T] of [QQ] met het bedrijf genaamd

[CCCC] en dat ik contact zou hebben gehad met ene [KKK] en u vraagt mij of die naam mij nog iets zegt. Dat zegt me wel iets, maar heel vaag. Zij werkte in [vestigingsplaats] geloof ik. Met de vrouw van [F] hem ik contact gehad en met [KKK] ook. Zij is er later bijgekomen geloof ik. U vraagt of ik weet wat voor rol zij had. Ik heb geen idee, ik weet dat ik een aantal zaken met haar moest bespreken. Misschien was zij iets van een manager of iets dergelijks, maar ik heb totaal geen zicht gehad op de structuur zoals die daar uitgevoerd werd, welke functies de mensen hadden.

(…)

U heeft het over een e-mail van 12 november 2007 van [U] aan mij over de verklaring

aandelenoverdracht [T Ltd] en dat daar een koopprijs van € 9.000 staat vermeld en u vraagt of dit een fictief bedrag is. Ja, dat klopt, ik heb er nooit 9000 voor ontvangen.

U zegt dat voor [QQ] hetzelfde staat, dat ook deze aandelen een koopprijs hadden van € 9.000. U

geeft mij aan dat ik al eerder heb aangegeven dat ik deze aandelen nooit heb gehad. Ja, u hebt zelf een aantal e-mails genoemd die volgens mij klaar genoeg zijn.”

2.22.

In het proces-verbaal van bevindingen “Computer [Q] met betrekking tot de aankoop van een S.A. in Costa Rica” (bijlage 97) is de volgende e-mailcorrespondentie tussen [U] en [Q] beschreven:

“29 juli 2008 email van " [U] " ( [emailadres 17] ) aan “ [Q] ” ( [emailadres 15] ) waarin hij het volgende vraagt: “Kun je mij nog even helpen herinneren welke Ltds. jij mij direkteur hebt gemaakt bij de company house voor [F] ?” Op 31 juli 2008 wordt vanaf [emailadres 15] een email gestuurd naar [emailadres 17] met als tekst: “Bij Companies House ben jij directeur in [T] Ltd. Op dezelfde dag worden de hiervoor vermelde emails door [Q] ( [emailadres 15] ) verzonden naar [DDDD] ( [emaildres] ).

2.23.

In het proces-verbaal “Verhoor getuige [U] ”, opgemaakt op 14 februari 2014, staat het volgende, waarbij ‘V’ is vraag verbalisanten, ‘A’ is antwoord getuige en ‘O’ is opmerking verbalisanten (bijlage 78-13 en 117):

“V: Kunt u ons vertellen hoe het chronologisch met de Costa Ricaanse vennootschappen is gegaan?

A: Ik heb het van [Q] overgenomen. Ik ken [Q] van 2006. Toen had ik het idee om iets te beginnen/investeren in Costa Rica. [Q] bestelde 10 S.A.'s bij mij.

Hij had een S.A. besteld bij een advocate hier in Costa Rica die Nederlands sprak. Dat was [HHH] , die heb ik 1 keer ontmoet voor die overdracht. Dat was in 2007 geloof ik. Daar werd toen keurig voor de presidentschap betaald.

V: Welke onderneming nam je toen over?

A:. Dat was [T] . Ik noem het vanaf nu [T] .

V: [Q] heeft jou gevraagd om het bedrijf over te nemen omdat hij problemen zou hebben. Met wie heb je toen contact gehad?

A: We hebben een keer een vergadering gehad. Er waren drie keurige jonge heren, drie jonge

miljonairs. Dat waren [F] , [D] en de andere is zijn broer geweest. Die zaten bij die vergadering.

V: Is daar toen verteld dat [Q] problemen had?

A: Ja zoiets. Ik kan me niet eens herinneren waar het over ging. Het was vriendelijk praten met elkaar. Ik heb verder alles met [Q] afgesproken. Ik kreeg er 1500 euro voor.

V: Op het moment dat [Q] eruit stapte, waren er meerdere ondernemingen. Welke ondernemingen waren er allemaal?

A: Ja dat waren er drie. Ondernemingen in Engeland, Costa Rica en Cyprus. Over de onderneming in Jersey is pas later gesproken. In Engeland was [T] Engeland en in Cyprus weet ik niet meer hoe deze heet. Nu je zegt [G] , ja dat was het inderdaad, [G] Marketing. Ik hoefde er verder niks voor te doen. En ongeveer een jaar later kreeg ik een brief thuis gestuurd om op te houden met het aanbieden van de goksites.

(…)

V: Wij vinden een soort contract, inzake de aandelenoverdracht van [T] , voor een bedrag van 9000 euro. Heb jij dit aan [Q] betaald?

A: Nee, dat contract stelt niks voor.

V: We hebben ook een contract gezien inzake de aandelenoverdracht van de aandelen van [QQ] . We tonen u het betreffende contract. Ook hier is 9000 euro gevraagd voor deze aandelen. Klopt dat?

A: Nee, dit staat mij niet meer bij. Die betaling is nooit geweest.

(…)

V: Wie besliste over de betalingen van uw facturen?

A: Ik heb dat met [F] besproken.

V: [Q] heeft aangegeven dat hij problemen heeft gekregen en dat daarna alles via u is gegaan?

A: Ja dat klopt. En na een jaar kreeg ik die brief van het Ministerie van Justitie dat ik moest stoppen met het aanbieden van de online kansspelen. Deze was gericht aan [T] , t.a.v. [U] .

Toen heb ik een van de heren opgebeld. Dit was [F] . Toen heb ik gezegd dat ze iemand anders

moesten zoeken. En toen heb ik iemand anders als president gemaakt, dat was [FFF] .

V: Wist jij wat de business van de ondernemingen was, toen jij het overnam?

A: Ja, maar op termijn zou het toch gelegaliseerd worden. [Q] vertelde mij dat. Ik belde toen met die heren. En toen heb ik de advocaat gesproken van deze heren, dat was [EEEE] . Zij gaf aan dat er nog nooit iemand voor is aangehouden. Toen heb ik gezegd dat ik iemand anders er op wil zetten. Toen heb ik die [FFF] er op gezet.

V: Met wie heb je het meeste contact gehad van deze heren.

A: Met [F] .

V: Stuurde deze heren stukken-documenten naar jou die je moest tekenen?

A: Dat zullen jullie beter weten dan ik.

V: Zijn er handtekeningen gezet die niet van jou zijn, zoals dat bij [NN] is gebeurd?

A: Daar was ik erg kwaad over, maar ik denk wel dat ik dingen getekend heb in deze periode. Zoals bijvoorbeeld een merchant contract, die heb ik wel getekend. Maar ik denk dat ik er twee heb getekend. [FFF] heeft er misschien drie getekend en [RR] heeft ook maar heel weinig getekend. En bankrekeningen, daar deden wij niet aan.

V: Had [T] een kantoor in Costa Rica?

A: Het kantooradres was op mijn adres in Costa Rica.

V: Was er een aparte vestiging in Costa Rica met werknemers?

A; Nee, het was niks. En op die vennootschap hebben ze dan die sites gezet. Dat was overigens ook niet de bedoeling.

V: Heb je personeel gehad in Costa Rica?

A: Nee. Ja, alleen mijn secretaresse, [NN] .

(…)

V: Kent u [BBB] ?

A: Ja die deed het meeste werk. Die regelde al het administratieve werk daar.

(…)

V: Maken ze in Costa Rica gebruik van internet servers?

A: Nee niks, of ja niet dat ik weet, anders was er wel een kantoor geweest.

V: Hoe zat het met de licentie en-of patente in Costa Rica?

A. Ik weet dat begin 2007 ze niet meer verder wilden gaan in Costa Rica en opeens wilden ze weer wel. Zij noemen het een licentie maar dat kent Costa Rica helemaal niet. Het is een vergunning om een bepaald bedrijf in Costa Rica te mogen beginnen. Iedereen wil officieel gedekt zijn. Het stelt helemaal niks voor. De advocaat in Costa Rica waarmee ik samenwerkte, heeft er Pagina’s voor Web voor gemaakt. Costa Rica is in dat geval een heel makkelijk land.

Ik heb op een gegeven moment de website [verzamelnaam] opgezocht en dan zie ik eronder staan dat ze gefaciliteerd worden door de Costa Ricaanse overheid. Da klopt helemaal niet. Dat kan ook helemaal niet eens. Ik heb ook tegen [F] gezegd dat hij het eraf moest halen.

V: Wat zei hij toen?

A: Ja, ik zal het doen zei hij toen.

V: Heb je fiscale aangiften gedaan in Costa Rica?

A. Het gaat als volgt. [T] had in mijn optiek geen omzet, dat was nul. Ik heb regelmatig gevraagd om de boekhouding. Zij hielden de boekhouding bij en ik niet. Maar ik heb er nooit iets van gekregen. Dus in mijn optiek was het dus nul. Maar opeens gingen ze inkopen doen in Costa Rica zelf. En toen kon ik geen nul meer invullen. Daar wilde ik niet verantwoordelijk voor zijn. En toen is [SS] gekomen.

V: U heeft dus nul aangiften gedaan in Costa Rica?

A: Ja, want voor mij gebeurde er niks.

(…)

V: Was u op de hoogte van de omzet en facturatie van [T SA] : in Costa Rica?

A: Nee, ik heb er wel om gevraagd maar ik kreeg ze gewoon niet.

Voor mij was het heel simpel. In Costa Rica was er geen activiteit, er was alleen het patent.

(…)

O: Uit ons onderzoek is gebleken dat de internetsites van de goksites op naam van [T SA] hebben gestaan en dat u registrant bent geweest.

V: Klopt dit?

A: Ik heb daar niets voor getekend. Ik denk dat ze mijn naam hebben gebruikt. Toen heb ik [F] gebeld dat ik kwaad was. Hij zei dan dat ze ergens een naam onder moesten zetten.

(…)

V:We hebben nog wat vragen over de onderneming in Cyprus, [G Ltd] Kunt u zich daar nog iets over herinneren?

A. Nee weinig. Ik heb contact gehad met een Cypriotische accountant en ik ben er toen achter

gekomen dat er miljoenen omzet in was.

O: Wij tonen u een email van 17 maart 2011 (2FA023.10), van u aan [F]

V: Wat kunt u hierover verklaren?

A: Niets, ik ben alleen op papier directeur geweest en geen aandeelhouder. Het was afgesproken dat ik alleen nominee directeur zou zijn. Ik weet niks van aandelen, die ik zou hebben gehad van [G] in Cyprus.

(…)

O: Wij laten u de aandelenoverdracht ( [nummer 4] ) zien van de aandelen van [G] U aan [YY] .

V: Wat kunt u hierover verklaren?

A: Ja dat klopt, ik heb die 5000 euro nooit ontvangen.

V: Wat vindt u van de datum van het contract, 1 januari 2009?

A: Dit begrijp ik niet, toen was ik niet in Nederland. Nu weet ik het weer. Ik wilde er niks mee te maken hebben. Dit was een eis van mij. Ik wilde er helemaal uit. Ik was naar mijn wetenschap namelijk nooit aandeelhouder geweest van [G] . Het was een contract om mij uit de boeken weg te poetsen. Ik wilde niet aansprakelijk worden gesteld voor de omzet die was gefactureerd binnen deze onderneming, ik wist daar namelijk niks van.

V: Zijn er contracten geweest tussen [T] en [belanghebbende] B.V.?

A: Nee, die ken ik niet.

V: Heeft u naast uw inkomsten van uw directeurschap nog andere inkomsten ontvangen van [belanghebbende] B.V.?

A: Nee.

(…)

Samenvattend kan ik aangeven dat de ondernemingen in Costa Rica er alleen op papier waren. Ze bestaan wel gewoon, maar er waren geen activiteiten, werknemers en geen telefoon. Ze hadden wel een economische functie in verband met het patent. De ondernemingen zijn eigenlijk gewoon gebruikt om de identiteit van de eigenaren die de online kansspelen aanbieden af te schermen. Door de Costa Ricaanse vennootschappen werd in ieder geval geen kansspelen aangeboden, terwijl dit op internet wel zo lijkt. Dit werd aangeboden buiten Costa Rica. Door de mensen van [belanghebbende] B.V. werd dit aangeboden. Ik werd in het kader van directeurschap aangestuurd door [F] en [BBB] . Achteraf gezien wilde ik er in 2008-2009 al uit stappen, ik heb er verder helemaal niks aan verdiend, ik kreeg 3000 dollar per onderneming per jaar. Er is ook nooit vanuit de Costa Ricaanse vennootschappen aan [belanghebbende] B.V. verzocht om diensten te verlenen.

Ik wist dat men bezig waren met het aanbieden van online kansspelen en dat het strafbaar is in

Nederland. Maar de advocate in Nederland, [EEEE] , heeft mij gezegd dat dit gewoon kon. Ik begreep dat, wanneer je in de Quote 500 staat, je niet geassocieerd wil worden met strafbare feiten, als gokken. Ik begrijp dat de buitenlandse rechtspersonenstructuur is opgezet om de namen van [F] , [D] en zijn broer weg te houden van het aanbieden van de kansspelen op het internet. De administratie werd in Nederland gevoerd en daar heb ik geen zicht op gehad.

Ik voel me misbruikt, belazerd en bedonderd. Deze heren hebben misbruik van ons gemaakt, ook van [NN] , maar ook van al die andere mensen die ik in Costa Rica hiervoor heb gevraagd. Deze mensen in Costa Rica weten helemaal nergens van af en zijn alleen op papier directeur geweest. Vanaf 2008-2009 wilde ik er al uit. Maar dat lukte hen toen nog niet om een andere persoon aan te leveren.”

2.24.

In het proces-verbaal van bevindingen “ [G Ltd] Rechtspersonenstructuur” (bijlage 77) is het volgende geschreven:

“In de e-mailbox van [GG] [hof: de toenmalige belastingadviseur van onder andere belanghebbende] zijn e-mails d.d. maart 2011 aangetroffen tussen “ [GG] ” en “Mr. [GGGG] ” inzake de aandeelhouder van [G Ltd] Op 14 maart 2011 stuurt " [GG] " een e-mail naar “ [U] " met documenten van het Companies Registrar uit Cyprus. Op dezelfde dag reageert “ [U] ” naar “ [GG] ” dat hij hier niet blij mee is aangezien hij alleen nominee director zou zijn. Op 15 maart 2013 ontvangt " [U] ” een e-mail van [HHHH] waarin het volgende staat: :” [U] bel mij even...!"

(Noot verbalisant: het e-mail adres van [HHHH] is in gebruik door [F] .)

Tevens staat in de e-mail een tekst vermeld van “ [GG] ” waarin staat dat hij het probleem ten aanzien van het aandeelhouderschap van [G] heeft besproken met [F] . [F] zou ermee akkoord gaan dat de aandelen in handen komen van een Panamese vennootschap en vraagt of [U] met de meeste urgentie de nodige stappen wil ondernemen. Op 17 maart 2011 stuurt “ [U] " een e-mail naar “ [F] " waarin hij aangeeft dat mogelijk een bedrag van 7 miljoen zou kunnen worden gezien als buitenlands vermogen. [U] vraagt hoe ze dit gaan oplossen, dat er een nv als eigenaar boven moet komen, dat niet zijn naam als eigenaar van [G] kan worden vermeld en dat hij nu begrijpt waarom [QQ] niet loskomt. Hij geeft aan dat dit dezelfde situatie is en besmet. [U] geeft aan dat indien hij in het verleden had geweten waar zij mee bezig waren, dat dan veel ellende voorkomen had kunnen worden.

(Noot verbalisant: met [QQ] wordt [V Ltd] bedoeld).

(…)

In een e-mail van 13 april 2011 van “ [GG] ” aan “ [U] " inzake Company changes in [G Ltd] geeft [GG] aan dat wordt overwogen om de aandelen van [G] over te dragen aan een Zwitserse vennootschap. Op dezelfde dag reageert “ [U] ” op de e-mail met de vraag of er niet “geantidateerd” kan worden per 1 januari 2009.

(…)

In een e-mail van 14 april 2011 van “ [U] " aan “ [GG] ” geeft [U] aan dat het buitenlands vermogen is, wat nooit is opgegeven. Dat het nooit de bedoeling is geweest dat hij eigenaar zou zijn en dat de afrekening een keer komt. Dat er een bende ellende wordt geopend met zware financiële gevolgen, dat het er tussen zetten van een Zwitserse Gmbh geen zoden aan de dijk zet voor hem noch voor [F] en dat hij ( [U] ) wordt afgerekend op 1 januari 2009 tot datum overdracht en dat hij wordt gezien als vermogend man voor de fiscus. [U] geeft aan dat hij tegen [F] heeft gezegd dat hij het anders moet doen en dat [F] hem in het verleden steeds heeft aangegeven dat er in [G] niets gebeurt en dat deze slapende is. [U] geeft aan dat het hem verbaasde dat [F] over de leningen begon die [belanghebbende] en masse opnam van [G] tot een veelvoud van eigen vermogen van [belanghebbende] . Tevens geeft [U] aan dat hij zich ontzettend heeft verbaasd over de Cypriotische bank, dat niemand zaken doet met iemand die ze niet kennen, vandaar dat hij [F] geloofde dat [G] slapende was.

(…)

In een e-mail van 30 mei 2011 van “ [GG] " aan “ [U] " met als subject [G] geeft [GG] aan dat het er naar uit ziet dat er een goede oplossing komt voor een nieuwe aandeelhouder van [G Ltd] en hij vraagt [U] om contact op te nemen met [F] om het voorstel te bespreken.”

2.25.

In het proces-verbaal van het gedelegeerd getuigenverhoor van [YY] , opgemaakt op 14 augustus 2013 (bijlage 78-10) staat:

“Uit het gerechtelijk vooronderzoek in Nederland is gebleken, dat U de bedrijfsleider en

aandeelhouder van de Cypriotische rechtspersoon [G Ltd] bent. Is dit juist?

Ja.

Heeft U deze vennootschap zelf opgericht?

Nee. Wie de vennootschap heeft opgericht weet ik niet, Ik heb deze van [U] overgenomen. Wanneer ik de vennootschap precies heb overgenomen weet ik niet meer precies. Misschien 1 of 1½ jaar geleden. Het ging er destijds om, dat de onderneming [belanghebbende] aan de onderneming [G] aandelen wilde geven. Zij hadden niet meer een zo goede relatie met [U] . Ik werd voorts desbetreffend door een kennis, diens naam ik niet wil noemen, erop geattendeerd, dat de onderneming deze aandelen wil overnemen. Het heeft voorts in 2 etappes plaatsgevonden. 1. Ik heb de zaak overgenomen en toen 2. Werden voorts alle aandelen van [belanghebbende] door [G] overgenomen. De onderneming [belanghebbende] had schulden bij [G] en met de aankoop werden voorts de schulden afgelost.

Hoeveel heeft U voor deze vennootschap betaald en hoe zagen de betalingsmodaliteiten

eruit?

Voor de onderneming heb ik niets betaald. Derhalve bestonden er ook geen betalingsmodaliteiten. Nadat ik de onderneming had overgenomen, was ik ook in de veronderstelling, dat er bij de onderneming helemaal geen rekeningen meer openstaan. Gebleken is voorts, dat nog lopends facturen met de onderneming [I] openstonden. Derhalve heb ik te Cyprus een bankrekening geopend om via deze voorts de openstaande rekeningen te betalen.

Wanneer heeft U deze vennootschap gekocht?

Ik heb voor de koop enkele honderd EURO ontvangen en hoefde daarvoor niets te doen. Het geld werd op de bankrekening in Cyprus overgemaakt. Op navraag: Ik meen, dat het geld telkens van een bankrekening van de onderneming [I] afkomstig was.

Wat werd met de vennootschap beoogd?

Dat moet U niet aan mij vragen. Ik weet het niet, het interesseerde me ook niet echt.

Waar zijn de documenten met betrekking tot de onderneming [G] ?

Allemaal bij [GG] in Nederland. Bij mij zijn geen documenten. Op navraag: Ja, ik weet dat ik de bedrijfsleider ben. Maar waarom dat dan zo is, dat we geen documenten bij mij zijn? Dat is gewoon zo. Op navraag: In het begin had de onderneming niet eens een bankrekening. Die werd pas door mij geopend. Ik denk, dat al die facturen voorgaand van Nederland uit werden betaald. Maar dat denk ik alleen maar. Ik weet het niet precies. Op navraag: Ik bedoel de bankrekening in Cyprus. Op navraag: Met betrekking tot de onderneming [G] zou eigenlijk alleen de bankrekening in Cyprus moeten bestaan. Ik zou van geen andere bankrekening weten.

De onderneming is feitelijk van U. U doet echter niets voor de onderneming en de documenten zijn bij [GG] . Wie is feitelijk dan de bedrijfsleider van de onderneming [G] ?

Dat weet ik niet. Ik neem niet aan dat het [GG] is, die de beslissingen neemt. Maar wie het is weet ik niet. Anders zou ik moeten raden.

(…)

Wie is voor de dagelijkse leiding van de vennootschap verantwoordelijk?

Wie de dagelijkse leiding van de vennootschap in handen heeft, weet ik niet.

(…)

Wat kunt U ons over de vennootschap [belanghebbende] BV vertellen?

Ik weet, dat ze nu heel goed in de online spelletjes sector zijn. Ik heb dit eens zo opgevangen, dat zij worden gesubsidieerd. Op navraag: Door wie ze zouden worden gesubsidieerd, dat weet ik niet. [F] regelt de lopende zaken en meer weet ik er niet over.”

2.26.

In het proces-verbaal van het gedelegeerd getuigenverhoor van [YY] , opgemaakt op 25 september 2013 (bijlage 77-28) is vermeld:

“Ich halte Ihnen jetzt Dokument [documentnummer 1] vor. Es handelt sich um eine Anschluss- und Gebrauchsvereinbarung [I] BV für die [G Ltd] (1), die am 27. März 2012 von Ihnen unterschrieben wurde. Erkennen Sie diese Vereinbarung?

Ich habe das Dokument unterschrieben. Ich habe die Dokumente mal geschickt bekommen mit der Bitte diese zu unterzeichnen. Das Dokument sagt mir inhaltlich aber nichts.

Was können Sie zu dieser Vereinbarung aussagen? (Aus welchem Grund wurde sie getroffen, wo wurde sie unterschrieben usw.

Auf dieser Vereinbarung ist als Kontaktperson: [BBB] vermerkt. Wer ist diese Person und wieso ist sie die Kontaktperson?

Wir halten ihnen jetzt Dokument [documentnummer 2] vor. Es handelt sich dabei um ein fast identisches Dokument; jedoch bezieht es sich jetzt auf die [G Ltd] (2). Was ist der Unterschied zwischen der [G] (1) und der [G] (2)?

Den Grund kenne ich nicht. Frau [BBB] glaube ich, arbeitet für [belanghebbende] . Ich weiss es aber nicht sicher. Den Unterschied zwischen [G] (1) und [G] (2) kenne ich nicht.

(…)

Ich halte Ihnen die Vereinbarung [nummer 5] [hof: overeenkomst met call optie] vor. Wo und wann wurde diese Vereinbarung erstellt?

Ich kann mich erinnern, dass ich das Dokument unterzeichnet habe. Ich kann mich aber nicht mehr erinnern wo und wann. Ob ich das per Email gemacht habe, oder ob es in Holland in einem Anwaltsbüro gewesen ist, weiss ich nicht mehr.

Auf wessen initiative wurde diese Vereinbarung erstellt?

Auf die initiative von [belanghebbende] , d.h. [F] oder [D] . Mit denen hatte ich meistens zu tun.

Was können Sie zum Termin für die eingeraumte Kaufoption aussagen?

Das weiss ich nicht mehr.

Aus dieser Vereinbarung geht hervor, dass Sie faktisch nichts mit Ihren [G Ltd] -Aktien machen können. Wieso akzeptierten Sie das?

Ich hatte ja ganz wenig gezahlt für die [G] . Dabei hatte die [G] für Millionen Aktien der [belanghebbende] übernommen. Die Vertragsdetails waren für mich nicht relevant.”

2.27.

In het proces-verbaal van bevindingen “ [G Ltd] Rechtspersonenstructuur” (bijlage 77) is het volgende geschreven:

“In de e-mailbox van de computer van [F] welke op 24 mei 2013 in beslag is genomen, is een e-mail aangetroffen van “ [F] " ( [emailadres 16] ) gericht aan [emailadres 18] . Het subject van de e-mail is: "Inzake [G] ”. In deze e-mail, welke vermoedelijk afkomstig is van [F] , staat vermeld: ‘Beste [F] ” en de e-mail wordt afgesloten met de naam [YY] , CEO van [G Ltd] In de e-mail staat beschreven wat de activiteiten zijn van [G Ltd]

Op 27 juli [hof: 2011] reageert " [YY] " op deze e-mail naar " [F] ” met de mededeling of [F] hem in het kort het probleem kan schilderen welke de bank met [G] had. Dezelfde dag reageert “ [F] ” naar [emailadres 18] met de mededeling dat de bank wilde weten hoe [G] aan zijn klanten komt.

Deze e-mails laten zien dat [F] vermoedelijk zelf de e-mail, welke aan de bank gestuurd dient te worden, opstelt in naam van [YY] .

(…)

Op 28 juli 2011 stuurt “ [F] " ( [emailadres 16] ) een e-mail naar [emailadres 19] , met een cc aan [emailadres 20] en [emailadres 21] , meteen toelichting inzake [G Ltd] In deze e‑mail staat onder andere vermeld dat een verklaring van [YY] namens [G] naar [IIII] wordt gezonden.

(…)

In een e-mail van 29 juli 2011 van “ [F] ” aan [emailadres 18] , [emailadres 20] en [emailadres 21] met als subject: "Verklaring [G] ”, geeft [F] aan [YY] “de verklaring” door. In deze e-mail staat het volgende vermeld:

“Geachte heer [IIII] ,

Hierbij verklaar ik [YY] CEO van [G Ltd] , dat [G] faciliteiten en betalingssytemen aanbiedt aan derden voor online betaal systemen en diensten. Ik bevestig dat [G] geen online kansspelen aanbiedt aan derden. Ik voeg naar aanleiding van uw verzoek aan de heer [F] hierbij een organogram van [G] .

Hoogachtend,

[G Ltd]

[YY] '

Zoals reeds eerder vermeld in hoofdstuk 2 is een document (brief) aangetroffen van [YY] aan de heer [IIII] waarin [YY] verklaart dat hij de CEO is van [G Ltd] en dat [G] faciliteiten en betalingssystemen aanbiedt aan derden voor online betaal systemen. Tevens bevestigt [YY] dat [G] geen online kansspelen aanbiedt aan derden. Deze brief is naar de ING Bank verzonden. De tekst van de aangetroffen brief is letterlijk het bovenstaande citaat welke afkomstig blijkt te zijn van het e-mailadres van [F] . Ook hieruit kan worden opgemaakt dat [F] vermoedelijk aan [YY] de opdracht geeft documenten op te stellen inzake [G Ltd]

(…)

In een e-mail van 3 februari 2012 van “ [GG] " ( [emailadres 21] ) aan [emailadres 18] geeft [GG] aan dat hij de facturen nodig heeft van [G Ltd] voor de jaren 2009. Op dezelfde dag stuurt “ [YY] ” ( [emailadres 22] ) aan “ [GG] ” een e-mail waarin hij het volgende aangeeft:

“Hallo [GG] ,

Wat is er geleverd, wat is de omschrijving

Groet [YY] ”

Op 15 maart 2012 stuurt “ [YY] " ( [emailadres 23] ) de betreffende

facturen door naar “ [GG] ". Het betreffen facturen van [G Ltd] aan [T] SA , 4 van het jaar 2009 en 4 van het jaar 2010.”

2.28.

In het zaaksdossier “Witwassen middels de rechtspersonen [T SA] - [G] - [KK] ” (bijlage 91) is het volgende vermeld over de facturering tussen [T SA] , [G] en belanghebbende:

“(…)3.2.(…)

Uit onderzoek blijkt dat [BBB] , de administratief medewerkster van [belanghebbende] BV, deze facturen opstelde. Dit blijkt onder meer uit een e-mailbericht dd 30 september 2011 om 14:27:15 uur van [emailadres 1] aan [GG] met onderwerp “RE: Reference" en de oorsponkelijke e-mailberichten daaronder. Uit deze mail blijkt dat de Cypriotische accountant de financiële bescheiden van [G] op heeft gevraagd bij [GG] in verband met het opstellen van de jaarrekening 2009. Op 13 mei 2011 had [BBB] al de facturen [belanghebbende] - [G] 2009 aan [GG] gemaild, maar bleek dat een aantal digitale facturen corrupt waren geraakt en niet meer geopend konden worden. Op 30 september 2011 stuurde [BBB] nog twee facturen van 2009 aan [GG] en schrijft zij dat zij de rest niet meer aan kan leveren.

(…)

Verdachte [GG] verklaarde op 11 november 2013 dat hij de in zijn kantoorpand in beslag genomen facturen van [belanghebbende] aan [G] heeft gekregen van [BBB] , de administratrice van [belanghebbende] BV. Hij weet niet of [BBB] de facturen ook heeft opgemaakt.

(…)

Verdachte [BBB] verklaarde dat zij namens [belanghebbende] BV facturen opmaakte gericht aan in eerste instatie [QQ] en later [G] . Zij gebruikte daarvoor een door [JJJJ] (OV: accountant en voormalig werknemer van [GG] ) opgesteld overzicht waarmee zij een bepaald percentage kon berekenen en aan de hand daarvan moest zij de facturen aan [G] opmaken. In eerste instantie factureerde zij op basis van het door [JJJJ] opgestelde overzicht 20% over de gelden die van [I] en [CC] richting [belanghebbende] gingen en later is zij vaste voorschotbedragen gaan factureren, omdat [LL] van kantoor [GG] aangaf dat de wijze van factureren tot dan toe niet juist was. Een keer per kwartaal kreeg [GG] het verzoek van de accountant in Cyprus om de facturen en eventuele inkoopfacturen op te geven. Zij verzamelde deze facturen, inclusief de voorschotfacturen en mailde deze naar [GG] .

(…) 4.2. (…)

In de mailbox van [GG] is een e-mailbericht aangetroffen dd 15 maart 2012 om 8:28.38 uur van [YY] ( [emailadres 23] ) aan [GG]

( [emailadres 21] ) met onderwerp “RE: FW: verkoopfacturen [G] ”. Bij de mail zijn een 8-tal bijlagen gevoegd, te weten verkoopfacturen van [G] ( [G] ) aan [T] . [YY] beantwoordde hiermee een mail van [GG] dd 3 februari 2012, waarin [GG] aangeeft dat hij in de administratie van [G] nog enkele facturen mist. In de mail van [GG] staat letterlijk:

"In de administratie van [G] mis ik nog enkele facturen. Het betreft de volgende

verkoopfacturen:

1e kwartaal 2009 € 334.216

2e kwartaal 2009 € 697.531

3e kwartaal 2009 € 1.428.284

4e kwartaal 2009 € 1.016.921

1e kwartaal 2010 € 819.362

2e kwartaal 2010 € 1.655.639

3e kwartaal 2010 € 1.121.511

4e kwartaal 2010 € 1.021.504

Alle facturen zijn gericht aan:

[T SA]

[adres 4]

[plaats 1] , [KKKK]

Costa Rica

Kunt u deze facturen naar mij mailen?

Bij voorbaat dank voor de te nemen moeite.

Met vriendelijke groet,

[GG] ."

(…)

Op 3 februari 2012 om 16:38 uur stuurde [GG] een mail van [YY] door aan [LL] . [YY] reageerde op de hierboven genoemde mail van [GG] dd 2 februari 2012 waarin hij om de verkoopfacturen van [G] vroeg. [YY] mailde "Hallo [GG] , Wat is geleverd, wat is de omschrijving. Groet [YY] ."

(…)

Uit deze mailwisseling blijkt dat [GG] in februari 2012 aan [YY] vraagt om de verkoopfacturen van [G] over de jaren 2009 en 2010 aan te leveren. [GG] geeft daarbij door welke bedragen er op de facturen staan en aan wie ze gericht zijn. [YY] mailde deze facturen op 15 maart 2012 aan [GG] .

(…)

Uit het onderzoek blijkt dat de financiële administratie van [G] wordt gevoerd door het kantoor van [GG] op basis van cijfers afkomstig van [belanghebbende] BV. Uit de mailwisseling tussen [GG] en [YY] blijkt dat [GG] de gegevens aan [YY] heeft geleverd om de verkoopfacturen van [G] gericht aan [T] achteraf op te kunnen maken.

(…) 4.3. (…)

In de jaren 2009 en 2010 had [G Ltd] nog niet de beschikking over een bankrekening. Uit de jaarrekening [G] blijkt dat deze omzet werd verantwoord door het op te nemen in de vordering rekening-courant met [belanghebbende] BV.

Door deze opvallende administratieve verwerking wordt de verwevenheid tussen de drie rechtspersonen benadrukt. [G] factureerde aan [T] , maar verantwoord de bijbehorende

geldstroom niet als een vordering op [T] . In plaats daarvan werd de geldstroom verantwoord op de rekening-courant met [belanghebbende] . Er gaat dus geen fysieke geldstroom richting [G] en door de verantwoording in de financiële administratie blijft het geld feitelijk bij [belanghebbende] .

De geldstroom bestaande uit de opbrengst van het aanbieden van online kansspelen op de

Nederlandse markt wordt gegenereerd in Nederlan d én blijft ook in Nederland. Dit is opvallend gezien het feit dat [T] Costa Rica op papier de aanbieder/ eigenaar van de illegale kansspelen zou zijn en de opbrengst dus feitelijk daar terecht zou moeten komen.

(…) 4.4. (…)

Verdachte [BBB] verklaarde dat zij in opdracht van [F] en [D]

betalingen verrichte namens [T] vanaf [I] . Er zijn betalingen verricht voor facturen die op naam van [T] stonden. Deze facturen ontving zij via het e-mailadres [emailadres 24] en bewaarde zij alleen digitaal in haar mailbox. Ze bewaarde deze facturen niet op kantoor, omdat ze niet bij [belanghebbende] BV thuishoorden.

(…)

Uit bovenstaande blijkt dat de financiële administratie van [T] werd gevoerd in Nederland door [BBB] . Er is geen fysieke administratie van [T] aangetroffen tijdens de doorzoekingen in het kantoorpand van [belanghebbende] BV, doordat de facturen werden bewaard in de mailbox [emailadres 24] . [T] beschikte zowel in Nederland als in Costa Rica niet over een bankrekening. Al het betalingsverkeer met betrekking tot [T] liep via [I] en werd uitgevoerd door [BBB] in opdracht van [F] en/of [D] . Hoewel [T] op papier wordt gepresenteerd als de aanbieder en de eigenaar van de illegale online kansspelen, blijkt uit onderzoek dat de opbrengst van deze illegale goksites nooit bij [T] in Costa Rica is terecht gekomen. De geldstroom is in Nederland gegenereerd en heeft Nederland nooit verlaten.”

2.29.

In het zaaksdossier “Witwassen middels de rechtspersonen [T SA] - [G] - [KK] ” (bijlage 91) is verder het volgende vermeld:

“Op 19 november 2013 verklaarde verdachte [LL] dat hij aanwezig is geweest bij besprekingen over [G] , [belanghebbende] en [T] . Dit onder meer in verband met het feit dat de ING bank had aangegeven dat in de eindcijfers over het boekjaar 2011 geen rekening-courant meer mocht staan met [G] . De ING bank vond de rekening-courant met [G] te hoog en de cijfers van [belanghebbende] waren doorslaggevend voor het verstrekken van financieringen in verband met de aankoop van onroerend goed door vennootschappen van [F] en [D] . Tijdens deze bespreking is gekeken naar de facturatie van [belanghebbende] aan [G] , waar dat op gebaseerd was en hoe het kon dat [G] een vordering had op [belanghebbende] . [G] zou handelen namens [T] in Costa Rica en hiervoor waren geen contracten. De goksites stonden op naam van [T] Costa Rica. Toen [belanghebbende] klant werd bij hun kantoor factureerden zij aan [QQ] , wat op een later tijdstip is vervangen door [G] . Indien er gefactureerd werd aan [G] , dan zou het onder de BTW verleggingsregel vallen omdat het binnen de EU is.

(…)

Verdachte [BBB] verklaarde dat [G] en [K] de voornaamste klanten waren van [belanghebbende] vanaf 2009 tot heden. Bij [belanghebbende] BV was niet echt sprake van debiteurenbeheer. Bij [K] kwamen er twee maal per maand creditnota’s en die werden door hen aan [belanghebbende] BV betaald. In de administratie van [belanghebbende] heeft zij nooit facturen van [G] afgeboekt middels gelden van [I] . De binnenkomende gelden werden op grootboekrekening 6000 of 6010, in ieder geval rekeningen met de omschrijvingen “ontvangsten [I] ( [G] )'' en "ontvangsten [CC] ( [G] )” geboekt en er vond geen daadwerkelijke afboeking van de debiteur [G] plaats. De factuur aan [G] bleef als debiteur openstaan en werd feitelijk niet betaald. De openstaande facturen van [G] werden later verrekend via een aandelenoverdracht. Zij wist dat de op de bankrekening van [belanghebbende] BV binnenkomende geldstroom van [I] afkomstig was van online [OOO] . Zij wist niet dat het van misdrijf afkomstig was.

(…)

In het kantoorpand van [belanghebbende] BV zijn een aantal losse aantekeningen en schriftjes inbeslaggenomen uit de laptoptas van [BBB] . [BBB] is de financieel medewerkster van [belanghebbende] BV/ [N] BV. Op deze aantekeningen en in de schriftjes zijn verslagen van vergaderingen aangetroffen.

(…)

Op een van de aangetroffen aantekeningen van [BBB] staat een verslag van een bespreking waarbij [F] , [LLLL] , [EEEE] , [LL] , [GG] en [BBB] aanwezig zijn geweest. De exacte datum van deze bespreking blijkt niet uit de aantekeningen. Met de aanwezigen wordt bedoeld [F] , [LL] , [GG] , [BBB] , [LLLL] en [EEEE] . [LLLL] is de externe financieel adviseur van [D] .

In het verslag staat het volgende vermeld:

" [T] -> [G] -> ovk. [G] krijgt 15% (ipv 17,5%) x cashflow [I] -> wordt maandelijks

afgerekend.

[G] -> ovk [I]

[KK] doet operationele zaken.

[T] -/- com -> blijft op rek [G] ( [NNNN] ) -> licence verg. [ZZ] .

16/2/2012 [EEEE] : advies "Gaming'' moet eruit. Adviseren welke spellen op welke websites etc

worden gezet.

Ovk [G] - [KK] -> [KK] doet uitvoerende werkz.h. -> uitvoerende werkzh. voor [T] is ≠ exploitatie; [KK] voert alleen maar uit. (16/2/12 [EEEE] / [LL] )

[G] betaalt [KK] 16,5 14% van de cashflow bij [I] . som=> in + uitgaande gelden bij [I] .

[G] [NNNN] -> 14% mnd of voorschot bedrag mnd en 1x pjr wordt 14% afgerekend onder aftrek

voorschotbedragen

Loan agreement

Omzet: 4 milj [belanghebbende]

280 k [G] (fysiek) ± 20 k in Cy

800 k [T] (via [ZZ] naar [N] te halen)

"service fee“-> is extra te factureren (bovenop….

[T] -> [G] lening ovk 2030 opeisbaar.

26/8 - 20% (4 milj) in aandelen [KK] aan [G]

20/12 10% (2 milj) R/C weg poetsen (4+2 milj) 6 miljoen -> geleend door [G] van [T] .

ING jaarrek ≠ R/C [KK] - [G]

2012: er mag géén R/C naar [G] meer ontstaan!

PLZ -> ing [KK] mag alléén fixed % (14%) of voorschot zijn

Transactiekn [NNNN] zijn voor rek [G]

en zitten wel in 15,5%

Affs + inkoopfact zijn kosten voor [T] .

Hoger voorschot betalen dan dat factuur van [belanghebbende] aan [G] is.

Pact [KK] -> [G] = voorschot

Fact [N] -> [ZZ] = aanvullende 'service fee’

(…)

5.3.2.

Verklaringen mbt aangetroffen gespreksverslagen

De aantekeningen van [BBB] zijn tijdens de verhoren voorgehouden aan de verdachten

[GG] , [LL] , [BBB] en [LLLL] .

[GG] verklaarde dat hij eind september/ begin oktober 2011 ruzie heeft gehad met [F] . De reden was dat [F] de opzet van de structuur [T] - [G] - [KK] gestructureerd wilde hebben en daar kon [GG] geen gevolg aan geven, omdat zij niet op hoogte waren van de afspraken met deze ondernemingen en [F] hier geen toelichting op wilde geven. Daarnaast is zijn kantoor niet toegespitst om juridische structuren te bedenken en op papier te zetten. Een paar dagen na dit incident is er een bijeenkomst bij [F] thuis geweest, op initiatief van [F] , waarbij in ieder geval [F] , [D] , [BBB] , [LLLL] , [MM] , [EEEE] , [MMMM] , [LL] en [GG] aanwezig waren. Het doel van deze bijeenkomst was het opmaken van de contracten [T] - [G] en [G] - [belanghebbende] . Feitelijk betrof dit de praktijk die al geruime tijd werd toegepast, te weten de administratieve verwerking die had geleid tot het oplopen van de rekening-courantschuld met [G] . [EEEE] heeft het voortouw genomen en uiteindelijk ook de contracten opgesteld. Er is toen wel een discussie geweest of het woord "gaming" in de contracten moest worden opgenomen. [EEEE] heeft gezegd dat het erin kon blijven staan, omdat de opzet volkomen legaal zou zijn. Er werd, niet alleen bij deze bijeenkomst maar door de jaren heen, door [F] en [EEEE] opgemerkt dat wanneer de licentie en de server in het buitenland staan er geen sprake is van overtreding van de Wet op de Kansspelen. Nu hij de tijdens het verhoor getoonde stukken zo achter elkaar ziet, wordt het voor hem pas duidelijk dat hier sprake kan zijn van het gebruik van stromannen. Dit geldt met name voor [YY] / [G] en mogelijk ook voor [U] / [T] .

In het licht van de bevestiging van [F] en [EEEE] , dat er bij deze opzet geen sprake was van overtreding van de Wet op de Kansspelen, heeft hij zich dat nooit gerealiseerd.

(…)

[LL] verklaarde dat hij bij meerdere bijeenkomsten aanwezig is geweest, waarbij is gesproken over [G] , [T] en [belanghebbende] . Bij een bespreking in oktober 2011 bij [F] thuis, waarbij [GG] , [F] , [D] , [H] , [MMMM] , [LLLL] , [MM] , [EEEE] en hijzelf aanwezig waren, werd gesproken over de mogelijkheid om de rekening-courantpositie van [G] af te lossen. Hij heeft daar aangegeven dat de contracten voor de facturatie niet aanwezig waren. Op basis van de geldstromen had hij wel het vermoeden dat [F] en de broers [A] zelf achter deze bedrijven zaten, echter [F] riep bij iedere bespreking dat zij niet [T] en [G] waren. Bij de diversen bijeenkomsten uit de getoonde gespreksverslagen is gesproken over een juiste contractuele, financiële en juridische structuur voor [belanghebbende] en haar directe en indirecte opdrachtgevers. In het verleden waren er geen correcte contracten opgemaakt en liepen de geldstromen niet correct. In overleg met alle aanwezige partijen is toen besloten om nieuwe contracten op te stellen en een nieuwe manier van factureren toe te passen waarmee de zakelijkheid van de omzetten van [belanghebbende] beter kon worden gerechtvaardigd. Hij heeft daarbij een bijdrage geleverd door middel van het uitvoeren van diverse berekeningen zodat de huidige geldstromen konden blijven doorlopen en de zakelijkheid daarvan beter kon worden aangetoond. Gezien zijn vermoeden dat [F] en de broers [A] mogelijk de uiteindelijke gerechtigden waren tot de gelden had hij eerder gedacht dat zij deze structuur mogelijk hadden opgezet om te voorkomen dat zij worden aangesproken voor overtreding van de Wet op de Kansspelen. De daaruit voortvloeiden beschuldiging van witwassen door justitie kwam voor hem als een volledige verrassing.

(…)

Op 4 juni 2012 is er een bespreking geweest tussen [GG] , [LL] , [F] , [D] , [H] en [BBB] . In de aantekeningen van [BBB] van deze bespreking staat onder meer het volgende vermeld:

"MV mnd doorgeven [LL] : [NNNN] -> [KK] mei +juni

1x contr. [G] - [T] -> moet getekend worden. -> doorgeven naam [T SA] -> [LL] -> opnieuw tekenen [YY] . [G] regelt/beheert alle handelingen van websites [T] . [G] 17,5% x kasstroom [NNNN] .

1x contr. [G] - [KK] -> [F] tekenen. [KK] onderaanneming voor [G] .

Bellen: natalie: overzetting naar [G] (nieuwe accounts) -> tijdelijk langs plz [KK] laten lopen ->

techniek-> overzetten."

(…)

8 Resumé

Uit onderzoek blijkt dat [F] , [D] en [H] online kansspelen aanbieden gericht op de Nederlandse markt, terwijl daarvoor geen vergunning is verleend. Hierbij lijkt het erop dat de kansspelen worden aangeboden uit het buitenland door buitenlandse rechtspersonen. Hiervoor is een complexe ondernemingsstructuur opgezet en worden diversen partijen gebruikt om de factuur- en geldstroom te kunnen verklaren.

Twee van deze buitenlandse rechtspersonen zijn [T] en [G] . Beide rechtspersonen zijn slechts ‘een lege huls’ en feitelijk eigendom van [F] , [D] en [H] . Met behulp van de fiscalisten [GG] en [LL] en de directeur van payment service provider [I] , [MM] is een constructie bedacht om te verbergen en verhullen dat [belanghebbende] BV zelf de inleggelden én uitbetalingen voor de eveneens door hun zelf geëxploiteerde online kansspelen beheert. De constructie bestaat uit het factureren van fictieve dienstverlening door onderaannemer [belanghebbende] BV aan [G] , die met een opslag van 1% deze fictieve dienstverlening doorfactureert aan [T] . Uit aangetroffen gespreksverslagen blijkt dat de te factureren bedragen worden beredeneerd en dat naar een ‘benodigde omzet’ wordt toegerekend om [belanghebbende] van een gerechtvaardigde inkomstenbron te voorzien. Voor een rechtvaardiging van deze dienstverlening zijn contracten opgemaakt. Op deze wijze is in de periode van 2009 tot en met april 2013 een bedrag van € 18.286.424 witgewassen. Daarnaast hebben de fictieve facturen niet geleid tot een fictieve geldstroom naar [G] , maar is er een schuld aan [G] ontstaan in de financiële administratie van [belanghebbende] BV. Door de overdracht van een deel van de aandelen [belanghebbende] BV aan [G] is deze schuld (vreemd vermogen) omgezet in eigen vermogen. Hiermee is van misdrijf afkomstig vermogen overgedragen aan de ultimate beneficial owners [F] , [D] en [H] .”

2.30.

Tot de stukken van het geding behoort een overeenkomst van 21 februari 2012 tussen [T SA] en [G Ltd] (bijlage bij bijlage 77-28). Daarin is, voor zover van belang, het volgende vermeld (waarbij [T SA] en [G Ltd] worden aangeduid met respectievelijk [T] en [G] ):

“WHEREAS [T] is the owner of miscellaneous websites on which internet games are offered to the public;

WHEREAS the market in which [T] operates is an extremely competitive market;

WHEREAS [T] wishes [G] to manage, operate and maintain the EU Websites of [T] for [T] and [G] accepted this commission as per the effective date of January 1, 2012;

WHEREAS [G] will also advise [T] in respect to the promotion of the EU; and

THEREFORE AGREE AS FOLLOWS:

ARTICLE 1 COMMISSION

1.1.

[T] hereby commissions [G] to manage, operate and maintain the EU Websites resulting in the proper offering of the games at the EU websites to the public in the European Union and the proper servicing of the participants of the games on the EU Websites. In this respect [G] will amongst other take care of the collection of the wagers of the participants and the pay out of the winnings and all technicalities necessary to offer the EU Websites in a proper manner to the public in the European Union.

1.2.

[G] will, in addition what has been stated in Article 1.1., advise [T] on the marketing of the EU Websites such as the manner in which the games are offered to the public. If [T] approves to such advise [G] will take care of the promotions. [T] will not force [G] to promote the EU Websites without approval of [G] .

1.3.

It is clearly understood that [G] will offer the EU Websites, with the games approved by [T] , to the public in the European Union in the name of [T] . Participants of the games on the EU Websites will thus pay the wagers to [T] and receive their winnings also from [T] . [G] will consequently not offer the EU websites to the public as being made available by [G] .

(…)

ARTICLE 2 COLLECTION WAGERS AND PAY OUT WINNINGS

[G] will enter into the necessary agreements to collect for [T] the wagers in respect to the EU Websites and will arrange also for the proper pay outs of the winnings. In the name of [T] , [G] shall preferably concentrate these services with one service provider. The balance between the paid for wagers and the pay out of the winnings shall be paid by [G] to [T] after the deduction of the cost mentioned in Article 3 of this Agreement.

ARTICLE 3 PRICE, PERCENTAGE AND COST THAT CAN BE COMPENSATED

3.1.

[T] will pay [G] for its services mentioned in Article 1 15,5% (say: fifteen and a half per cent) of the total paid for cash flow of the service provider(s) appointed by [G] on the basis of Article 2. It the service provider for instance receives EUR 20 million in wagers and needs to pay out EUR 14 million for winnings the total cash flow of the service provider will be EUR 34 million meaning that [G] will receive EUR 5.270.000.”

2.31.

Verder behoort tot de stukken van het geding een overeenkomst van 21 februari 2012 tussen belanghebbende en [G] Ltd (bijlage bij bijlage 77-28). Daarin is, voor zover van belang, het volgende vermeld (waarbij belanghebbende en [G Ltd] worden aangeduid met respectievelijk [belanghebbende] en [G] ):

“WHEREAS [G] is allowed to subcontract certain services to third parties and wishes to subcontract a part of the services to [belanghebbende] because of his knowledge in certain areas - like the handling of payment transactions on the Internet and the marketing of Internet sites - as per January 1 2012;

THEREFORE AGREE AS FOLLOWS:

Article 1 COMMISSION

1.1.

[G] hereby commissions [belanghebbende] to manage, operate and maintain the EU Websites for

[G] . The latter means that [belanghebbende] will fully run the operational financial operations of the

EU Websites resulting in the proper offering of the games at the EU Websites to the public

in the European Union and the proper servicing of the participants of the games on the EU

Websites.

1.2.

[belanghebbende] will in addition to what has been stated in Article 1.1. advise [G] on the marketing of the EU Websites amongst which the manner in which more participants for the EU Websites can be attracted. If [G] - after having consulted [T] - approves to such advise [belanghebbende] will take care of such marketing actions, it is clearly understood that [belanghebbende] cannot be forced by [G] (nor [T] ) to market de EU websites in a manner [belanghebbende] does not approve to. The external cost for advertising and alike will be for the account of [G] ( [T] ).

1.3.

It is clearly understood that the EU websites with the games chosen and/or approved by [T] will be offered to the public in the European Union in the name of [T] . Participants of the games on the EU Websites will only enter into an agreement to play the games with [T] . The EU Websites will thus not be offered to the public as being made available by [belanghebbende] nor [G] .

1.4.

With the exception of the other stipulations in this Article 1 [belanghebbende] will, when entering into agreements with third parties, close such agreements in its own name and for its own risk.

(…)

ARTICLE 3 PRICE, PERCENTAGE AND COST THAT CAN BE COMPENSATED

3.1.

[G] will pay to [belanghebbende] for its services mentioned in Article 1 14% (say: fourteen per cent) of the total paid for cash flow of the service provider(s) appointed by [G] to arrange for

the payments to and by the participants of the EU Websites. If the service provider for instance receives EUR 20 million in payments and needs to pay out EUR 14 million to participants the total cash flow of the service provider will be EUR 34 million meaning that [belanghebbende] will receive EUR 4,760,000.”

2.32.

Tot de stukken van het geding behoort een “Aansluit- en gebruiksovereenkomst [I] BV” met [G Ltd] met een ingangsdatum 27 maart 2012 (bijlage 47). Als vertegenwoordiger van [G Ltd] is vermeld [YY] , met als functie directeur. [BBB] , een medewerker van belanghebbende, is vermeld als contactpersoon. Bij e-mail staat het e‑mailadres [emailadres 24] .

2.33.

In het zaaksdossier “Witwassen middels de rechtspersonen [T SA] - [G] - [KK] ” (bijlage 91) staat het volgende over de aansluit- en gebruiksovereenkomsten van [G Ltd] :

“5.4.1. Aansluit- en gebruiksovereenkomsten [G]

(…)

Verdachte [BBB] verklaarde dat zij weet dat er meerdere accounts van [belanghebbende] bij

[I] waren en dat er later accounts van [G] voor in de plaats zijn gekomen. Zij weet dat de inkomende geldstroom bij [I] afkwam van online casino's, maar wist niet dat dit illegaal was. Zij wist wel, net als iedereen binnen het bedrijf, dat het in strijd was met de Wet op de Kansspelen. De [I] accounts van [belanghebbende] BV en [belanghebbende] -Pay zijn omgezet naar [G] accounts in verband met de opgestelde overeenkomst. [LL] heeft geadviseerd dat zij, om het overzicht goed te krijgen, een account moest maken voor de spelers betalingen en een account voor de betaling van affiliates en de crediteuren. Zo te zien is [G2] voor de creditcardbetalingen en daarom mochten er geen betaalmethoden worden geactiveerd. Van [G3] werden de crediteurenbetalingen gedaan. Zij heeft betalingen gedaan en opdrachten gegeven aan [I] in opdracht van de directie, [F] en [D] . Het ging om betalingen van [G] die op grond van de overeenkomst met [belanghebbende] via [I] liepen. Er zijn ook betalingen verricht via [I] aan crediteuren als National Geographic. Er zijn facturen betaald die op naam van [T] stonden en op naam van [G] .

(…)

Op 20 januari 2012 stuurde [AAA] een mail aan [MM] met onderwerp “ [belanghebbende] - [G] ", categories: Belangrijk. De mail begint met ************‘CHECK!******************** en daaronder de aanhef "Hallo [EEEE] en [LL] ”. In deze mail geeft [AAA] de afgesproken punten door naar aanleiding van de conference call. Uit de mail blijkt onder meer dat:

• De [belanghebbende] accounts toegankelijk moeten blijven, maar dat de activiteiten op deze accounts

vanaf 1 februari worden stopgezet;

• Er 2 [G] accounts worden aangemaakt, 1 voor de ontvangst en 1 voor de betaalopdrachten. Hiervoor vindt er maandelijks 1 grote overschrijving plaats van [G] 1 naar [G] 2;

• Het negatieve saldo van [belanghebbende] BV wordt op 1 februari 2012 aangezuiverd middels het

saldo van het [G] 2 account;

• Het op 1 februari door [I] BV aan [G] 2 verleende krediet zal op 1 maart komen te

vervallen waarna het krediet door [MM] zal worden verstrekt;

• De huidige creditcard aansluiting welke op naam van [T] staat, staat niet meer correct geregistreerd. Afgesproken is om de gegevens zo snel mogelijk te updaten daar dit anders

behoorlijke risico’s en consequenties met zich mee kan brengen. [LL] heeft aangegeven hierover met [F] te overleggen.

(…)

5.4.2

Mailverkeer [I] mbt klantacceptatie [G]

Met betrekking tot deze 'Aansluit- en gebruiksovereenkomsten [G Ltd] ’ heeft bij

[I] intern mailverkeer plaatsgevonden in april/ mei 2012 tussen de compliance officer ( [OOOO] ), de afdeling Customer Service Center, de manager [PPPP] ( [AAA] ) en de CFO ( [RRRR] ).

Uit dit mailverkeer blijkt dat de compliance officer en De Nederlandse Bank (DNB) deze merchant als een hoog risico klant beschouwen. Naar aanleiding van diversen vragen met betrekking tot [G] mailde [AAA] op 12 april 2012 naar [OOOO] en [RRRR] het volgende: "Heren, Houden jullie er rekening mee dat dit [belanghebbende] is? Ik begrijp dat de regels er niet voor niets zijn, maar je kent [MM] relatie van [belanghebbende] ………."

(…)

De CFO van [I] , [RRRR] , mailde vervolgens naar de compliance officer op 12 april 2012:

" Deze accounts worden aangemaakt om de constructie met [belanghebbende] DNB compliant te

maken. [MM] kan je het verder toelichten".

(…)

Op 6 augustus 2012 stuurde [SSSS] een mail aan [I] sales en [I] marketing

met de vraag “Van wie is/wie heeft gescoord: [G Ltd] (1)?". [RRR] beantwoordde haar mail waarin hij aangeeft dat hij de accountmanager is en dat het een account van [F] is wat is omgezet. Het betreft dus geen nieuwe maar wel een goede bestaande klant.

(…)

5.4.3.

Getuigenverklaringen personeel [I]

Op 9 december 2013 zijn een aantal medewerkers van [I] als getuigen gehoord met

betrekking tot de klanten [belanghebbende] BV, [G Ltd] en [T] .

[AAA] verklaarde dat zij sinds januari 2009 als manager operations werkzaam is bij

[I] . (…) Zij verklaarde dat [belanghebbende] BV sinds 2006 klant is bij [I] en dat [belanghebbende] BV een gamingbedrijf is dat online spellen op internet aanbiedt. Zij weet niet zeker wie de eigenaar van [belanghebbende] BV is, maar denkt dat het [F] is. Zij hebben vooral contact met [BBB] , waarvan zij de achternaam niet weet, maar die iets administratiefs doet bij [belanghebbende] BV en met [AAAA] . [G] en [N Group] zijn eveneens klant bij [I] en hebben de dezelfde contactpersonen als [belanghebbende] BV. Zij heeft geen contact gehad met [YY] , maar volgens haar zit hij in het [G] dossier als ubo (ultimate beneficial owner). [G] is gevestigd op Cyprus en de benodigde documenten voor het dossier heeft zij ontvangen van [BBB] of van een vrouwelijke advocaat met de voornaam [EEEE] . [T] / [T] is voor haar tijd geweest en daar kan zij niets over verklaren.

(…)

[RRRR] verklaarde dat hij sinds 1 april 2011 in dienst is bij [I] als Chief Financial Officer ( CFO ) (…) Hij verklaarde dat [belanghebbende] BV een klant was van het eerste uur en dat zij zich bezig hielden met [OOO] . [I] heeft meerdere klanten uit die branche en zolang het binnen de door DNB gestelde regels valt, vindt hij het goed. Daarnaast is er overleg geweest met de KSA waarbij gepoogd is om een houdbaar kader neer te zetten, totdat de strengere regels in 2015 ingevoerd gaan worden. Momenteel is er sprake van een gedoogbeleid in Nederland en is het een grijs gebied. Hij kent [belanghebbende] BV niet als een payment service provider, zij hebben zich altijd gepresenteerd als [OOO] bedrijf. Het voorgehouden e‑mailbericht ( [nummer 6] ) kent hij. [OOO] wordt standaard als “hoog risico” geclassificeerd en [F] was het contact van zowel [belanghebbende] als [G] . [belanghebbende] was een zakelijke en privé relatie van [MM] .

(…)

[RRR] verklaarde dat hij sinds 2006 werkzaam is bij [I] in de functie van accountmanager en partnermanager. Hij is verantwoordelijk voor het ontwikkelen van de relatie bij webbedrijven (bedrijven die websites bouwen). [belanghebbende] is sinds 2006 klant en betreft een dienstverlenend bedrijf dat betalingen verzorgd op het gebied van online gaming spelletjes. Hij weet dat zij spellen aanboden via de site [verzamelnaam] . Hij heeft met betrekking tot [belanghebbende] zaken gedaan met [F] en [CCC] . Na het vertrek van [CCC] heeft hij alleen nog met [F] contact gehad als het gaat om betaalwijze. Hij weet dat er een jaar of twee geleden één keer een naamsverandering is geweest van [belanghebbende] naar [G] . De reden van deze wijziging weet hij niet. Voor hem veranderde er niets, hij bleef ook tijdens de [G] periode zaken doen met [F] . De contracten waren er al en na de naamswisseling heeft hij ook geen nieuwe contracten gekregen. Voor zover hij weet bleef dat allemaal hetzelfde, ook de iDealcontracten. Normaal gesproken zou er bij een nieuw bedrijf of nieuwe naam een nieuw merchantformulier ingevuld moeten worden.”

E-mailcorrespondentie met [I]

2.34.

Tot de stukken van het geding behoren een groot aantal e-mailberichten met [I] . Het gaat onder meer om de volgende e-mailberichten:

2.35.

Op 17 maart 2008 heeft een medewerker van [I] een interne e-mail gestuurd ter vastlegging van de punten die op een bespreking tussen [F] , [MM] en hem heeft plaatsgevonden (bijlage 16 volgens nummering van de geheimhoudingskamer bij bijlage 143). Hierin is het volgende opgenomen:

Algemeen:

[F] zal m.i.v. 1-4-08 meer op afstand gaan sturen ( als DGA ) waarbij zijn functie zal worden waargenomen / ingevuld door [TTTT] . Voor meer achtergronden over [TTTT] (…). [TTTT] start op 1 april 2008. Vooralsnog is alleen [CCC] op de hoogte van de komst van [TTTT] , personeel zal op korte termijn op de hoogte gesteld worden. [F] zal zich gaan bezighouden met het opzetten van een nieuw bedrijf dat zich bezig houdt met de levering van Koi-karpers. ( webwinkel / Opportunity [I] )

(…)

[I] issues:

• Oude betalingen staan op pending. Behoefte aan meer achtergronden.

• Er is geen inzicht op het terugkomen van betalingen. Behoefte aan meer inzicht en het proactief terugkoppelen van informatie.

• Momenteel zijn er 300 klachten per mail / week aangaande te late uitbetaling van prijzengeld. Negatieve beeldvorming omtrent [I] aangaan dit onderwerp bij medewerkers helpdesk , [AAAA] en [F] . Actie : sturen op snelle uitbetaling.

• Overboekingen aansluiten ? Met de frequentere poll wordt het steeds interessanter. Actie : vervolgstappen doornemen met [CCC] ( [RRR] )

• De algemene uitbetaling : [F] en [MM] hebben een separaat uitbetalingschema afgesproken voor komende week ( ivm de uitbetaling aan de webmasters ) Details bekend bij [MM] .

• Ideal : terugkoppeling van de banken schijnt soms 15 / 30 min te duren. ( ABN / Postbank / SNS ) Checken of dit structureel is .. Oorzaak ? Meer klanten met dezelfde ‘klacht’ bekend bij techniek ?

• Verificatie blijft hangen. Met de dagelijkse betalingen loopt het goed maar de handmatige zijn een probleem.. Actie : [XXX] .

• Adresboek maken voor de buitenlandse affiliates. Scheelt [AAAA] een hoop tijd. Actie : [XXX] .”

2.36.

Op 18 augustus 2008 heeft een medewerker van [I] aan [CCC] (e‑mailadres [emailadres 14] ) een e-mail gezonden met onder meer de volgende tekst (bijlage 45):

"Van een klant van u, hebben wij het onderstaande email ontvangen, zie onder. Het gaat over de onderstaande transacties, zie printscreens. De transactie is wel gelukt. De klant heeft zijn bestelling tot nu toe niet mogen ontvangen.

Ik verzoek u vriendelijk deze zaak z.s.m. oplossen en contact met deze klant opnemen, s.v.p.”

Daarbij heeft de medewerker van [I] een e-mail met onder meer de volgende tekst bijgevoegd:

"Beste medewerkers van [I] ,

Ik heb recentelijk getracht 2 transacties via Ideal uit te voeren. Deze zijn echter bij de

ontvangende partij ( [verzamelnaam] ) niet binnen gekomen.”

2.37.

In een e-mail van [MM] aan “ [F] en [BBB] ” (‘ [F] ’; ‘administratie’) van 15 december 2008 (bijlage 150) wordt uitgelegd waarom het saldo op hun account geheel anders is geworden na splitsing van de accounts en hoe ze dit ‘draaglijk’ voor hen kunnen maken. Vervolgens wordt ingegaan op de vertraging van 1,5 dag tussen de geslaagd-melding en uitbetaling, de inhouding van bank- en [I] -kosten, een spreadsheet met correcties en omzettingen en een nieuw saldo-overzicht. Tot slot is vermeld:

Indeling [belanghebbende] Accounts

Bij het gedetailleerd kijken naar al deze zaken kwam ik erachter dat jullie op de [belanghebbende X] Account ook casino-websites hebben staan. Blijkbaar wordt dus niet overal de juiste merchant-key gebruikt. Ik heb derhalve het tegoed op [belanghebbende X] nog uitbetaald op jullie gebruikelijke rekening, want het leek me niet verstandig dit naar die externe partij over te maken. Het lijkt mij het verstandigst als het tegoed pas vanaf 1 januari aan hun direct wordt overgemaakt. Dan hebben jullie de tijd om de juiste websites (casino's) onder het juiste account te zetten. Daarnaast vraag ik toestemming om de accounts waar geen transacties meer op plaatsvinden ( [belanghebbende Y] , [belanghebbende Z] en [belanghebbende W] ) te mogen deactiveren. Daar gebeurd immers niks meer op.”

2.38.

Op 16 december 2008 mailt [MM] met als onderwerp ‘Ontvlechten Poker-account’ aan [F] ( [emailadres 16] ) het volgende (bijlage 180):

“Ik zie de volgende omschrijvingen op [belanghebbende X] (merchantkey : [nummer 7] ).

[internetcasino 5] _ [QQ] ik neem aan dat dit [WW] is

[internetcasino 3] _ [QQ] ik neem aan dat dit [UUUU] is

[internetcasino 1] _ [QQ] ik neem aan dat dit [verzamelnaam] is

[internetcasino 7] _ [QQ] ik neem aan dat dit [VVV] is

Als je alleen [VVV] op dit account wil hebben, dien je de overige op het [belanghebbende] bv account te zetten.

Ze zullen dan de merchantkey van [belanghebbende] bv moeten gebruiken ( [nummer 8] ) of we kunnen elke website apart onder [belanghebbende] bv zetten en dan krijgen ze per website een andere merchantkey die wel tot [belanghebbende] bv behoort.

Het eenvoudigst is het overzetten naar de merchantkey van [belanghebbende] bv. Dat kunnen ze zo doen (moeten ze wel de secretcode van [belanghebbende] bv gebruiken voor de digitale handtekening !!).”

2.39.

In een e-mail van 9 januari 2009 heeft [BBB] ( [emailadres 1] met cc aan ‘ [F] ’) aan een medewerker van [I] laten weten dat ze een fax heeft gestuurd met de handtekening van [F] om de betaling van [KK1] te laten uitvoeren aan [VVVV] (bijlage 183).

De medewerker van [I] reageert dat zij de fax met de handtekening van [F] in goede orde heeft ontvangen en ze voortaan de uitbetalingen van [KK2] (naam nog te wijzigen in [KK1] ) doen aan [VVVV] en wel conform de door [F] eerder doorgegeven bankgegevens.

2.40.

Op 19 januari 2009 heeft een medewerker van [I] een e-mail gezonden naar [F] (‘ [emailadres 16] ’), met onder meer de volgende tekst (bijlage 39 en 159):

“Hoi [F] ,

Ik begrijp van [MM] dat het de bedoeling is dat ook de creditcards via [I] uitbetaald

gaan worden. Om dat te regelen hebben we een verklaring nodig van de directeur van [T] .

De directeur van [T] dient in de schriftelijke verklaring aan te geven akkoord te gaan dat de creditcard uitbetalingen lopen via [I] BV (...). Graag voorzien van handtekening

tekenbevoegde. Als jij die verklaring kunt regelen en onze kant op wil sturen dan kunnen wij het verder afhandelen met de creditcardmaatschappij. ”

2.41.

Een medewerker van [I] stuurt op 27 februari 2009 een e-mail aan [BBB] en [F] (‘administratie’ en ‘ [F] ’) inzake “concept tekst voor [T] brief/ [WWWW] aub opslaan bij [belanghebbende] ”. Daarin staat het volgende vermeld (bijlage 57):

“Hi [F] , [BBB] ,

Hierbij een concept van de tekst voor in de brief waar [MM] het over had, graag aanvullen met de volledige bedrijfsgegevens van [T] (volledige naam bedrijf adres) en laten ondertekenen door de tekeningbevoegde/directie van [T] . Graag op briefpapier van [T] . Bij ondertekening aub naam voluit schrijven van degene die gaat tekenen en zijn functie. Dank, groet, [XXXX] .

[T]

(naam&adres bedrijf)

Aan:

[YYYY]

To whom it may concern

Dear Sir, Madame

We would like you to make the necessary changes in your administration to make sure that all of our credit card payouts will be transferred to the account of [I 1 BV] (our payment services provider).

Changes should take effect immediately.

Account details [I 2 BV] :

(…)

Please confirm successful execution on your part.

Kind regards,

(naam directeur [T] , functie, handtekening)”

2.42.

In een e-mail van 27 februari 2009 van " [BBB] " (administratie, [emailadres 1] ) aan “ [Q] ” ( [emailadres 25] en [emaildres] ) wordt de e-mail van [I] doorgestuurd. [Q] wordt verzocht om de brieftekst aan te vullen (NAW-gegevens) en te printen op [T] papier, vervolgens deze te ondertekenen, in te scannen en aan [BBB] terug te sturen met in CC [F] (pagina’s 240 en 241 bij bijlage 96).

2.43.

Bij een e-mail van 1 maart 2009 van [Q] ( [Q] @hotmail.co.uk) aan [emailadres 16] , [emailadres 1] en [emaildres] is als bijlage gevoegd een brief van [T Ltd] . ondertekend door [Q] aan [YYYY] (pagina’s 242 tot en met 244 bij bijlage 96). De brief komt overeen met de door [I] op 27 februari 2009 gemailde tekst.

2.44.

In een e-mail van een medewerker van [I] (‘Info [I] ’) aan [F] (‘ [emailadres 16] ) en een cc aan [emailadres 1] van 6 maart 2009 is het volgende vermeld (bijlage 178):

“Beste [F] ,

Hierbij ontvangt u de B'S contracten. Dit moet door u ondertekend worden (alle 15 pagina's)

en retour gezonden worden naar [I] . Na het ontvangen van deze documenten worden ze

naar de creditcard maatschappij doorgestuurd.

Graag ontvangen wij de getekende B'S contracten zo spoedig mogelijk om de creditcard

aanvraag af te kunnen ronden.”

Bij deze mail zijn onder andere een E-Commerce Agreement op naam van [T Ltd] . gevoegd, waarin [Q] als ‘Managing Director’, ‘Owner’ en ‘Contact’ is vermeld.

2.45.

Op 29 april 2009 zijn diverse e-mails gestuurd (bijlage 181). [MM] vraagt aan [RRR] om aan [ZZZZ] te vragen welke landen moeten openstaan voor creditcards en welke websites precies vallen onder [belanghebbende] BV en hoe hij de naamgeving wil voor de [AAAAA] .

[RRR] stuurt vervolgens aan [ZZZZ] ( [emailadres 26] ):

“Beste [ZZZZ] ,

Zie mail van [MM] onder aan deze mail..

Extra landen acitiveren :

Hij heeft contact gehad met [F] en ik begreep dat er behoefte was om extra landen te activeren. Graag je accoord op de onderstaande landen in de mail van [MM] . Nadat ik je akkoord heb activeer ik deze landen in Plaza voor je.

[AAAAA] .

Ik wil graag weten ( zie ook mail [MM] ) welke sites ook echt actief zijn onder [belanghebbende] . Ik voeg ene screenshot toe voor je waarop je kunt zien welke sites hier nu onder vallen.

• Geef even aan welke websites actief zijn ( en welke eventueel gedeactiveerd kunnen worden als ze niet mee gebruikt worden )

• Geef ook aan voor de actieve sites welke afkorting je per website wilt meegeven in de [AAAAA] . Als voorbeeld bij [belanghebbende] Pay / [VVV] .com staat nu [internetcasino 7] als afkorting in de [AAAAA] .”

Nadat [ZZZZ] per e-mail akkoord heeft gegeven, bevestigt [RRR] dat de landen in de mail van [MM] vanaf die dag worden geactiveerd. Hij wijst erop dat er nu meer kans op fraude is en dat ze goed moeten blijven opletten. Destijds zijn in overleg met [CCC] en [F] landen uitgeschakeld in verband met fraude-issues op creditcards.

[ZZZZ] reageert vervolgens dat de dynamic desprectors later kunnen worden aangepast met hun nieuwe betalingsmodule die ze aan het schrijven zijn.

2.46.

Op 9 december 2010 heeft een medeweker van [I] aan [BBB] (‘administratie’) het volgende per e-mail gestuurd (bijlage 52):

“Er dienen 2 accounts aangemaakt te worden voor een bedrijf in Costa Rica. [I] zal hierbij als bank worden gebruikt. Dit betekend dat er geen abonnementen worden afgesloten, echter dient de optie Internetbankieren voor beide accounts aangezet te worden.

Graag ontvang ik per account een aansluitovereenkomst. Deze dient geheel ingevuld en getekend te worden door tekeningbevoegde. De optie Internetbankieren staat niet vermeld op de

aansluitovereenkomst, echter kan dit bij de betaalwijze bijgeschreven worden.

(..)st aansluitovereenkomst ontvang ik per account (tenzij het gaat om hetzelfde bedrijf) onderstaande documenten:

- Bedrijfsregistratie in Costa Rica

- ID tekeningbevoegde.

Als het om hetzelfde bedrijf gaat dan hoor ik graag welk onderscheid ik kan maken in de

handelsnaam, bijvoorbeeld: Bedrijf 1 en Bedrijf 2.”

2.47.

In een e-mail van [BBB] ( [emailadres 1] ) van 22 december 2009 aan [WWWW] en [AAA] (‘Info [I] ’) staat het volgende (bijlage 53):

“Naar aanleiding van ons telefoongesprek doe ik jullie hierbij de gegevens voor twee spoedbetalingen toekomen (1 x binnen NL, 1 x naar Tjechie).

Let op: ze moeten er vandaag met spoed uit !!

[F] heeft hierover al met [MM] gesproken.”

Tapgesprekken

2.48.

Tijdens het onderzoek zijn gesprekken tussen [F] en [D] afgetapt. Tot het dossier behoren diverse processen-verbaal van tapgesprekken.

2.49.

Bijlage 2 bij het proces-verbaal “Relevante tapgesprekken tbv WOK-delict” betreft gegevens van een tapgesprek tussen [D] (M) en [F] (S) op 29 juni 2012 (bijlage 87-2):

“S: En eh de brieven in omloop, weetje wel, van de KAZA kansspelautoriteiten, je mag geen reclame printables, je mag geen reclame maken in kranten of tv, je mag het niet in het Nederlands aanbieden, maar je mag wel Nederlandse spelers accepteren, als je dat doet dan ben je niet illegaal

M; ok,

S; Doe je wel Nederlands dan ben je wel illegaal.

M: Ja

S: Dus Groen en Oranje zijn illegaal en [plaats 6] ook. Engels is ook geen optie

M: Nou how eens even, is de naam is dat al eh bepalend.

S: De taal

M: Ja uh dan doe je toch de taal er onder

S: Ja, dat gaat niet normaal

M: Nee mischien datje dat kan eh ...

S: Ja en je mag geen .NL , laat maar effe zoals het is maatje , echt geloof me .

M: Nee ok maar misschien volgend jaar of weet ik veel

S: Ja, nee, dan ben je al illegaal, maakt niet uit. Komt goed maatje”

2.50.

Bijlage 3 bij het proces-verbaal “Relevante tapgesprekken tbv WOK-delict” betreft gegevens van een tapgesprek tussen [D] (M) en [F] (S) op 28 augustus 2012 (bijlage 87-3):

“S: en ehh er zijn afspraken gemaakt. Je mag geen nl hebben .nl, je mag niet op tv en radio en je moet de engelse tekst.

M: Oke

S: en als je dat doet dan word je van de grijze lijst naar de witte lijst gestuurd

M: ja

S: krijg je een brief dat je voorlopig met rust wordt gelaten en dat je mee mag dingen aan de vergunningen als die komen.

M: ja

S: ehhhm ik zeg nou die brief heeft mijn klant niet gehad en ..(ntv) is er iets fout gegaan want je krijgt 6 maanden de tijd om te doen en die brief is er al een hele tijd uit, die heeft iedereen gehad dus er zal misschien bij de klant bij [U] (fon) misschien fout zijn gegaan...ehh onprofessionele horeca hebben ze allemaal daar maar ja in ieder geval ik heb die brief krijg ik morgen vroeg ik heb al gebeld met [BBBBB] en [CCCCC] (fon). En [CCCCC] die vond ook een vrouw

wat heel vaardig is en ook zo is en die gaan volgende week zich stellen namens onze klant, ik heb met de klant overlegt.

M: oke

S: Dus die gaan het ehh..

M: dus wordt [CCCCC] spokesman voor ehhh voor [U] ?

S: Ja, ehh nee [CCCCC] wordt gewoon spokesman voor de klant van ons van de klant van [G] .”

2.51.

Bijlage 5 bij het proces-verbaal “Relevante tapgesprekken tbv WOK-delict” betreft gegevens van een tapgesprek tussen [D] (M) en [F] (S) op 19 november 2012 (bijlage 87-5):

“ [F] zegt even over de omzet. In principe gaat het allemaal zo slecht nog niet maar ik denk wel dat die Engels taal er iets mee te maken heeft en ik moet zeggen dat ik ook niet zo weet hoe ik dit kan oplossen zegt [F] . [F] zegt ja we zijn wel met dingen bezig hoor. Er komt een facebook-actie en er zijn wat dingen die vandaag op de rit worden gezet zegt [F] . Maar voorheen kon je nog eens iets doen met reclame maar dat gaat allemaal op dit moment niet zeg [F] . [D] zegt en bushokjes ofzoiets wat we toen deden? [F] zegt we hebben toen een keer in de bus geadverteerd maar dat brengt het ook niet. Ja naamsbekendheid, ik weet het ook niet zegt [D] , het was toch niet zo duur? Nee 5.000 euro ofzo maar ik vind het nogal zegt [F] . [D] zegt dat was toch in de tram. Ja of in de bus ik weet het niet meer maar zoiets ja zegt [F] .

Vanaf 12:36 minuten is het gesprek letterlijk uitgewerkt:

S: kijk ik wil ook even zien wat er nou gebeurt rond de 20e of het dan weer aantrekt.

M: ja

S: maar eh we moeten wel eh gaan uitkeren, vandaag. Ja je kan 2 dingen doen. Je kan 150 doen maar ja dan zetje de zaak wel krap, ehm maar je kan het doen in de hoop dat het allemaal wat aantrekt, ehm en dat we niks terug hoeven te storten, of we doen 125.

M: ja ik zou het eerste doen en dan volgende maand compenseren met die garantie.”

2.52.

Bijlage 1 bij het proces-verbaal “Relevante tapgesprekken tbv WOK-delict” betreft gegevens van een tapgesprek tussen [D] en [F] op 16 januari 2013 (bijlage 87-1):

“ [F] zegt dat hij gisteren oke heeft gegeven op dat nieuwe platform in Zweden aan die jongens. [F] zegt dat het twaalfduizend vijfhonderd gaat kosten voor de hardware, bijna achtduizend euro integratiekosten dus de kosten van een rek, vijftienhonderd euro aan kilometervergoeding van [plaats 4] naar Zweden [plaats 5] om het spul te brengen, de auto en vierduizend euro om alle software over te zetten. [F] zegt dat het zo'n negentienduizend euro kostte en als dat gedaan is kost het per maand zeventienhonderd. [F] zegt dat ze nu op achtduizend zitten. [D] zegt dat is toch goed. [F] zegt dat ze nu hebben uitgerekend dat ze iets meer als drie ton per jaar betalen en dadelijk gaan we naar veertigduizend per jaar. [D] zegt goed vooruitzicht. [F] zegt ja toch.”

2.53.

Bijlage 15 bij het proces-verbaal “Relevante tapgesprekken tbv WOK-delict” betreft gegevens van een tapgesprek tussen [D] en [F] op 17 januari 2013 (bijlage 87-15):

“ [F] zegt even 2 dingen. Dus ik krijg net van [EEEE] binnen de eerste mail van die firma waar je vandaag die brief heb geappt en daar staat in dat er een brief komt, een gedoogbrief zeg maar, soort gedoogbrief, dus dit was alleen de uitnodiging er komt nog een officiële brief. Ok zegt [D] . Die moet je denk ik ergens in een kluis doen, dat is je vrijbrief zegt [F] . Ja zegt [D] .”

2.54.

Bijlage 16 bij het proces-verbaal “Relevante tapgesprekken tbv WOK-delict” betreft gegevens van een tapgesprek tussen [D] en [F] op 23 januari 2013 (bijlage 87-16):

“ [F] zegt dat hij net een bericht heeft gestuurd aan [D] , ze hebben bericht gehad van de KSA dat alle sites zijn aangepast en dat het goed is.

(…)

[F] legt zijn frustratie uit dat niemand iets van hem aanneemt. [F] zei bijvoorbeeld tegen [DDDDD] , die uitbetalingspercentages kijk er nou eens naar, nee jongen zegt hij, het ligt eraan je moet meer omzet hebben, ik zeg dat is bullshit het gaat in verhouding.

2.55.

Bijlage 19 bij het proces-verbaal “Relevante tapgesprekken tbv WOK-delict” betreft gegevens van een tapgesprek tussen [D] en [F] op 13 februari 2013 (bijlage 87-19):

“Bel [U] , vraag of [EEEEE] (fon) komt en ga eens kijken of je niet alle slots op 87 en een half zet. Dat gaan ze nu overleggen. Hij laat het zo weten. Omdat ze toch elke keer wel meer geven omdat het high viatility (fon) zijn, komen ze nog boven de 90 uit. [F] probeert ze uit te leggen dat ze ergens moeten beginnen maar we hebben nog niet genoeg gedaan. Uiteindelijk gaat het wel goed en is [F] wel tevreden zoals het gaat. Het is stabiel, alleen dat laatste dingetje moeten ze nog vinden. Ze zijn er er niet ver vanaf. Hij moet wel ergens zoeken. Het is ook een middenweg want ze willen ook niet heel veel klachten. [F] is er mee bezig. [F] doet het al tien jaar dus het komt wel goed.”

2.56.

Bijlage 13 bij het proces-verbaal “Relevante tapgesprekken tbv WOK-delict” betreft gegevens van een tapgesprek tussen [D] en [F] op 14 februari 2013 (bijlage 87-13):

“ [F] is al een paar uur bezig. Ze hadden die tafels ook aangepast gister. Die heb ik net wel terug moeten zetten, dat was te gortig, dat was 81 % nog, ja dat gaat niet.”

2.57.

Bijlage 20 bij het proces-verbaal “Relevante tapgesprekken tbv WOK-delict” betreft gegevens van een tapgesprek tussen [D] en [F] op 20 februari 2013 (bijlage 87-20):

“ [F] vraagt of [D] de omzetten gezien heeft. [D] zegt dat hij ze gezien heeft en ze er goed uit zien. [F] zegt dat ze er nog niet zijn en heeft het over de tafelspellen die terug zijn en dat hij aan het kijken is om de limiet aan te passen. [F] probeert ze ook een beetje op te leiden, hij heeft net met [DDDDD] en [FFFFF] gesproken en nu staat de ln (fon) is hoger en de kemser (fon)

lager en de pay out is lager en de kemser van gisteren is lager. [F] zegt het kan gewoon niet zo zijn dat die heel hoog zijn en de in ook hoog is, dat is nooit geweest.

(…)

[F] zegt dat hij iets aan het proberen is en dat hij dit stapje voor stapje doet. [F] heeft de tafelspellen de limiet aangepast en de freespins heeft hij gedaan.

[F] zegt dat er gister een discussie was, er was een man die nog nooit gestort heeft en die krijgt dan freespins en die wint dan met die freespins 2800 euro, er was hierdoor een discussie met die man en hun waar [F] niets vanaf wist, dat hem gister verteld werd dat de algemene voorwaarden zeggen dat als je freespeler bent en je wint dan moetje geld storten en kan je maximaal 100 euro uitbetalen. [F] zegt dat hij dit verzonnen heeft en dat dit geniaal is. Van

de freespins hebben ze nu hele hoge uitbetalingen maar [F] heeft verzonnen dat als je gratis speelt je niet meer dan 100 euro uitbetaald krijgt.”

2.58.

Bijlage 6 bij het proces-verbaal “Relevante tapgesprekken tbv WOK-delict” betreft gegevens van een tapgesprek tussen [D] en [F] op 22 februari 2013 (bijlage 87-6):

“ [D] zegt die moeten we behouden, die moeten we juist goed begleiden dat is mijn insteek.

[F] zegt nee dat klopt maar Nedend (fon) is op dit moment niet mijn grootste favoriet, maar als uit een enquete blijkt dat bijna al onze spelers heel die Nedend spellen kennen, ja, en wij er ons van bewust zijn dat we nieuwe spelers moeten hebben dan is dat misschien wel iets wat we moeten overwegen, en als het dan is dat we dan 25 mille minder gaan verdienen voor 1 maand, maar daardoor nieuwe business krijgen dan moeten we dat doen vind ik. [D] zegt wie zegt dat ik het daar niet mee eens ben dan, alleen op dit moment zou je het niet kunnen doen, je kunt beter 2 maanden wachten of 3 maanden snap je dat het iets iets he. [F] zegt kijk jij zegt van ja maar daar moeten we geld voor vrij maken, maar er is geld want er is nog genoeg geld, alleen omdat wij niet genoeg krijgen, zou je er dan zo'n investering uit laten en dat vind ik gewoon niet

slim. [D] zegt mijn mening is om goed in te plannen want er is ruimte zat maar niet morgen. [F] zegt ik heb net een mail gestuurd naar ze, ik heb 20 mille geboden, 10 meteen en 10 als het klaar is toch. [D] zegt mh mh. [F] zegt dus we gaan weleens kijken, ik denk dat door dit soort dingen dat het makkelijker wordt om bepaalde wind uit bepaalde zeilen te halen en vooruit te gaan, en ik ben het er helemaal mee eens maar ik heb zoiets van dan maar een

maand iets minder en de 2e maand beter dan dat we de zaak kapot gaan bezuinigen.

(…)

[F] zegt er zijn gewoon een paar dingen die gewoon opvallen en daar moetje wel naar luisteren, hoe heeft-hij ons-kunnen-vinden, google, nou dat is knap want dat is iets waar we echt nog in kunnen investeren en daar wil ik het dadelijk even met jou over hebben, maar in ieder geval daar kunnen we heel veel winst pakken want daar worden we niet gevonden en op 2 door tv, nou dat is wel knap want dat is wel zoveel tv dat wil jij niet weten, maar dat kan niet meer. [F] zegt dus er zijn 2 vragen, 1 wat mis je, 80 procent Nedend, ja en mr Vegas maar dat gebeurt niet, 2 hoe heb je ons gevonden, 80 procent tv, nou ehm waar we nu op zouden kunnen winnen is iemand aan te nemen voor de SEO (FON) want dat is nog het enige wat we totaal niet goed hebben geregeld. [D] zegt wat is SEO. [F] zegt ja eh Server optimalisation, op Google. [F] zegt daar zouden we iemand voor kunnen zoeken, bijvoorbeeld de vriendin van [GGGGG] die doet dat bijvoorbeeld voor [HHHHH] . [F] zegt dat je er 2 nodig hebt, 1 iemand die het doet en de ander die het programmeert en dat zou 5500 of 6000 bruto aan lonen kosten maar daar kan winst uit worden gehaald. [F] vraagt of [D] dit wil . [D] zegt dat hij alles beter vindt als het maar positief is en als we maar vooruitgaan. [F] zegt ik heb daar heel goed over nagedacht en ik denk dat we 2 mensen moeten aannemen want dan kunnen ze beginnen met [internetcasino 1] en voor 6000 bruto salarissen kunnen we dat altijd omdat we er nooit iets aan hebben gedaan en zoveel bezoekers hebben, komen we snel in de top 10 daar kan ik denk

ik nog 200 nieuwe spelers per maand mee krijgen dus dat is gewoon een gratis marketing tool die we echt moeten gebruiken, en in de tussentijd willen ze de [internetcasino 2] helemaal gaan aanpassen voor Europees willen ze die gaan klaarmaken, bij Mobiel, we zijn nu de eerste mobiele operator in Nederland dadelijk he, dus daar kun je echt iets mee doen op Google en dan willen ze [IIIII] gaan klaarmaken en dan kunnen ze daar verder mee.

(…)

[F] zegt dat [D] overigens wel een verliespostje heeft. [D] zegt dat hij het niet heeft gezien. [F] zegt ja eh de jackpot. [D] zegt mh mh. [F] zegt dat [D] wel de duim omhoog deed, maar wist [D] niet helemaal wat dat betekende daarsrtraks. [D] zegt dat hij daarbinnen niets negatiefs gaat zeggen. [D] zegt maar hoe gaan we dat dan doen. [F] zegt dat hij dat aan [D] wilde vragen, 226.000. [F] zegt want jij bent de financiële man.

[D] dat klopt maar er is geen ruimte voor nou. [F] vraagt aan [D] of hij dit tegen die speler moet zeggen. [D] zegt dat weet ik niet, ik weet niet of jij er een grapje over wil maken of serieus wil zijn. [D] zegt ik snap het niet helemaal precies wat er gebeurd is dus als jij het me even uitlegt. [F] zegt ja komt goed ik geef een knipoog en ik spreek jou eh. [D] zegt nee maar ik weet wel hoe het zit. [F] zegt oké. [F] zegt dat hij [D] alleen even een beetje wilde opklooien. [D] zegt dat toen [F] het zei hij het meteen wist, en er daarom ook geen opmerking over maakte waar iedereen bij zit. [F] zegt omdat je vertrouwen in mij hebt. [F] zegt ja maar ik dacht als die nou nog gaat dan zijn we helemaal hek van de dam, dus ik heb gewoon de afgelopen maanden de risico's bekekenen en er zitten gewoon een paar risico's in en ik denk die haal ik er eens even uit want. [D] zegt ja nee slim maar goed dat hoeft niet uitgelegd te worden, ik snapte hem vanmiddag al. [D] zegt want hij, eh dinge zei ook tegen mij, ja ohh zo’n jackpot dat is wel eh lastig, ik zeg ja dat is even tanden bijten.”

2.59.

In het proces-verbaal “Bevindingen licentie Costa Rica en manipuleren van de spellen en uitbetalingen” (bijlage 81) is het volgende vermeld:

Verklaring officier van justitie [JJJJJ] te Costa Rica

Op 30 januari 2014 is middels videoconferentie contact gelegd met de officier van justitie de heer [JJJJJ] te Costa Rica. De heer [JJJJJ] heeft aangegeven dat online gaming in Costa Rica niet strafbaar is en dat er daarover geen wetgeving bestaat in Costa Rica. Hij geeft aan dat er wel een vergunning nodig is voor een casino in een vast lokaal maar dat dat via de gemeente of via het arrondissement waar dit zich bevindt, gaat. Volgens de heer [JJJJJ] is er voor internet casino's in Costa Rica geen wetgeving en er is geen enkele instelling die deze licenties afgeeft. De officier van Justitie, de heer [JJJJJ] , heeft tijdens de videoconferentie gebeld met de coördinerend officier en deze heeft bevestigd dat er inderdaad geen enkele wetgeving bestaat voor online gokken. Hij geeft aan dat het kan zijn dat iemand een vergunning heeft voor een lokaal en daar tevens online gokken op aanbiedt, maar dat de vergunning alleen betrekking heeft op het lokaal. De officier van Justitie, de heer [JJJJJ] , geeft aan dat een patent betrekking heeft op een lokaal.

(…)

Op 24 mei 2013 is de computer van [D] in beslag genomen. Op deze computer is in de e-mailbox een e-mailwisseling van 21 september 2011 aangetroffen tussen " [U]

( [emailadres 17] ) en " [emailadres 27] ". In de e-mail gericht aan " [F] ” geeft " [U] " onder andere het volgende aan:

"Ik zit nu net [verzamelnaam] te bekijken. Het klopt niet wat je doet. Ik zal het nog eens uitleggen. [T SA] heeft een kantoor met een vergunning om op het internet bezig te zijn, niet met name gokspelletjes. Dat wordt niet afgegeven. Een kantoor en een patent, dat is alles. NIET VAN DE OVERHEID VAN COSTA RICA WANT DIE GEVEN GEEN VERGUNNINGEN AF! HET ZIJN DE GEMEENTES DIE DAT DOEN.”

(…)

Manipuleren spellen en uitbetalingen

Uit onderzoek aan de broncode van de casino software, waarbij de website van

www. [internetsite 2] als uitgangspunt is gebruikt, is niet gebleken dat er in de broncode onregelmatigheden aanwezig zijn welke voor afwijkende of beïnvloedbare kansen of speelgelden van een speler kunnen zorgen.

Uit onderzoek aan de broncode van de website www. [internetsite 1] is wel gebleken dat de

website de functionaliteit bevat om speelgelden van spelers te muteren. Het blijkt derhalve voor de beheerders van de site mogelijk om tegoeden van de spelers aan te passen.

(…)

Verklaring [LLLL]

(…) [LLLL] heeft werkzaamheden verricht voor [D] . [LLLL] verklaarde onder andere dat hij had gehoord dat met betrekking tot de manipulatie van uitbetalingen een jackpot gemanipuleerd moest worden. Als de jackpot zou vallen, dan zouden ze failliet zijn. Hij verklaarde dat deze uitspraak door [F] is gedaan. [LLLL] verklaarde tevens dat ze voorstelden om de jackpot fictief te laten vallen. Hij verklaarde tevens dat dit ook daadwerkelijk is gebeurd en dat hij dit niet wilde horen.

(…)

Verklaring [KKKKK]

Op 15 november 2013 is [KKKKK] als getuige gehoord. [KKKKK] heeft in 2005 voor [internetcasino 5] gewerkt. Hij verklaarde onder andere dat de jackpots volgens hem wel echt waren, maar dat [F] bepaalde of en wanneer een jackpot viel.”

2.60.

In het zaaksdosssier “Wet op de kansspelen” (bijlage 19) zijn de volgende getuigenverklaringen van (oud-)medewerkers van belanghebbende opgenomen:

“Op 25 januari 2013 werd [LLLLL] gehoord als getuige. [LLLLL] heeft tot eind 2012 gewerkt bij [belanghebbende] B.V. / [N Group] . Hij verklaarde onder andere dat:

(…)

- hij inschatte dat er gebruik werd gemaakt van in totaal zo'n 25 tot 30 servers. Die zouden staan voor de [N Group] in [plaats 6] , Zwitserland of Zweden;

- [hostingbedrijf] dit heeft opgezet;

- een van de dingen waar hij moeite mee had was het manipuleren van onlinespellen. De Aldeney licentie schrijft voor dat aan de speler van een spel getoond wordt hoeveel het spel terug geeft. Dit heet RTP (Return To Player). Gebruikelijk is een bedrag tussen de 85 tot 96 %;

- hij hoorde dat [F] aan [FFFFF] de opdracht gaf om de uitbetaling terug te draaien omdat de uitbetalingen te hoog waren. Volgens hem ging het om het spel [spel 1] en [spel 2] ;

- hij weet dat dit ook daadwerkelijk is gebeurd omdat [FFFFF] het hem heeft uitgelegd hoe hij dat gedaan had. [FFFFF] zou dat middels een configuratiebestand hebben gedaan;

- hij ook weet dat op het bedrijf door [DDDDD] verteld werd dat er een bug in een bepaald spel zat en dat een speler de jackpot van € 10.000 gewonnen had. Maar de uitbetaling werd geblokkeerd. Uiteindelijk hebben ze met die speler een schikking getroffen. Die speler kreeg toen € 1.000,-

(…)

Op 13 september 2013 werd [MMMMM] als getuige gehoord. Hij verklaarde onder andere het volgende:

- dat hij zag dat de spellen zo aangepast waren dat als de "winst" van een speler richting € 10,- ging, de grens waarop uitbetaald kon worden, de winst kansen van de speler drastisch naar beneden werden aangepast. Dit is in een later stadium ook door, technisch onderlegde, spelers ontdekt;

- dat zijn grootste probleem was dat [F] altijd meer wilde, als het aan [F] lag betaalde [F] helemaal niets uit;

- dat er jaren later nog iets is gemaakt wat niet klopte, dat had betrekking op jackpots die wel getoond werden maar niet uitkeerden, hier zijn ook screenshots van gemaakt en die zijn ook op websites van Tros Rader oid geplaatst. De Screenshot liet een staatje zien met iets daarin van Jackpot behaald en uitbetaald, Jackpot behaald nep, nog te behalen Jackpot en nog te behalen Jackpotnep;

- dat er een ander percentage is, de final ratio. Dat houdt in dat als je met een return to player van 90% werkt je als je 10 keer in zou zetten je dan "0,9 tot de macht 10’ uitgekeerd krijgt gemiddeld over lange termijn, maar dat heeft ook te maken met de tijdsduur dat een speler speelt. Uiteindelijk kom je dan op een daadwerkelijk uitbetaald bedrag van meestal ergens rond de 20%. Hij zelf wilde dit boven de 25% houden voor [internetcasino 5] maar dat wilde [F] niet. Voor Casino sites wilde hij het proberen boven de 30% te houden maar ook dat was moeilijk met [F] . Elke euro die niet in de zak van [F] kwam leidde tot een discussie;

- dat de uitbetalingsratie aan te passen is door de return to player aan te passen;

- dat [F] wel mensen zover zou kunnen krijgen om de betalingen aan te passen voor hem, alhoewel via de back-office wel veel mogelijk was;

(…)

Op 20 september 2013 werd [NNNNN] als getuige gehoord. Hij verklaarde onder ander het volgende:

- dat klanten melden dat ze volgens de gokkast gewonnen hadden maar niets uitgekeerd kregen of dat ze geld gestort hadden en niets uitgekeerd kregen;

- dat er op de site werd voorgedaan of je een auto kon winnen, maar dat gebeurde feitelijk niet. Ook was een soort Jackpot tellertje en als die dan tot uitkering kwam werd deze altijd uitgekeerd aan [internetcasino 5] zelf.

(…)

Op 24 september 2013 werd [OOOOO] als getuige gehoord. Hij verklaarde onder ander het volgende:

- dat [F] hem heeft gevraagd om dingen zo te bouwen dat [F] zelf in staat zou zijn om aanpassingen te doen;

(…)

- dat er ze een tabel hebben gemaakt waarin de prijzen verdeeld werden door de tijd en in hoogte, daarnaast werd nog toegevoegd dat als de jackpot zou vallen dat hij dan ook echt viel, of dat deze op een nepaccount viel. Door deze aanpassing leek het dus of er dagelijks een jackpot vlei;

- dat verhoudingsgewijs in aantallen dacht hij meer echte dan nep jackpots vielen, in geld verhouding lag dat dacht hij anders. De grote prijzen vielen nagenoeg, hij dacht 95%, altijd op een fake speler;

- dat hij in opdracht van [F] handelde. [F] gaf hem op een papiertje aan wat wanneer moest vallen en of dat het echt of nep was;

- dat deze manier van werken ergens halverwege zijn tijd is ontstaan en nog steeds bestond toen hij wegging;

- dat [F] zeker wist van het creëren van nep accounts en het daardoor niet uitkeren van bedragen, [H] dacht hij niet. En hij dacht wel dat [D] op de hoogte was van het feit dat hoge prijzen niet uitgekeerd werden.”

2.61.

In het proces-verbaal van het verhoor van de getuige [PPPPP] (bijlage 114) staat het volgende:

“V: Wie was de eigenaar van [belanghebbende]

A: [F] en [D] . [F] was echt altijd op kantoor, [D] zagen we niet zo vaak.

(…)

V: Werden alle jackpots altijd uitbetaald?

A: Nee, ik weet zeker dat bij de [gokkast] er wel Jackpots werden weergegeven maar die konden technisch niet vallen. Daarnaast waren er mee prijzen die niet vielen. Er waren vaker acties dat je televisies of andere kado’s kon winnen maar die werden dan niet of veel minder dan dat er gezegd werd uitgekeerd.

(…)

V: Hebben jullie ooit opdracht gekregen om spelen zo aan te passen dat uitkeringen beïnvloed

worden?

A: Ik weet zeker dat dat gebeurde bij de [gokkast] . De Jackpot, kon in opdracht van [F] , nooit vallen. Door een aanpassing van de inleg van €2,- naar € 1,- kon het in een keer technisch wel dat de jackpot wel viel. Toen dat dan ook gebeurde werd [F] erg kwaad. Ik geloof ook dat de winnaar niet de hele prijs heeft uitgekeerd gekregen.

(…)

V: Weet je of er nog andere bedrijven of buitenlandse bedrijven betrokken zijn geweest?

A: [belanghebbende] was het bedrijf waar al het geld binnen kwam, daarnaast had je [AA] , dat was in Costa Rica gevestigd of zo iets, in iedergeval niet in Nederland. [AA] hostte de websites.

(…)

V: We hebben op de website van [belanghebbende] gekeken. Daar doet [belanghebbende] zich onder andere voor als Payement Service Provider wat kun je daar over vertellen?

A: Ja dat klopt dat deden ze voor hun casino.”

De berekening van de grondslag voor de kansspelbelasting

2.62.

Op basis van de gegevens ontvangen van de Nationale Recherche heeft de inspecteur diverse (nadere) berekeningen gemaakt van de grondslag voor de kansspelbelasting. De inspecteur heeft een overzicht gegeven van alle bestanden ontvangen van de Nationale Recherche en welke bestanden daarvan zijn gebruikt voor de berekening van de grondslag voor de kansspelbelasting (nader stuk 30 januari 2020).

2.63.

De inspecteur heeft vervolgens een nadere beschrijving gegeven van de gebruikte gegevens afkomstig uit de bestanden ontvangen van de Nationale Recherche (nader stuk 13 februari 2020). Het betreft de volgende beschrijving van de gegevens:

1. Exacte inleg- en uitbetalingsgegevens van de platformdatabase over de periode november 2009 tot en met april 2013.

Deze gegevens zijn benaderd via www. [internetsite 1] alsmede door gebruik van de backup “ [QQQQQ] ” van de database van de servers in Zweden. Van de 146 tabellen in deze database zijn alleen de tabellen “Invoice” (inleg op het spelersaccount), “Payout” (uitbetalingen aan spelers) en “Paymentgateway (identificatie payment service provider (hierna: PSP)) gebruikt.

2) Ontvangsten en uitgaven die via de PSP’s liepen.

a. Gegevens van de ontvangsten van belanghebbende via de PSP’s [I] , [CC] en [K] , gestort op haar bankrekeningen over de periode tot en met november 2012.

b. Transactiegegevens van [I] zelf in de periode 29 december 2005 tot en met 23 mei 2013.

c. Factuurgegevens van [K] zelf in de periode 2007 tot en met april 2013.

d. Gegevens van [DDD] / [EEE] zelf in de periode augustus 2007 tot en met april 2013.

e. Gegevens van [CC] in de platformdatabase.

f. Gegevens van de ontvangsten via de PSP [J] , gestort op de bankrekening op naam van [T Ltd] . bij HSBC Bank.

3) Gegevens van banken.

a. Op de bankrekening van belanghebbende ontvangen bedragen over de periode 1 april 2006 tot en met 4 juli 2013.

b. Bankgegevens van [T Ltd] . bij HSBC Bank over de periode 31 juli 2007 tot en met 24 juni 2013.

4) De financiële administratie van belanghebbende in Exact.

a. Voor de periode 2007 tot en met 2009 is deze administratie in beslag genomen bij adviseur [GG] .

b. Voor de periode 2010 tot en met 2013 (deels) gevorderd bij Exact.

2.64.

De (grondslag van de) naheffingsaanslag is, na uitspraak op bezwaar, als volgt door de inspecteur gespecificeerd (nader stuk 13 februari 2020):

2.65.

Op de berekening van de grondslag voor de kansspelbelasting heeft de inspecteur een toelichting gegeven (bijlage 132, verbeterde versie in hoger beroep) met daarbij een technische verantwoording (bijlage 131). Deze stukken zijn nader toegelicht in de nadere stukken van de inspecteur van 13 februari 2020 en 15 mei 2020.

2.66.

Voor de periode november 2008 tot en met oktober 2009 heeft de inspecteur voor het bepalen van de grondslag, zoals deze is vastgesteld bij uitspraak op bezwaar, aansluiting gezocht bij de ontvangsten op de bankrekeningen van belanghebbende via de PSP’s [I] , [CC] en [K] . Dit betreft de volgende bedragen:

De ontvangsten op de bankrekeningen zijn netto opbrengsten van de kansspelen. De PSP’s hebben de bruto spelopbrengsten na inhouding van hun eigen kosten en voldoening van andere kosten en betalingen aan (familieleden van) [F] en [A] , overgemaakt aan belanghebbende. Door de gegevens van de platformdatabase en de ontvangsten op de bankrekeningen van belanghebbende te vergelijken voor de periode waarin beide gegevens bekend waren, heeft de inspecteur berekend dat in de voor belanghebbende meest gunstige periode (2011) van het saldo van de door spelers ingelegde gelden en de aan hen gedane uitbetalingen op basis van de platformdatabase 62% via de PSP’s is ontvangen op de bankrekeningen van belanghebbende. De inspecteur heeft de grondslag voor de kansspelbelasting vervolgens bepaald op 100/62 van de netto ontvangsten.

2.67.

Nadat uitspraak op bezwaar is gedaan, heeft de inspecteur aanvullende gegevens van de Nationale Recherche ontvangen. Aan de hand daarvan is een controleberekening gemaakt om de juistheid van de grondslag te beoordelen. Voor de periode november 2008 tot en met oktober 2009 gaat het om de gegevens van [I] en [K] zelf, de opbrengsten via [CC] zoals opgenomen in Exact en de ontvangsten via [J] op de bankrekening van [T Ltd] . bij HSBC Bank. De inspecteur heeft de grondslag voor de kansspelbelasting voor de periode november 2008 tot en met oktober 2009 bij de controleberekening op de volgende bedragen berekend:1

Uit vergelijking van de gegevens uit de platformdatabase met de gegevens van [I] zelf heeft de inspecteur geconcludeerd dat de inkomende stroom op basis van de gegevens van [I] over de periode november 2009 tot en met april 2013 om een onbekende reden gemiddeld 5,89% hoger was. De inspecteur heeft de inkomende stroom bij [I] daarom met 5,89% naar beneden bijgesteld.

2.68.

Voor de periode november 2009 tot en met april 2013 heeft de inspecteur de grondslag berekend aan de hand van de beschikbare gegevens uit de platformdatabase. De inspecteur heeft de inkomende en uitbetaalde bedragen bepaald aan de hand van de tabellen “Invoice” (inleg op het spelersaccount), “Payout” (uitbetalingen aan spelers) en “Paymentgateway” (wijze van betaling). Op deze tabellen zijn diverse selecties toegepast.

Overige feiten

2.69.

Belanghebbende heeft geen aangiften kansspelbelasting gedaan. Zij was daartoe ook niet uitgenodigd door de inspecteur.

2.70.

De Rechtbank Oost-Brabant heeft op 20 december 2018 vonnis gewezen in de strafzaak tegen onder andere [F] (ECLI:NL:RBOBR:2018:6341). De Rechtbank Oost‑Brabant heeft geoordeeld dat de vennootschappen [internetcasino 5] Ltd., [T Ltd] . en [T SA] kansspelen hebben aangeboden in Nederland zonder vergunning, aan welke gedraging [F] feitelijke leiding heeft gegeven.

2.71.

Tot de stukken van het geding behoort een schriftelijke verklaring van [F] van 10 september 2018, afgelegd in het kader van de strafrechtelijke procedure tegen hem (bijlage 202). In deze verklaring gaat [F] in op diverse aspecten van de structuur, de activiteiten en de advisering hierover.

2.72.

Op de zitting van 27 mei 2020 is met partijen afgesproken dat de inspecteur de bestanden en gegevens van de Nationale Recherche, voor zover deze nog niet waren overgelegd, aan belanghebbende ter beschikking stelt via Belastingdienst File Transfer. Op diezelfde dag heeft de inspecteur links aan de gemachtigde gemaild, waarmee de bestanden tot en met 26 juli 2020 konden worden gedownload. Belanghebbende heeft van die gelegenheid geen gebruik gemaakt, waarna de inspecteur op 2 tot en met 4 oktober 2020 nogmaals de bestanden via Belastingdienst File Transfer heeft opengesteld en links aan de gemachtigde heeft gemaild. De links hadden een looptijd van 60 dagen en verliepen op 3 december 2020. Belanghebbende heeft de bestanden niet gedownload.

3 Geschil en conclusies van partijen

3.1.

Het geschil betreft het antwoord op de volgende vragen:

I. Dient belanghebbende te worden aangemerkt als (een van) de houder(s) van de online kansspelen als gevolg waarvan sprake is van binnenlandse kansspelen?

II. Zo ja, is de naheffingsaanslag tot het juiste bedrag vastgesteld?

3.2.

Niet in geschil is dat als de eerste vraag ontkennend moet worden beantwoord, de naheffingsaanslag dient te worden vernietigd. Indien de eerste vraag bevestigend beantwoord dient te worden, is niet in geschil dat op grond van artikel 1, lid 1, onderdeel b, Wet KSB ten aanzien van deze binnenlandse kansspelen van belanghebbende kansspelbelasting kan worden geheven. De hoogte van de verschuldigde belasting is dan wel in geschil.

3.3.

Belanghebbende concludeert tot vernietiging van de uitspraak van de rechtbank en primair tot vernietiging van de naheffingsaanslag; subsidiair tot vermindering van de naheffingsaanslag. De inspecteur concludeert tot bevestiging van de uitspraak van de rechtbank.

4 Gronden

Vooraf en ambtshalve

4.1.

Bij de onder 1.13. vermelde brieven heeft belanghebbende verzocht om uitstel van de zitting van 2 juli 2020. Het hof heeft in dat wat belanghebbende heeft aangevoerd geen reden gezien de zitting uit te stellen. Het eerste verzoek is afgewezen, omdat de problematiek inzake de hoeveelheid van de door de inspecteur overgelegde bestanden en data er niet aan in de weg stond om met de andere in het dossier spelende vraagstukken te beginnen. Daarbij is erop gewezen dat op de zitting kan worden verzocht om aanhouding van de zaak. Op de zitting heeft belanghebbende een dergelijk verzoek gedaan, hetgeen door het hof is gehonoreerd.

Het tweede verzoek is afgewezen, omdat de verhindering van de heer [gemachtigde 2] niet in de weg stond aan de inhoudelijke behandeling van de zaak op zitting. Belanghebbende werd door de gemachtigde bijgestaan en niet (alleen) door de heer [gemachtigde 2] .

Ten aanzien van het geschil

Wettelijk kader

4.2.

Onder de naam 'kansspelbelasting' wordt een directe belasting geheven van degene die gelegenheid geeft tot deelneming aan binnenlandse kansspelen welke via het internet worden gespeeld (artikel 1, lid 1, onderdeel b, Wet KSB). Op grond van artikel 2, lid 2, Wet KSB worden kansspelen als binnenlands beschouwd, indien zij worden gehouden door natuurlijke personen of door lichamen in de zin van de Algemene wet inzake rijksbelastingen (hierna: AWR), van wie een of meer in Nederland wonen of zijn gevestigd.

4.3.

Artikel 3, lid 1, onderdeel a, Wet KSB bepaalt dat de belasting wordt geheven in de gevallen waarin artikel 1, lid 1, onderdeel b, Wet KSB van toepassing is, naar het verschil tussen de in een tijdvak ontvangen inzetten en de ter beschikking gestelde prijzen, dan wel, zo een ander dan de belastingplichtige de prijzen ter beschikking stelt, naar hetgeen in een tijdvak ontvangen wordt voor het geven van gelegenheid tot deelneming aan casinospelen of tot deelneming aan binnenlandse kansspelen welke via het internet worden gespeeld.

Vraag I

4.4.

Tussen partijen is in geschil wie als houder van de kansspelen als bedoeld in artikel 2, lid 2, Wet KSB, moet worden aangemerkt. De inspecteur, op wie de bewijslast in deze rust, stelt dat belanghebbende als zodanig is aan te merken. Belanghebbende stelt daarentegen primair dat [T SA] de houder is van de kansspelen. Subsidiair stelt belanghebbende dat de achterliggende natuurlijke personen in privé als houders moeten worden aangemerkt. In beide gevallen is de naheffingsaanslag ten onrechte aan belanghebbende opgelegd.

4.5.

In de parlementaire geschiedenis is het volgende vermeld ten aanzien van de houder van een kansspel:

‘De beantwoording van de vraag of er sprake is van een binnenlandse loterij of ander binnenlands kansspel dan wel van een buitenlandse loterij, enz. is afhankelijk gesteld van de woonplaats of plaats van vestiging van de organisator van de loterij en dergelijke. Bestaat deze uit meer dan één persoon of lichaam, dan is het voor het stempelen van de loterij en dergelijke tot een binnenlandse voldoende, dat één van hen binnen het Rijk woont of is gevestigd.

(…)

Als inhoudingsplichtige is aangewezen degene, die de prijs verschuldigd is, dat is de organisator van de loterij en dergelijke, en op deze is ook de verplichting gelegd de ingehouden belasting op aangifte af te dragen.’2

4.6.

Voor de beantwoording van de vraag wie als houder moet worden aangemerkt, is bepalend wie de organisator is. Dat is degene die de zeggenschap heeft over de organisatie van die spelen. Voor de heffing van de kansspelbelasting is niet van belang waar de aanbieder is gevestigd die gelegenheid geeft tot deelname aan het kansspel.3

4.7.

Voor de kansspelbelasting is dus doorslaggevend wie de zeggenschap over de organisatie van de kansspelen heeft.4 Daarbij is doorslaggevend bij wie die zeggenschap over de organisatie van de kansspelen in werkelijkheid heeft berust en niet de van deze werkelijkheid afwijkende juridische vormgeving, zoals belanghebbende lijkt te verdedigen.

4.8.

Uit de feiten en omstandigheden volgt naar het oordeel van het hof dat [T SA] niet de zeggenschap over de organisatie van de kansspelen heeft gehad en daarmee niet als houder van de kansspelen kan worden aangemerkt. De verklaringen van de opeenvolgende aandeelhouders/bestuurders maken duidelijk dat zij geen daadwerkelijke zeggenschap hadden over de spelen, maar slechts op verzoek documenten tekenden en facturen opmaakten. De bestuurders waren niet betrokken bij (de beslissingen over) de kansspelen en daarvan veelal ook niet op de hoogte. Zij ontvingen slechts een vergoeding om als directeur te fungeren. Hun betrokkenheid was beperkt tot het uitvoeren van opdrachten van [F] of belanghebbende. Kenmerkend is in dit verband dat overleg over de structuur en de vergoedingen tussen de vennootschappen plaatsvond zonder aanwezigheid van vertegenwoordigers van [T SA] (en [G Ltd] ). Daarnaast werd al het betalingsverkeer met betrekking tot [T SA] uitgevoerd door de administratief medewerkster van belanghebbende in opdracht van [F] en [A] (zie 2.27) en voerde belanghebbende de boekhouding voor [T SA] . Naast de bestuurders had [T SA] geen personeel in dienst dat wel deze activiteiten zou kunnen verrichten. De opeenvolgende aandeelhouders/bestuurders voerden de wel door hen verrichte (zeer beperkte andere) werkzaamheden uit namens belanghebbende (zie 4.9 hierna). Feitelijk was [T SA] een lege vennootschap. Hoewel een aantal contracten en de websites op naam van [T SA] stonden, moet daar voor de kansspelbelasting geen betekenis aan worden gehecht gezien de rol van belanghebbende daarbij (zie 4.10 hierna). Het in Costa Rica afgegeven patent is ook weinig relevant, aangezien dit geen kansspelvergunning betreft. Dat een vennootschap een in het recht erkende, in het economisch en maatschappelijk verkeer, functionerende entiteit is die in juridische zin bezitter of eigenaar kan zijn van geld, goederen en rechten, en rechten en verplichtingen scheppende overeenkomsten kan aangaan, zoals belanghebbende op basis van het strafvonnis inzake [F] heeft aangevoerd,5 en dat de domeinnamen op een gegeven moment op naam van [T Ltd] . en [T SA] stonden, is tot slot voor de kansspelbelasting geenszins doorslaggevend om als houder van de kansspelen te worden aangemerkt. [T SA] ontplooide geen enkele activiteiten ten aanzien van die domeinnamen. De registratie en hosting daarvan, alsmede het beheer van de servers, werd verzorgd door [hostingbedrijf] . Voor de kansspelbelasting moet aan de gepresenteerde juridische vormgeving dat de domeinnamen op een gegeven moment op naam van [T Ltd] . en [T SA] stonden en dat zij diegenen waren die de kansspelen organiseerden voorbij worden gegaan, omdat de werkelijkheid was dat belanghebbende organisator van de kansspelen was (zie 4.9 en 4.10 hierna).

4.9.

De inspecteur heeft met de overgelegde stukken aannemelijk gemaakt dat de daadwerkelijke beslissingen ten aanzien (van de organisatie) van de kansspelen werden genomen door of namens belanghebbende. Uit de stukken is af te leiden dat de rol van belanghebbende niet beperkt was tot de productie-, beheers- en onderhoudswerkzaamheden als neergelegd in de overeenkomst met [T SA] respectievelijk [G Ltd] Zij had ook zeggenschap over de organisatie van de kansspelen. Voorgaande geldt voor vrijwel alle onderdelen van het spel. Zo is aannemelijk dat belanghebbende de inhoud en vormgeving van de spellen bepaalde. Zij ontwierp de websites en de spellen dan wel liet deze voor substantiële bedragen ontwerpen door [DD Ltd] en [DD BV] , terwijl niet is gebleken dat daarover afstemming plaatsvindt met een andere vennootschap, in het bijzonder [T SA] . Ook volgt uit de tapgesprekken tussen [F] en [A] alsook de verklaringen van (oud-)werknemers van belanghebbende dat belanghebbende bepaalde onder welke voorwaarden de spelen werden gespeeld, zoals de winkansen, de uitbetaling van prijzen en de hoogte van de inleg. Werknemers van belanghebbende hadden verder toegang tot de [database] , waarmee zij zicht hadden op de inleg en de resultaten van het spel. Uit de tapgesprekken volgt dat [F] en [A] de omzet in de gaten hielden en zelfstandig acties ondernamen om de omzet te verhogen. Ook ten aanzien van deze elementen is niet gebleken dat anderen dan werknemers van belanghebbende hierbij betrokken waren.

4.10.

Hoewel bepaalde contracten, zoals met [I] en [J] , op naam van [T SA] dan wel [T Ltd] . stonden, was belanghebbende telkens betrokken bij de totstandkoming daarvan. Uit de feiten volgt dat zij de inhoud en de omvang van de dienstverlening bepaalde. Daarnaast beheerde zij het account van [T SA] bij [DDD] . De contacten met [I] als voornaamste PSP vonden tevens plaats vanuit belanghebbende. Dit betrof niet alleen contact over beheerswerkzaamheden, maar, zoals volgt uit de feiten, werden er ook meer verstrekkende beslissingen genomen. Verder stond op de website dat deze in eigendom waren van [T SA] , maar vonden de contacten met de spelers feitelijk plaats met belanghebbende en werd door belanghebbende zelfstandig beslist op klachten, uitbetalingen en dergelijke.

4.11.

Gelet op hetgeen hiervoor onder 4.9 en 4.10 is overwogen, dient belanghebbende, en niet [T SA] , te worden aangemerkt als de houder van de kansspelen. Het subsidiaire standpunt van belanghebbende dat de achterliggende natuurlijke personen, het hof begrijpt [F] en [A] , als houder moeten worden aangemerkt op grond waarvan de naheffingsaanslag ten onrechte aan belanghebbende zou zijn opgelegd in plaats van aan [F] en/of [A] , volgt het hof niet. Weliswaar zijn veel van de bepalende beslissingen genomen door [F] en [A] , maar het hof acht aannemelijk dat zij deze beslissingen namen in hun hoedanigheid van directie (bestuurder) van belanghebbende. Daarom moeten deze beslissingen worden toegerekend aan belanghebbende. Het hof neemt hierbij in aanmerking dat [F] en [A] enkel vanuit belanghebbende werden betaald voor managementwerkzaamheden en bij hun werkzaamheden veelal gebruik maakten van hun zakelijke e-mailadres en telefoonnummer van belanghebbende. Bovendien was ook het overige personeel van belanghebbende in de onderhavige periode actief betrokken bij de beslissingen ten aanzien van de kansspelen en de uitvoering daarvan. De organisatie van de kansspelen was dus in handen van (de werknemers van) belanghebbende. De omstandigheid dat [F] de gehele structuur heeft opgezet in zijn hoedanigheid van aandeelhouder of uiteindelijk gerechtigde, neemt niet weg dat de inhoudelijke beslissingen over het spel binnen die structuur werden genomen door of namens belanghebbende.

4.12.

Gesteld noch gebleken is dat een van de andere buitenlandse vennootschappen, zoals [QQ] , [T Ltd] . of [G Ltd] , (tevens) als organisator kan worden aangemerkt. De activiteiten van die vennootschappen waren zeer beperkt. De conclusie is dan dat belanghebbende door de inspecteur voor de heffing van de kansspelbelasting terecht als houder van de kansspelen is aangemerkt, behoudens het kansspel via de website [internetsite 7] . Vraag I dient bevestigend te worden beantwoord.

Vraag II

4.13.

De grondslag voor heffing van kansspelbelasting wordt bepaald door de inzetten minus de ter beschikking gestelde prijzen. Op de inspecteur rust de bewijslast dat de (grondslag van de) naheffingsaanslag niet te hoog is vastgesteld. Omkering en verzwaring van de bewijslast, vindt in dit geval geen toepassing. Omkering en verzwaring van de bewijslast is een bewijsrechtelijke sanctie. Hierbij wordt de bewijslast dat de (grondslag van de) naheffingsaanslag niet te hoog is vastgesteld verplaatst van de inspecteur naar belanghebbende en bovendien wordt deze bewijslast voor belanghebbende verzwaard doordat belanghebbende moet doen blijken (overtuigend moet aantonen) dat de (grondslag van de) naheffingsaanslag te hoog is vastgesteld, Vaststaat dat belanghebbende niet is uitgenodigd om in de onderhavige perioden aangiften kansspelbelasting te doen, waardoor geen sprake kan zijn van het niet doen van de vereiste aangiften.6 Ook is geen informatiebeschikking genomen.7 De bewijslast wordt dus niet omgekeerd en verzwaard. Het hof zal dan ook beoordelen of de inspecteur met de gemaakte berekeningen, de daaraan ten grondslag liggende bestanden en de gegeven uitleg en toelichtingen aannemelijk heeft gemaakt dat de naheffingsaanslag niet te hoog is vastgesteld.

4.14.

Voor de periode november 2009 tot en met april 2013 heeft de inspecteur de grondslag (volledig) berekend aan de hand van de beschikbare gegevens uit de platformdatabase. De berekeningen zijn aldus gebaseerd op objectieve en voor belanghebbende verifieerbare gegevens. De inspecteur heeft erkend dat desondanks de berekening van de grondslag voor de kansspelbelasting niet sluitend is. Dit zou een grondig inzicht in de platformdatabase met 146 omvangrijke tabellen, de onderlinge relaties en de aansturingsprogramma’s vereisen, aldus de inspecteur. Gelet op de omvang van de platformdatabase is dat zonder medewerking van softwareontwikkelaars en belanghebbende niet mogelijk. De inspecteur heeft met de berekeningen getracht de werkelijkheid te benaderen en op die manier de grondslag voor de kansspelbelasting aannemelijk te maken.

4.15.

Als uitgangspunt bij de berekening van de grondslag voor de kansspelbelasting heeft de inspecteur de geldstromen van en naar de online spelomgeving gehanteerd, oftewel de inleg op de spelersaccounts minus terugbetalingen vanaf deze accounts (geldstromen B en C in het overzicht onder 2.8). Deze geldstromen zijn door de inspecteur inzichtelijk en verifieerbaar gemaakt. Uit de toelichting van de inspecteur volgt dat met terughoudendheid is omgegaan bij het maken van selecties. Transacties zijn alleen in de grondslag voor de kansspelbelasting betrokken, indien daarvan duidelijk is dat deze succesvol zijn afgewikkeld. Hoewel de inspecteur een benadering van de realiteit heeft gemaakt en de berekeningswijze afwijkt van de bepaling van de grondslag zoals neergelegd in de Wet KSB, heeft de inspecteur naar het oordeel van het hof toch aannemelijk gemaakt dat door aan te sluiten bij de mutaties op de spelersaccounts (bij benadering) tot dezelfde uitkomsten wordt gekomen. Het hof acht aannemelijk dat de inleg op de spelersaccounts minus terugbetalingen vanaf deze accounts (geldstromen B en C) in het geval van belanghebbende tenminste gelijk is aan de inzet minus de gewonnen prijzen (geldstromen H en I).

4.16.

In dat kader overweegt het hof dat de inspecteur in ogenschouw heeft genomen dat (1) de hoogte van begin- en eindsaldi op de spelersaccounts van invloed zijn op de berekening en (2) dat andere omstandigheden het saldo op de spelersaccounts kunnen beïnvloeden zonder dat sprake is van een storting of uitbetaling. Ten aanzien van het eerste punt heeft de inspecteur onderbouwd dat het totale saldo op de spelersaccounts aan het begin van de heffingsperiode (november 2009) hoger of tenminste gelijk was aan dat saldo aan het einde van de heffingsperiode (april 2013). Correctie van de door de inspecteur berekende grondslag met de saldi op de spelersaccounts leidt er toe dat een hoger bedrag moet worden bijgeteld (het totale beginsaldo) dan moet worden afgetrokken (het totale eindsaldo). De grondslag is daarom in elk geval niet te hoog vastgesteld. Gelet hierop faalt de stelling van belanghebbende dat de grondslag te hoog is vastgesteld, omdat de inspecteur de saldi op de spelersaccounts aan het einde van de heffingsperiode niet in mindering op de grondslag heeft gebracht.

4.17.

Bovendien heeft de inspecteur op basis van de “loggame” onderbouwd dat het saldo van de in april 2013 actieve spelers aan het einde van de heffingsperiode in totaal slechts € 82.819,01 was en dat niet aannemelijk is dat het totale eindsaldo op alle spelersaccounts veel hoger was. Voor zover het totale eindsaldo al in mindering zou moeten worden gebracht op de grondslag voor de kansspelbelasting, dan wordt dit ruimschoots gecompenseerd met de verhoging van de grondslag vanwege het beroep op interne compensatie van de inspecteur ten aanzien van het tweede punt genoemd onder 4.16 (zie hierna onder 4.18). Ook in dat geval leidt de stelling van belanghebbende dus niet tot een vermindering van de naheffingsaanslag.

4.18.

Ten aanzien van het tweede punt heeft de inspecteur aannemelijk gemaakt dat de grondslag voor de kansspelbelasting met een aanzienlijk bedrag moet worden verhoogd in verband met aan spelers toegekende bonussen. Deze bonussen konden de spelers gebruiken als inzet bij de kansspelen en behoren dus tot de grondslag voor de kansspelbelasting. Het gaat om bonussen die geen relatie hebben met de uitkomst van het kansspel, maar een verhoging van het saldo op het spelersaccount betreffen bijvoorbeeld als beloning voor het doen van een storting op het account. Deze bonussen hebben het saldo op de spelersaccounts verhoogd zonder dat hieraan een storting door de speler ten grondslag lag. Hierdoor waren deze bonussen niet zichtbaar in de bij de inspecteur bekende geldstromen. Deze zijn dan ook ten onrechte niet meegenomen in de berekening van de grondslag voor de kansspelbelasting, zoals deze is vastgesteld bij uitspraak op bezwaar. Alleen al voor de maand april 2013 heeft de inspecteur op basis van de “loggame” geconcludeerd dat de bruto spelopbrengst als gevolg daarvan € 402.820,87 te laag was vastgesteld. Bovendien heeft de inspecteur onder verwijzing naar de tabellen “Reportdata_game”, “Bonus_player” en “Bonus” en de websites van de kansspelen gemotiveerd gesteld, en door belanghebbende niet is weersproken, dat over de gehele periode van november 2009 tot en met april 2013 veel bonussen tot soms forse bedragen zijn toegekend. Het hof volgt de inspecteur in zijn stelling.

4.19.

Gelet op hetgeen hiervoor is overwogen, heeft de inspecteur aannemelijk gemaakt dat de grondslag voor de kansspelbelasting in elk geval voor de periode van november 2009 tot en met april 2013 niet te hoog is vastgesteld. Het hof heeft daarbij geen rekening gehouden met eventuele opbrengsten behaald met de website [internetsite 7] . Zoals de inspecteur zelf heeft erkend, is volstrekt onduidelijk wat de hoogte van de opbrengsten van deze website is geweest, nog daargelaten dat de inspecteur niet aannemelijk heeft gemaakt dat belanghebbende als houder van het via deze website aangeboden kansspel moet worden aangemerkt.

4.20.

Voor de periode november 2008 tot en met oktober 2009 beschikt de inspecteur niet over gegevens van de platformdatabase. Aan de hand van gegevens betreffende de geldstromen via de PSP’s heeft de inspecteur gepoogd de werkelijkheid te benaderen en de juiste grondslag voor de kansspelbelasting te berekenen (zie nader 2.66 en 2.67). Uit de toelichtingen en uitleg van de inspecteur volgt dat de berekeningen zijn gebaseerd op objectieve gegevens en geen sprake is van extrapolatie van opbrengsten uit een andere periode. Verder zijn de beschikbare gegevens uit verschillende bronnen met elkaar vergeleken en op die manier op juistheid en nauwkeurigheid gecontroleerd. De inspecteur heeft terughoudendheid betracht bij de selectie van bedragen als bruto spelopbrengsten, zodat de grondslag voor de kansspelbelasting eerder te laag dan te hoog zou zijn. Zo heeft de inspecteur voor de omrekening van de netto ontvangsten op de bankrekeningen naar bruto opbrengsten rekening gehouden met het percentage uit de voor belanghebbende meest gunstige periode. Ook is de inkomende geldstroom bij [I] met 5,89% naar beneden bijgesteld. Gelet op het voorgaande is het hof van oordeel dat, ook al is sprake van enige ruwheid in de berekeningen, de inspecteur aannemelijk heeft gemaakt dat de grondslag voor de kansspelbelasting in de periode november 2008 tot en met oktober 2009 niet te hoog is vastgesteld.

4.21.

Belanghebbende heeft tegen de berekeningen van de inspecteur enkel ingebracht dat ten onrechte gebruik is gemaakt van extrapolatie (periode november 2008 tot en met oktober 2009) en het eindsaldo op de spelersaccounts niet in mindering is gebracht op de grondslag voor de kansspelbelasting (periode november 2009 tot en met april 2013). Zoals uit de overwegingen hiervoor is af te leiden, kunnen deze stellingen niet slagen. Het had op de weg van belanghebbende gelegen om nadere gronden aan te voeren tegen de berekeningen. Met het door de inspecteur gegeven inzicht in en de toelichtingen op de berekening van de naheffingsaanslag had belanghebbende (ook zonder een deskundige) haar betwisting van die berekening nader kunnen motiveren (zie hierna 4.25 tot en met 4.27), maar elke poging daartoe heeft zij nagelaten.

4.22.

Uit hetgeen hiervoor is overwogen volgt dat de grondslag voor de heffing van kansspelbelasting niet te hoog is vastgesteld. De naheffingsaanslag blijft in stand.

Tot slot

4.23.

Het hof heeft met partijen uitgebreid besproken op welke wijze de stukken van het geding als bedoeld in artikel 8:42 Awb aan het hof en belanghebbende ter beschikking konden worden gesteld. Tussen partijen is niet in geschil dat de inspecteur aan de verplichting van artikel 8:42 Awb heeft voldaan. Op de zitting van 18 december 2020 heeft belanghebbende verklaard dat zij niet betwist dat ook aan haar alle stukken van het geding ter beschikking zijn gesteld, onder meer via de door de inspecteur aan haar toegezonden links.

4.24.

Gelet op de omvang van de stukken van het geding heeft het hof op de zittingen van 27 mei 2020 en 2 juli 2020 partijen medegedeeld dat het toepassing geeft aan artikel 8:32a Awb. Het hof heeft op grond daarvan door partijen verschafte gegevens en bescheiden buiten beschouwing gelaten, indien zij niet te kennen hebben gegeven ter toelichting of staving van welke stelling de gegevens en bescheiden zijn bedoeld en welk onderdeel daartoe van belang is. Voor zover niet naar gegevens en bescheiden is verwezen, waaronder onbekende of onleesbare stukken, heeft het hof deze gegevens en bescheiden bij zijn beoordeling van de zaak buiten beschouwing gelaten.

4.25.

Naar het oordeel van het hof heeft de inspecteur duidelijk gemaakt waarop de door hem ingenomen stellingen zijn gebaseerd. Het hof volgt belanghebbende niet in haar stelling dat de inspecteur onvoldoende inzicht heeft verschaft op welke gegevens en bescheiden de berekeningen van de grondslag voor de kansspelbelasting zijn gebaseerd. Met de toelichting en verwijzingen in de bijlagen 129 tot en met 132 (verbeterde versie van 132 in hoger beroep), de nadere stukken van 30 januari 2020, 13 februari 2020 en 15 mei 2020 en de nadere uitleg ter zitting heeft de inspecteur uitvoerig uiteengezet welke (delen van de) gegevens en bescheiden aan die berekening ten grondslag liggen.

4.26.

De inspecteur heeft met de door hem aan belanghebbende gestuurde links in elk geval vanaf 27 mei 2020 alle stukken van het geding ook aan belanghebbende ter beschikking gesteld (zie onder 2.72). Het hof heeft vervolgens op de zitting van 2 juli 2020 belanghebbende tot uiterlijk 16 oktober 2020 de gelegenheid gegeven om de door de inspecteur ter beschikking gestelde bestanden en data te (laten) beoordelen en daarop te reageren. Belanghebbende heeft bij brief van 15 oktober 2020 verzocht om uitstel van de reactietermijn, omdat zij nog geen EDP’er had gevonden om haar als deskundige bij te staan. Gelet op de ruime tijd die is gegeven om een deskundige te benaderen, is het hof echter van oordeel dat het algemeen belang van een doelmatige procesgang zwaarder weegt. Het hof heeft in de door belanghebbende aangevoerde redenen geen aanleiding gezien om de reactietermijn te verlengen. Uitstel zou betekenen dat ook de reactietermijn voor de inspecteur zou moeten worden opgeschort. In dat geval zou de zitting van 18 december 2020 geen doorgang hebben kunnen vinden, hetgeen een aanzienlijke vertraging had opgeleverd. Het hof is dan ook van oordeel dat het belang van een goede procesorde zich tegen uitstel van de al (ook volgens belanghebbende, zie het proces-verbaal van de zitting op 2 juli 2020) ruime reactietermijn verzette. Hierbij heeft het hof meegewogen dat belanghebbende geen gebruik heeft gemaakt van de door de inspecteur meerdere malen geboden mogelijkheid om de onder 2.72 bedoelde bestanden via een link te downloaden, daar zelf kennis van te nemen en te beoordelen of zij niet zelf daaraan een betwisting zou kunnen ontlenen. Voorts heeft het hof meegewogen, dat belanghebbende evenmin gemotiveerd heeft gereageerd op de toelichting van de berekening van de naheffingsaanslag door de inspecteur in met name de onder 4.25 bedoelde stukken.

4.27.

Het hof heeft verder, ondanks het herhaaldelijke verzoek van belanghebbende daartoe, geen aanleiding gezien om een onafhankelijke deskundige te benoemen ter beoordeling van de grondslag voor de kansspelbelasting.8 Het hof is van oordeel dat belanghebbende voldoende tijd is gegeven om de data en de bestanden van de inspecteur te laten beoordelen door een eigen aangestelde deskundige en bovendien geven met name de hiervoor onder 4.25 weergegeven stukken voldoende aanknopingspunten voor belanghebbende om zelf (zonder deskundige) de berekening van de grondslag van de naheffing te kunnen volgen en eventueel gronden aan te voeren waarom die berekening niet kon kloppen, hetgeen zij om haar moverende redenen heeft nagelaten. In dat licht heeft het hof afgezien van de bevoegdheid om zelf een deskundige te benoemen. Het hof was daartoe ook niet op grond van artikel 6 van het Europees Verdrag tot bescherming van de rechten van de mens en de fundamentele vrijheden (hierna EVRM) verplicht. Naar vaste jurisprudentie betreft het heffen van belasting niet de 'determination of civil rights and obligations' in de zin van artikel 6 van het EVRM.9 Gelet hierop en omdat in onderhavige zaak (ook) geen bestuurlijke boete (criminal charge) aan de orde is, is dit artikel dus niet van toepassing.

Tussenconclusie

4.28.

De slotsom is dat het hoger beroep ongegrond is.

Ten aanzien van het griffierecht

4.29.

Het hof ziet geen aanleiding om het griffierecht te laten vergoeden.

Ten aanzien van de proceskosten

4.30.

Het hof oordeelt dat er geen redenen zijn voor een veroordeling in de proceskosten als bedoeld in artikel 8:75 Awb.

5 Beslissing

Het hof:

-

verklaart het hoger beroep ongegrond;

-

bevestigt de uitspraak van de rechtbank.

De uitspraak is gedaan door P. Fortuin, voorzitter, V.M. van Daalen-Mannaerts en J.M. van der Vegt, in tegenwoordigheid van I.H.M. Fluitsma, als griffier.

De beslissing is in het openbaar uitgesproken op 29 januari 2021 en afschriften van de uitspraak zijn op die datum aangetekend aan partijen verzonden.

De griffier is verhinderd te ondertekenen.

Het aanwenden van een rechtsmiddel

Tegen deze uitspraak kunnen beide partijen binnen zes weken na de verzenddatum beroep in cassatie instellen bij de Hoge Raad der Nederlanden via het webportaal van de Hoge Raad www.hogeraad.nl.

Bepaalde personen die niet worden vertegenwoordigd door een gemachtigde die beroepsmatig rechtsbijstand verleent, mogen per post beroep in cassatie instellen. Dit zijn natuurlijke personen en verenigingen waarvan de statuten niet zijn opgenomen in een notariële akte. Als zij geen gebruik willen maken van digitaal procederen kunnen deze personen het beroepschrift in cassatie sturen aan de Hoge Raad der Nederlanden (belastingkamer), postbus 20303, 2500 EH Den Haag. Alle andere personen en gemachtigden die beroepsmatig rechtsbijstand verlenen, zijn in beginsel verplicht digitaal te procederen (zie www.hogeraad.nl).

Bij het instellen van beroep in cassatie moet het volgende in acht worden genomen:

  1. Bij het beroepschrift wordt een afschrift van deze uitspraak overgelegd.

  2. (Alleen bij procederen op papier) het beroepschrift moet ondertekend zijn;

  3. Het beroepschrift moet ondertekend zijn en ten minste het volgende vermelden:

  1. de naam en het adres van de indiener;

  2. de dagtekening;

  3. een omschrijving van de uitspraak waartegen het beroep in cassatie is gericht;

  4. e gronden van het beroep in cassatie.

Voor het instellen van beroep in cassatie is griffierecht verschuldigd. Na het instellen van beroep in cassatie ontvangt de indiener een nota griffierecht van de griffier van de Hoge Raad.

In het cassatieberoepschrift kan de Hoge Raad verzocht worden om de andere partij te veroordelen in de proceskosten.