Home

Gerechtshof 's-Hertogenbosch, 05-01-2022, ECLI:NL:GHSHE:2022:13, 20/00726

Gerechtshof 's-Hertogenbosch, 05-01-2022, ECLI:NL:GHSHE:2022:13, 20/00726

Gegevens

Instantie
Gerechtshof 's-Hertogenbosch
Datum uitspraak
5 januari 2022
Datum publicatie
6 januari 2022
ECLI
ECLI:NL:GHSHE:2022:13
Zaaknummer
20/00726

Inhoudsindicatie

Wet WOZ. Objectafbakening. Gebruik van grond

Uitspraak

Team belastingrecht

Meervoudige Belastingkamer

Nummer: 20/00726

Uitspraak op het hoger beroep van

[belanghebbende] ,

wonend in [woonplaats] ,

hierna: belanghebbende,

tegen de uitspraak van rechtbank Zeeland-West-Brabant (hierna: de rechtbank) van 27 oktober 2020, nummer BRE 18/7839 in het geding tussen belanghebbende en

de heffingsambtenaar van de gemeente Loon op Zand,

hierna: de heffingsambtenaar.

1 Ontstaan en loop van het geding

1.1.

De heffingsambtenaar heeft in het kader van de Wet waardering onroerende zaken (hierna: Wet WOZ) een beschikking gegeven (hierna: de WOZbeschikking) en daarbij de waarde van [adres 1] te [plaats] (hierna: de onroerende zaak) vastgesteld. Tevens zijn de aanslagen onroerendezaakbelastingen en reinigingsrecht voor het jaar 2018 bekendgemaakt.

1.2.

Belanghebbende heeft bezwaar gemaakt. De heffingsambtenaar heeft uitspraak op bezwaar gedaan en het bezwaar ongegrond verklaard.

1.3.

Belanghebbende heeft tegen deze uitspraak beroep ingesteld bij de rechtbank.

De rechtbank heeft het beroep gegrond verklaard.

1.4.

Belanghebbende heeft tegen de uitspraak van de rechtbank hoger beroep ingesteld bij het hof. De heffingsambtenaar heeft een verweerschrift ingediend.

1.5.

Belanghebbende heeft in reactie op het verweerschrift een conclusie van repliek ingediend. De heffingsambtenaar heeft vervolgens een conclusie van dupliek ingediend.

1.6.

De zitting heeft digitaal plaatsgevonden op 26 november 2021 door middel van een tweezijdig audiovisueel elektronisch communicatiemiddel, te weten ‘Skype for Business’. Aan de digitale zitting hebben deelgenomen [gemachtigde] , als gemachtigde van belanghebbende, en, namens de heffingsambtenaar, [verweerder 1] en [verweerder 2] .

1.7.

Het hof heeft aan het einde van de zitting het onderzoek gesloten.

2 Feiten

2.1.

Belanghebbende is huurder van de onroerende zaak, een vleeskalverenstal met mestkelder uit 1989, met een oppervlakte van respectievelijk 500 m2 en 200 m2.

2.2.

De heffingsambtenaar heeft bij de waardebepaling aan de onroerende zaak 852 m2 grond toegekend; 500 m2 ondergrond van de onroerende zaak en 352 m2 omliggende grond. De waarde van de onroerende zaak is door de heffingsambtenaar per de waardepeildatum 1 januari 2017 vastgesteld op € 102.000. Dit bedrag is als volgt opgebouwd:

m2

€ / m2

Vleeskalverenstal

500

114

57.000

Mestkelder

200

23

4.600

Grond

0 - 400

68

27.200

400 - 852

30

13.560

Totaal

102.360

Afgerond

102.000

Bij uitspraak op bezwaar heeft de heffingsambtenaar de waarde van de onroerende zaak en de aanslagen gehandhaafd. De rechtbank heeft het ingestelde beroep gegrond verklaard en – kort gezegd – de aanslag reinigingsrecht vernietigd en de uitspraak op bezwaar voor het overige in stand gelaten.

3 Geschil en conclusies van partijen

3.1.

In geschil is of de heffingsambtenaar de waarde van de onroerende zaak niet te hoog heeft vastgesteld. Meer specifiek is in geschil of de omvang van de door belanghebbende in gebruik zijnde grond juist is vastgesteld. Daarnaast is in geschil of de rechtbank de vergoeding voor de kosten van bezwaar juist heeft berekend.

3.2.

Belanghebbende concludeert primair tot vermindering van de waarde tot € 71.000 en subsidiair tot € 91.000. De heffingsambtenaar concludeert tot bevestiging van de uitspraak van de rechtbank.

4 Gronden

5 Beslissing