Home

Gerechtshof 's-Hertogenbosch, 25-05-2022, ECLI:NL:GHSHE:2022:1689, 21/01145

Gerechtshof 's-Hertogenbosch, 25-05-2022, ECLI:NL:GHSHE:2022:1689, 21/01145

Gegevens

Instantie
Gerechtshof 's-Hertogenbosch
Datum uitspraak
25 mei 2022
Datum publicatie
16 juni 2022
ECLI
ECLI:NL:GHSHE:2022:1689
Formele relaties
Zaaknummer
21/01145

Inhoudsindicatie

Naheffingsaanslag BPM. Gebruik koerslijst Eurotaxglass’s niet geaccepteerd. Geen aanspraak op correcties bijstelling marktsituatie en dealersituatie. Extra waardevermindering wegens schade. Belanghebbende heeft niet aannemelijk gemaakt dat er een hoger verminderingspercentage in aanmerking genomen zou moeten worden. Belastingrente terecht in rekening gebracht. Hoger beroep gegrond.

Uitspraak

Team belastingrecht

Meervoudige Belastingkamer

Nummer: 21/01145

Uitspraak op het hoger beroep van

[belanghebbende] ,

gevestigd in [vestigingsplaats] ,

hierna: belanghebbende,

tegen de uitspraak van de rechtbank Zeeland-West-Brabant (hierna: de rechtbank) van 27 juli 2021, nummer BRE 20/5289, in het geding tussen belanghebbende en

de inspecteur van de Belastingdienst,

hierna: de inspecteur.

1 Ontstaan en loop van het geding

1.1.

De inspecteur heeft een naheffingsaanslag belasting van personenauto’s en motorrijwielen (hierna: BPM) opgelegd. Gelijktijdig met de aanslag is belastingrente in rekening gebracht.

1.2.

Belanghebbende heeft bezwaar gemaakt. De inspecteur heeft uitspraak op bezwaar gedaan en het bezwaar ongegrond verklaard.

1.3.

Belanghebbende heeft tegen deze uitspraak beroep ingesteld bij de rechtbank. De rechtbank heeft het beroep gegrond verklaard.

1.4.

Belanghebbende heeft tegen de uitspraak van de rechtbank hoger beroep ingesteld bij het hof. De inspecteur heeft een verweerschrift ingediend.

1.5.

Belanghebbende heeft vóór de zitting nadere stukken ingediend. Deze stukken zijn doorgestuurd naar de inspecteur.

1.6.

De zitting heeft plaatsgevonden op 8 april 2022 in ’s-Hertogenbosch. Daar zijn verschenen [gemachtigde] van [kantoornaam] , als gemachtigde van belanghebbende, bijgestaan door [taxateur] , taxateur, en, namens de inspecteur, [inspecteur 1] , [inspecteur 2] en [inspecteur 3] . Op deze zitting zijn gelijktijdig, doch niet gevoegd, behandeld de onderhavige zaak en de zaak met nummer 21/01144.

1.7.

Het hof heeft aan het einde van de zitting het onderzoek gesloten.

1.8.

Van de zitting is een proces-verbaal opgemaakt, dat gelijktijdig met de uitspraak aan partijen wordt verzonden.

2 Feiten

2.1.

Belanghebbende heeft op 13 april 2017 aangifte BPM gedaan ter zake van de registratie van een uit een andere lidstaat afkomstige Maserati Ghibli 3.0 D, VIN: [VIN-nummer] (hierna: de auto). De op aangifte verschuldigde BPM van € 3.086 is door belanghebbende voldaan. De datum van de eerste toelating is 23 oktober 2014. De tenaamstelling van de auto heeft plaatsgevonden op 18 mei 2017.

2.2.

Bij de aangifte is een taxatierapport gevoegd van [A] (hierna: het taxatierapport). De afgelezen kilometerstand van de auto bedroeg op 11 april 2017, 44.959 kilometer. Voor de berekening van de handelsinkoopwaarde in onbeschadigde staat van € 40.278 heeft de taxateur gebruik gemaakt van de koerslijst Eurotaxglass’s waarbij onder het kopje ‘opties’ geen bedrag is opgenomen. Wel heeft de taxateur bij het kopje ‘Totaal waardeverhogende zaken’ een bedrag van € 4.103 vermeld. Volgens belanghebbende betreft dat de restwaarde van de opties.

2.3.

Verder heeft de taxateur een bedrag aan schade gecalculeerd van € 22.078. Daarvan is een bedrag van € 21.553 (97,62%) in mindering gebracht op de handelsinkoopwaarde, hetgeen resulteert in een handelsinkoopwaarde in beschadigde staat van € 18.725. In de schadecalculatie is uitgegaan van een uurtarief van € 84.

2.4.

Op 15 mei 2017 is door een taxateur van Domeinen Roerende Zaken (hierna: DRZ) een rapport waardebepaling opgesteld naar aanleiding van een fysieke schouw van de auto op 21 april 2017 (hierna: het DRZ-rapport). DRZ heeft de handelsinkoopwaarde in onbeschadigde staat getaxeerd op € 41.323, rekening houdend met een restwaarde van de opties van € 3.437. De taxateur is uitgegaan van de koerslijstmethode en heeft de koerslijst XRAY toegepast, omdat die volgens hem het meest gunstig was van de koerslijsten waarvan een waarde kon worden verkregen. Onder het kopje ‘4. Koerslijstonderzoek’ staat vermeld:1

Handelsinkoopwaarde van de koerslijst

Op basis van koerslijsten

a. Autotelexpro

€ 43.311,-

b. Bovag

Geen waarde

c. XRAY (Marge)

€ 41.323,-

d. Eurotax XchangeNet

Geen waarde

2.5.

De taxateur van DRZ heeft een schade gecalculeerd van € 5.649. Daarvan is een bedrag van € 4.658 in mindering gebracht op de handelsinkoopwaarde. In de schadecalculatie is een uurtarief van € 75 gehanteerd en is uitgegaan van (in totaal) 28,8 uur voor de arbeid aan de carrosserie en spuitwerkzaamheden. De berekende handelsinkoopwaarde in beschadigde staat bedraagt dan € 36.665, zijnde € 41.323 -/- € 4.658. De historische nieuwprijs is berekend op € 95.461. Voorts is in de koerslijst XRAY bij ‘Voertuiggegevens’ aangegeven dat het een marge auto betreft.

2.6.

De inspecteur heeft met dagtekening 10 april 2019 een naheffingsaanslag van € 2.530 opgelegd. Gelijktijdig daarmee is aan belanghebbende belastingrente in rekening gebracht van € 128 (hierna: de rentebeschikking).

2.7.

Belanghebbende heeft bezwaar gemaakt tegen de naheffingsaanslag en de rentebeschikking. Het bezwaar van belanghebbende is bij uitspraak van 31 januari 2020 ongegrond verklaard.

2.8.

De rechtbank heeft het beroep gegrond verklaard, de uitspraak op bezwaar vernietigd, de naheffingsaanslag verminderd tot € 2.203, de rentebeschikking overeenkomstig verminderd, de inspecteur veroordeeld tot vergoeding van immateriële schade tot een bedrag van € 500, de inspecteur veroordeeld in de kosten van bezwaar en beroep van belanghebbende ten bedrage van € 1.333 en gelast dat de inspecteur het door belanghebbende betaalde griffierecht van € 354 aan haar vergoed.

3 Geschil en conclusies van partijen

3.1.

Het geschil betreft het antwoord op de vraag of de naheffingsaanslag terecht en tot een juist bedrag is opgelegd.

Meer specifiek zijn de antwoorden op de volgende vragen in geschil.

I. Mag belanghebbende voor de vaststelling van de handelsinkoopwaarde uitgaan van de waarde volgens de koerslijst Eurotaxglass’s gecorrigeerd met ‘bijstelling marktsituatie’ (5%) en ‘bijstelling dealersituatie’ (10%)?

II. Bestaat aanleiding voor een hogere vermindering van de handelsinkoopwaarde in verband met de aanwezige schade en het schadeverleden?

III. Dient het bedrag van de vastgestelde herstelkosten van de schade voor 72% in aanmerking te worden genomen ter bepaling van de waardevermindering dan wel voor een hoger percentage?

IV. Dient de rentebeschikking te worden vernietigd in verband met schending van het zorgvuldigheidsbeginsel en het vertrouwensbeginsel?

Tussen partijen is niet in geschil dat de historische nieuwprijs € 95.461 bedraagt en de (historische) bruto BPM € 14.880.

3.2.

Belanghebbende concludeert tot vernietiging van de uitspraak van de rechtbank, vernietiging van de uitspraak op bezwaar, vernietiging van de naheffingsaanslag en vernietiging van de rentebeschikking.

3.3.

De inspecteur concludeert tot vernietiging van de uitspraak van de rechtbank, vernietiging van de uitspraak op bezwaar, vermindering van de naheffingsaanslag en dienovereenkomstige vermindering van de rentebeschikking.

4 Gronden

5 Beslissing