Home

Gerechtshof 's-Hertogenbosch, 02-02-2022, ECLI:NL:GHSHE:2022:254, 20/00748

Gerechtshof 's-Hertogenbosch, 02-02-2022, ECLI:NL:GHSHE:2022:254, 20/00748

Gegevens

Instantie
Gerechtshof 's-Hertogenbosch
Datum uitspraak
2 februari 2022
Datum publicatie
4 februari 2022
ECLI
ECLI:NL:GHSHE:2022:254
Zaaknummer
20/00748

Inhoudsindicatie

WOZ-waardering hotel. De heffingsambtenaar heeft aannemelijk gemaakt dat de door hem vastgestelde waarde niet te hoog is. Toepassing van de in de Taxatiewijzer hotels opgenomen omzetmethodiek leidt tot aanzienlijk hogere waarden dan de vastgestelde waarde. Gevolgen van de coronapandemie en de financiële situatie van het concern hebben geen invloed op de waardebepaling per 1 januari 2017. Hoger beroep ongegrond.

Uitspraak

Team belastingrecht

Meervoudige Belastingkamer

Nummer: 20/00748

Uitspraak op het hoger beroep van

[belanghebbende] ,

gevestigd in [vestigingsplaats] ,

hierna: belanghebbende,

tegen de uitspraak van Rechtbank Zeeland-West Brabant (hierna: de rechtbank) van 27 oktober 2020, nummer BRE 19/1317, in het geding tussen belanghebbende en

De heffingsambtenaar van de gemeente [plaats] ,

hierna: de heffingsambtenaar.

1 Ontstaan en loop van het geding

1.1.

De heffingsambtenaar heeft in het kader van de Wet waardering onroerende zaken (hierna: Wet WOZ) een beschikking gegeven (hierna: de WOZ-beschikking) en daarbij de waarde van [adres] te ( [postcode] ) [plaats] (hierna: de onroerende zaak) vastgesteld. Tevens is de aanslag voor het gebruikersdeel van de onroerendezaakbelastingen voor het jaar 2018 bekendgemaakt (hierna: de aanslag).

1.2.

Belanghebbende heeft hiertegen bezwaar gemaakt.

1.3.

De heffingsambtenaar heeft uitspraak op bezwaar gedaan en het bezwaar ongegrond verklaard.

1.4.

Belanghebbende heeft tegen deze uitspraak beroep ingesteld bij de rechtbank. De rechtbank heeft het beroep ongegrond verklaard.

1.5.

Belanghebbende heeft tegen de uitspraak hoger beroep ingesteld bij het hof. De heffingsambtenaar heeft een verweerschrift ingediend.

1.6.

Partijen hebben vóór de zitting nadere stukken ingediend. Deze stukken zijn doorgestuurd naar de andere partij.

1.7.

De zitting heeft plaatsgevonden via een beeldverbinding op 19 januari 2022. Daaraan hebben deelgenomen [gemachtigde] , als gemachtigde van belanghebbende, en, namens de heffingsambtenaar, [heffingsambtenaar 1] en [heffingsambtenaar 2] .

1.8.

De heffingsambtenaar heeft voor de zitting een pleitnota met drie bijlagen toegezonden aan het hof. De griffier heeft deze pleitnota doorgestuurd naar belanghebbende. Deze pleitnota met bijlagen wordt geacht ter zitting te zijn voorgelezen.

1.9.

Het hof heeft aan het einde van de zitting het onderzoek gesloten en [heffingsambtenaar 1] in de gelegenheid gesteld om zo spoedig mogelijk een geldige volmacht over te leggen.

1.10.

Het hof heeft op 20 januari 2022 met betrekking tot [heffingsambtenaar 1] een geldige volmacht ontvangen. Dit stuk is in afschrift doorgestuurd naar de andere partij.

2 Feiten

2.1.

Belanghebbende was in 2018 gebruiker van de onroerende zaak en exploiteerde daarin een 3-sterren hotel.

2.2.

Bij beschikking van 28 februari 2018 heeft de heffingsambtenaar de waarde van de onroerende zaak per waardepeildatum 1 januari 2017 vastgesteld op € 1.072.000.

2.3.

Ter onderbouwing van de vastgestelde waarde is een taxatieverslag opgemaakt (hierna: het taxatieverslag). Daaruit blijkt dat de heffingsambtenaar de waarde van de onroerende zaak heeft vastgesteld door middel van de huurwaardekapitalisatie-methode. De gehanteerde kapitalisatiefactor is 8,0. De totale vloeroppervlakte van de onroerende zaak is volgens het taxatieverslag 2.170 m2.

2.4.

Belanghebbende heeft bij brief van 27 februari 2018 - welke brief is ontvangen door de heffingsambtenaar op 3 maart 2018 - bezwaar gemaakt tegen de waarde van de onroerende zaak en de aanslagen.

2.5.

In de bezwaarfase is door [taxateur] , taxateur, een (her)taxatie van de onroerende zaak verricht aan de hand van de in de Taxatiewijzer van de Vereniging Nederlandse Gemeenten voor het jaar 2017, deel 25 “Hotels” (hierna: de Taxatiewijzer hotels) gegeven omzetmethodiek. Hantering van de door belanghebbende zelf verstrekte exploitatiecijfers leidt tot een waarde van (afgerond) € 3.630.000. Hantering van de normcijfers uit de Taxatiewijzer hotels leidt tot een waarde van (afgerond) € 2.722.000.

2.6.

Op 4 januari 2019 heeft een telefonische hoorzitting plaatsgevonden.

2.7.

Bij uitspraak op bezwaar van 11 februari 2019 heeft de heffingsambtenaar de waarde van de onroerende zaak en de aanslag gehandhaafd.

2.8.

De rechtbank heeft het beroep ongegrond verklaard en de heffingsambtenaar, gelet op de overschrijding van de redelijke termijn in de bezwaarfase, veroordeeld tot het vergoeden van immateriële schade (€ 500), griffierecht (€ 345) en proceskosten (€ 525).

3 Geschil en conclusies van partijen

3.1.

Het geschil betreft het antwoord op de vraag of de heffingsambtenaar de waarde van de onroerende zaak, en daarmee tevens de aanslag, te hoog heeft vastgesteld.

3.2.

Belanghebbende heeft tijdens het onderzoek op de zitting uitdrukkelijk en onvoorwaardelijk bevestigd dat het geschil zich beperkt tot de waarde van de onroerende zaak per de peildatum 1 januari 2017 en - daarmee samenhangend - de hoogte van de aanslag.

3.3.

Belanghebbende concludeert tot vernietiging van de uitspraak van de rechtbank, tot vermindering van de WOZ-waarde tot € 857.000 en tot dienovereenkomstige vermindering van de aanslag.

3.4.

De heffingsambtenaar concludeert tot bevestiging van de uitspraak van de rechtbank.

4 Gronden

5 Beslissing