Home

Gerechtshof 's-Hertogenbosch, 09-11-2022, ECLI:NL:GHSHE:2022:3887, 21/00302

Gerechtshof 's-Hertogenbosch, 09-11-2022, ECLI:NL:GHSHE:2022:3887, 21/00302

Gegevens

Instantie
Gerechtshof 's-Hertogenbosch
Datum uitspraak
9 november 2022
Datum publicatie
11 mei 2023
ECLI
ECLI:NL:GHSHE:2022:3887
Formele relaties
Zaaknummer
21/00302
Relevante informatie
Art. 9.2 Wet IB 2001, Art. 27 Wet LB

Inhoudsindicatie

Belanghebbende maakt hoger bedrag aan ingehouden loonheffing niet aannemelijk. Het hof is niet bevoegd om de inspecteur op te dragen om een onderzoek bij de inhoudingsplichtige in te stellen.

Uitspraak

Team belastingrecht

Meervoudige Belastingkamer

Nummer: 21/00302

Uitspraak op het hoger beroep van

[belanghebbende] ,

wonend in [woonplaats] ,

hierna: belanghebbende,

tegen de uitspraak van rechtbank Zeeland-West-Brabant (hierna: de rechtbank) van 24 december 2020, nummer BRE 19/4657 in het geding tussen belanghebbende en

de inspecteur van de Belastingdienst,

hierna: de inspecteur.

1 Ontstaan en loop van het geding

1.1.

De inspecteur heeft de aanslag inkomstenbelasting/premie volksverzekeringen (hierna: IB/PVV) 2016 opgelegd. Tevens is bij beschikking belastingrente in rekening gebracht.

1.2.

Belanghebbende heeft bezwaar gemaakt. De inspecteur heeft uitspraak op bezwaar gedaan en het bezwaar ongegrond verklaard.

1.3.

Belanghebbende heeft tegen deze uitspraak beroep ingesteld bij de rechtbank. De rechtbank heeft het beroep tegen de uitspraak op bezwaar ongegrond verklaard en zich voor het overige onbevoegd verklaard.

1.4.

Belanghebbende heeft tegen de uitspraak van de rechtbank hoger beroep ingesteld bij het hof. De inspecteur heeft een verweerschrift ingediend.

1.5.Belanghebbende heeft in reactie op het verweerschrift een conclusie van repliek ingediend.

1.6.

Belanghebbende heeft vóór de zitting nadere stukken ingediend. Deze stukken zijn doorgestuurd naar de inspecteur.

1.7.

De zitting heeft plaatsgevonden op 28 september 2022 in ’s-Hertogenbosch. Daar zijn verschenen belanghebbende en, namens de inspecteur, [inspecteur] . Op deze zitting zijn gelijktijdig behandeld de onderhavige zaak en de zaken met nummer 21/00303 tot en met 21/00305.

1.8.

Belanghebbende heeft tijdens de zitting een pleitnota voorgelezen en exemplaren daarvan overgelegd aan het hof en aan de andere partij.

1.9.

Het hof heeft aan het einde van de zitting het onderzoek gesloten.

1.10.

Van de zitting is een proces-verbaal opgemaakt, dat gelijktijdig met de uitspraak aan partijen wordt verzonden.

2 Feiten

2.1.

Belanghebbende is geboren op [geboortedatum] 1943. Hij genoot in 2016 - naast een uitkering ingevolge de AOW - pensioenuitkeringen van [Pensioenfonds] (hierna: [Pensioenfonds] ).

2.2.

Belanghebbende heeft aangifte IB/PVV 2016 gedaan naar een belastbaar inkomen uit werk en woning van € 35.052 en een bedrag aan ingehouden loonheffing van € 5.402. In de aangifte zijn de volgende bedragen vermeld (€):

Ingehouden loonheffing

Pensioen of uitkering

SVB

553

10.044

[Pensioenfonds]

4.849

25.008

Totaal

5.402

35.052

2.3.

Met dagtekening 10 juni 2017 is een voorlopige aanslag IB/PVV 2016 in overeenstemming met de ingediende aangifte vastgesteld.

2.4.

Met dagtekening 15 februari 2019 is de aanslag IB/PVV 2016 vastgesteld naar een belastbaar inkomen uit werk en woning van € 35.052 en is een bedrag van € 4.849 aan ingehouden loonheffingen in aanmerking genomen.

3 Geschil en conclusies van partijen

3.1.

Het geschil betreft het antwoord op de volgende vragen:

  1. Is het recht op een eerlijke procedure (fair trial) als bedoeld in artikel 6 EVRM geschonden?

  2. Is de inspecteur dan wel de FIOD gehouden een onderzoek in te stellen bij de inhoudingsplichtige?

  3. Heeft de inspecteur het bedrag aan ingehouden loonheffing tot een te laag bedrag in aanmerking genomen?

  4. Heeft de inspecteur algemene beginselen van behoorlijk bestuur geschonden?

  5. Heeft belanghebbende recht op een schadevergoeding?

  6. Is in hoger beroep te veel griffierecht geheven?

3.2.

Belanghebbende concludeert tot vermindering van de aanslag IB/PVV 2016 in overeenstemming met de voorlopige aanslag, tot vergoeding van schade en restitutie van griffierecht. De inspecteur concludeert tot bevestiging van de uitspraak van de rechtbank.

4 Gronden

5 Beslissing