Gerechtshof 's-Hertogenbosch, 05-04-2023, ECLI:NL:GHSHE:2023:1110, 21/01327
Gerechtshof 's-Hertogenbosch, 05-04-2023, ECLI:NL:GHSHE:2023:1110, 21/01327
Gegevens
- Instantie
- Gerechtshof 's-Hertogenbosch
- Datum uitspraak
- 5 april 2023
- Datum publicatie
- 24 augustus 2023
- Formele relaties
- Cassatie: ECLI:NL:HR:2024:1758
- Zaaknummer
- 21/01327
Inhoudsindicatie
Aanslag leges. Belanghebbende heeft niet verzocht om gehoord te worden. De hoorplicht is daarom niet geschonden. De aanslag leges voor het verstrekken van kopieën is terecht opgelegd. De heffingsambtenaar mag op grond van artikel 7:4, lid 4, Awb en de van toepassing zijnde verordening een bedrag aan leges in rekening brengen.
Het hof wijst het verzoek om een immateriële schadevergoeding af, omdat sprake is van een gering financieel belang.
Uitspraak
Team belastingrecht
Enkelvoudige Belastingkamer
Nummer: 21/01327
Uitspraak op het hoger beroep van
[belanghebbende] ,
wonend in [woonplaats] ,
hierna: belanghebbende,
tegen de uitspraak van de rechtbank Limburg (hierna: de rechtbank) van 28 september 2021, nummer ROE 20/3007, in het geding tussen belanghebbende en
de heffingsambtenaar van Belastingsamenwerking Gemeenten en Waterschappen,
hierna: de heffingsambtenaar.
1 Ontstaan en loop van het geding
De heffingsambtenaar heeft een aanslag leges (hierna: de aanslag) opgelegd voor het maken van 26 fotokopieën van opgevraagde stukken.
Belanghebbende heeft bezwaar gemaakt. De heffingsambtenaar heeft uitspraak op bezwaar gedaan en het bezwaar ongegrond verklaard.
Belanghebbende heeft tegen deze uitspraak beroep ingesteld bij de rechtbank.
De rechtbank heeft het beroep ongegrond verklaard.
Belanghebbende heeft tegen de uitspraak van de rechtbank hoger beroep ingesteld bij het hof. De heffingsambtenaar heeft een verweerschrift ingediend.
De zitting heeft plaatsgevonden op 9 februari 2023 in ’s-Hertogenbosch. Bij de zitting zijn verschenen en gehoord belanghebbende, vergezeld door [A] . Vóór de zitting heeft de heffingsambtenaar laten weten dat hij niet zal verschijnen.
Belanghebbende heeft tijdens de zitting een pleitnota voorgelezen en exemplaren daarvan overgelegd aan het hof.
Het hof heeft aan het einde van de zitting het onderzoek gesloten.
Van de zitting is een proces-verbaal opgemaakt, dat gelijktijdig met de uitspraak aan partijen wordt verzonden.
2 Feiten
Belanghebbende is werkzaam als advocaat. Hij heeft namens een cliënt bezwaar gemaakt tegen een terugvordering op grond van artikel 58, lid 2, letter f, onder 1, Participatiewet.
In die bezwaarfase heeft belanghebbende verzocht om “de betreffende gedingstukken” te ontvangen.
In de ontvangstbevestiging van het bezwaarschrift met datum 18 juli 2019 staat onder meer:
“[N]U heeft verzocht om toezending van dossierstukken. De door u gevraagde kopieën sturen wij u hierbij toe. U bent hierover leges verschuldigd.
(…)
De verschuldigde leges zijn als volgt samengesteld.
aantal |
soort |
eenheidsprijs |
totaal |
26 |
fotokopieën stukken |
€ 0,60 |
€ 15,60 |
fotokopieën kaarten en tekeningen (per m2) |
€ 6,00 |
€ 0,00 |
|
terugvergrotingen van microfiches |
€ 0,60 |
€ 0,00 |
|
kwartieren voor diensten algemeen |
€ 0,00 |
€ 0,00 |
|
totaal |
€ 15,60 |
Ter informatie het volgende. U kunt binnen zes weken na de dag van verzending van dit legesbesluit bezwaar maken tegen deze aanslag.”.
3 Geschil en conclusies van partijen
Het geschil betreft het antwoord op de volgende vragen:
1: Is de hoorplicht geschonden?
2: Mocht de heffingsambtenaar de aanslag opleggen?
3: Dient aan belanghebbende een immateriële schadevergoeding te worden toegekend in verband met de overschrijding van de redelijke termijn?
Belanghebbende concludeert tot vernietiging van de aanslag en tot een immateriële schadevergoeding. De heffingsambtenaar concludeert tot bevestiging van de uitspraak van de rechtbank.