Home

Gerechtshof 's-Hertogenbosch, 25-01-2023, ECLI:NL:GHSHE:2023:261, 21/01460 tot en met 21/01469

Gerechtshof 's-Hertogenbosch, 25-01-2023, ECLI:NL:GHSHE:2023:261, 21/01460 tot en met 21/01469

Gegevens

Instantie
Gerechtshof 's-Hertogenbosch
Datum uitspraak
25 januari 2023
Datum publicatie
13 juli 2023
ECLI
ECLI:NL:GHSHE:2023:261
Formele relaties
Zaaknummer
21/01460 tot en met 21/01469
Relevante informatie
Art. 2 Wet Vpb 1969, Art. 28 Wet Vpb 1969

Inhoudsindicatie

Deze uitspraak is op verzoek gepubliceerd en niet door het gerechtshof geselecteerd om te worden gepubliceerd. Derhalve is er geen samenvatting beschikbaar.

Uitspraak

Team belastingrecht

Meervoudige Belastingkamer

Nummers: 21/01460 tot en met 21/01469

Uitspraak op het hoger beroep van

[belanghebbende] ,

gevestigd in [vestigingsplaats] (Duitsland),

hierna: belanghebbende,

tegen de uitspraak van rechtbank Zeeland-West-Brabant (hierna: de rechtbank) van 13 oktober 2021, nummers AWB 18/895 tot en met 18/898, 15/8397 tot en met 15/8400, 15/8402 en 15/8403, in het geding tussen belanghebbende en

de inspecteur van de Belastingdienst,

hierna: de inspecteur.

1 Ontstaan en loop van het geding

1.1.

Belanghebbende heeft verzoeken om teruggaaf van dividendbelasting ingediend voor de (boek)jaren 2002/2003 tot en met 2005/2006, 2007/2008 en 2008 tot en met 2011.

1.2.

De inspecteur heeft de in 1.1 genoemde verzoeken afgewezen.

1.3.

Belanghebbende heeft bezwaar gemaakt. De inspecteur is niet tegemoetgekomen aan de bezwaren tegen de afwijzing.

1.4.

Belanghebbende heeft vervolgens beroep ingesteld bij de rechtbank.

De rechtbank heeft het beroep ongegrond verklaard.

1.5.

Belanghebbende heeft tegen de uitspraak van de rechtbank hoger beroep ingesteld bij het hof. De inspecteur heeft een verweerschrift ingediend.

1.6.

Partijen hebben vervolgens over en weer nadere stukken ingediend. Deze stukken zijn doorgestuurd naar de andere partij.

1.7.

De zitting heeft plaatsgevonden op 23 november 2022 in ’s-Hertogenbosch. Beide partijen zijn met voorafgaande kennisgeving niet verschenen.

1.8.

Het hof heeft aan het einde van de zitting het onderzoek gesloten.

2 Feiten

2.1.

Belanghebbende is een Spezial Sondervermögen en is opgericht naar het recht van Duitsland waar het tevens is gevestigd. De bewijzen van deelgerechtigdheid in het vermogen van belanghebbende zijn alle in handen van één participant.

2.2.

Tot de bezittingen van belanghebbende behoorden in het onderhavige jaar aandelen in vennootschappen die in Nederland gevestigd zijn. Op de dividenden die door deze vennootschappen zijn uitgekeerd is – per saldo – 15 procent Nederlandse dividendbelasting ingehouden.

3 Geschil en conclusies van partijen

3.1.

Het geschil betreft het antwoord op de vraag of belanghebbende recht heeft op teruggaaf van de in 2.2 genoemde Nederlandse dividendbelasting.

3.2.

Belanghebbende concludeert tot vernietiging van de uitspraak van de rechtbank en tot teruggaaf van dividendbelasting. De inspecteur concludeert tot bevestiging van de uitspraak van de rechtbank.

4 Gronden

5 Beslissing