Home

Gerechtshof 's-Hertogenbosch, 23-10-2024, ECLI:NL:GHSHE:2024:3311, 22/2330

Gerechtshof 's-Hertogenbosch, 23-10-2024, ECLI:NL:GHSHE:2024:3311, 22/2330

Gegevens

Instantie
Gerechtshof 's-Hertogenbosch
Datum uitspraak
23 oktober 2024
Datum publicatie
18 februari 2025
ECLI
ECLI:NL:GHSHE:2024:3311
Zaaknummer
22/2330
Relevante informatie
Art. 17 WOZ

Inhoudsindicatie

WOZ. WOZ-waarde woning. Het oordeel van de rechtbank is juist en op goede gronden gegeven; het hoger beroep is ongegrond.

Uitspraak

Team belastingrecht

Enkelvoudige Belastingkamer

Nummer: 22/2330

Uitspraak op het hoger beroep van

[belanghebbende] ,

wonend in [woonplaats] ,

hierna: belanghebbende,

tegen de uitspraak van de rechtbank Oost-Brabant (hierna: de rechtbank) van 1 november 2022, nummer SHE 21/1844, in het geding tussen belanghebbende en

de heffingsambtenaar van de gemeente Boxtel,

hierna: de heffingsambtenaar.

1 Ontstaan en loop van het geding

1.1.

De heffingsambtenaar heeft in het kader van de Wet waardering onroerende zaken (hierna: Wet WOZ) een beschikking gegeven (hierna: de WOZbeschikking) en daarbij de waarde van [adres 1] in [woonplaats] (hierna: de woning) op waardepeildatum 1 januari 2020 (hierna: de waardepeildatum) vastgesteld die geldt voor het kalenderjaar 2021. Ook is de aanslag onroerendezaakbelastingen voor het jaar 2021 bekendgemaakt.

1.2.

Belanghebbende heeft bezwaar gemaakt. De heffingsambtenaar heeft uitspraak op bezwaar gedaan en het bezwaar gegrond verklaard.

1.3.

Belanghebbende heeft tegen deze uitspraak beroep ingesteld bij de rechtbank.

De rechtbank heeft het beroep ongegrond verklaard.

1.4.

Belanghebbende heeft tegen de uitspraak van de rechtbank hoger beroep ingesteld bij het hof. De heffingsambtenaar heeft een verweerschrift ingediend.

1.5.

De zitting heeft plaatsgevonden op 25 september 2024 in ’s-Hertogenbosch. Daar zijn namens de heffingsambtenaar [heffingsambtenaar] en [taxateur] (taxateur) verschenen. Belanghebbende is niet verschenen. De griffier heeft verklaard dat hij belanghebbende bij brief van 24 april 2024 heeft uitgenodigd voor de zitting met vermelding van datum, plaats en tijdstip van de zitting. Deze brief, met nummer [nummer] , is aangetekend verzonden naar het door belanghebbende opgegeven adres. Tot de gedingstukken behoort een kopie van de lijst van aangetekende verzendbewijzen en een schermprint van de statusinformatie van het verzendbewijs. Hieruit volgt dat de uitnodiging voor de zitting op 25 april 2024 op het door belanghebbende opgegeven adres is afgeleverd.

1.6.

De heffingsambtenaar heeft tijdens de zitting een getekende volmacht overgelegd.

1.7.

Het hof heeft aan het einde van de zitting het onderzoek gesloten.

2 Feiten

2.1.

Belanghebbende is eigenaar van de woning, gelegen in het dorp [dorp] in de gemeente Boxtel. Het betreft een vrijstaande woning uit 1999 met een inhoud van 596 m3, een vrijstaande garage van 80 m2 en een carport van 36 m2 en drie dakkapellen. Het perceel heeft een oppervlakte van ongeveer 959 m2.

2.2.

De waarde van de woning is door de heffingsambtenaar per de waardepeildatum primair vastgesteld op € 495.000. Bij uitspraak op bezwaar van 25 juni 2021 heeft de heffingsambtenaar de waarde van de woning, vanwege een minder gunstige ligging waar onvoldoende rekening mee is gehouden, verlaagd naar € 456.000 en ook de daarop gebaseerde aanslagen dienovereenkomstig verminderd.

2.3.

Ter onderbouwing van de beschikte waarde verwijst de heffingsambtenaar naar het op 18 september 2021 door [taxateur] (de taxateur) opgestelde taxatierapport met waardematrix (hierna: de matrix). Hieruit volgt een waarde op de waardepeildatum van € 489.000. De taxateur heeft deze waarde bepaald door middel van de vergelijkingsmethode waarbij gebruik is gemaakt van de volgende, allen in [woonplaats] gelegen, vergelijkingspanden:

Vergelijkingspand

Transactiedatum

Verkoopprijs

[adres 2]

2 september 2019

€ 642.500

[adres 3]

31 juli 2020

€ 535.500

[adres 4]

1 augustus 2019

€ 535.000

3 Geschil en conclusies van partijen

3.1.

In geschil is of de WOZ-waarde te hoog is vastgesteld.

3.2.

Belanghebbende concludeert tot vernietiging van de uitspraak van de rechtbank, vernietiging van de uitspraak op bezwaar en vermindering van de WOZ-waarde. De heffingsambtenaar concludeert tot bevestiging van de uitspraak van de rechtbank.

4 Gronden

5 Beslissing