Home

Gerechtshof 's-Hertogenbosch, 12-02-2025, ECLI:NL:GHSHE:2025:335, 23/1639 en 23/1640

Gerechtshof 's-Hertogenbosch, 12-02-2025, ECLI:NL:GHSHE:2025:335, 23/1639 en 23/1640

cassatie ingesteld (rolnr HR: 25/01110)

Gegevens

Instantie
Gerechtshof 's-Hertogenbosch
Datum uitspraak
12 februari 2025
Datum publicatie
8 april 2025
ECLI
ECLI:NL:GHSHE:2025:335
Zaaknummer
23/1639 en 23/1640
Relevante informatie
Art. 17 Wet WOZ, Art. 22 Wet WOZ, Art. 7:15 Awb

Inhoudsindicatie

Hoger beroep van belanghebbende. In geschil is de WOZ-waarde van een woning. Naar het oordeel van het hof heeft de heffingsambtenaar met dat wat hij heeft aangevoerd onvoldoende inzichtelijk gemaakt hoe bij zijn waardering met de onderlinge verschillen tussen de woning en de vergelijkingsobjecten rekening is gehouden. Geen van beide partijen heeft de WOZ-waarde aannemelijk gemaakt. Het hof stelt de waarde in goede justitie vast.

Ten aanzien van de watersysteemheffing gebouwd en riool- en afvalstoffenheffing heeft belanghebbende gesteld dat onvoldoende inzicht is gegeven in de geraamde lasten en baten. Het hof verwerpt deze grief.

Het hof verklaart het hoger beroep gegrond voor wat betreft de WOZ-beschikking en aanslag ozb.

Uitspraak

Team belastingrecht

Meervoudige Belastingkamer

Nummers: 23/1639 en 23/1640

Uitspraak op het hoger beroep van

[belanghebbende] ,

wonend in [woonplaats] ,

hierna: belanghebbende,

tegen de uitspraak van de rechtbank Oost-Brabant (hierna: de rechtbank) van 4 oktober 2023, nummers SHE 22/2114 en 23/1986, in het geding tussen belanghebbende en

de heffingsambtenaar van de Belastingsamenwerking Oost-Brabant,

hierna: de heffingsambtenaar.

1 Ontstaan en loop van het geding

1.1.

De heffingsambtenaar heeft in het kader van de Wet waardering onroerende zaken (hierna: Wet WOZ) een beschikking gegeven voor [adres 1] in [woonplaats] . Ook zijn voor [adres 1] de aanslagen onroerendezaakbelasting eigenaar woning, watersysteemheffing gebouwd en ingezetenen, zuiveringsheffing woningen, afvalstoffenheffing en rioolheffing gebruiker woning aan belanghebbende bekendgemaakt.
Voor [adres 2] zijn de aanslagen rioolheffing gebruiker woning en afvalstoffenheffing aan belanghebbende bekendgemaakt.

1.2.

Belanghebbende heeft bezwaar gemaakt. De heffingsambtenaar heeft uitspraken op bezwaar gedaan en de bezwaren ongegrond verklaard. Belanghebbende heeft beroep ingesteld bij de rechtbank. De rechtbank heeft de beroepen ongegrond verklaard.

1.3.

Belanghebbende heeft hoger beroep ingesteld bij het hof. De heffingsambtenaar heeft een verweerschrift ingediend.

1.4.

De zitting heeft plaatsgevonden op 20 december 2024 in ’s-Hertogenbosch. Daar zijn verschenen [gemachtigde] , als gemachtigde van belanghebbende, en, namens de heffingsambtenaar, [naam] . De onderhavige zaken zijn gelijktijdig behandeld met de zaken 23/681 tot en met 23/683.

1.5.

Het hof heeft aan het einde van de zitting het onderzoek gesloten.

2 Feiten

2.1.

Belanghebbende was in 2021 en 2022 gebruiker van [adres 2] en eigenaar en gebruiker van [adres 1] in [woonplaats] .

2.2.

[adres 1] is een geschakelde bungalow met bouwjaar 1960 en heeft een inhoud van 740 m3, een carport van 22 m2, een berging van 6 m2, een overkapping/luifel van 23 m2 en een perceel van 348 m2.

2.3.

De heffingsambtenaar heeft bij ‘aanslagbiljet 2021/2022’ de WOZ-waarde voor [adres 1] voor het jaar 2022 (peildatum 1 januari 2021) vastgesteld op € 371.000 en eveneens genoemde aanslagen aan belanghebbende bekendgemaakt.

2.4.

Belanghebbende heeft bezwaar gemaakt tegen de WOZ-beschikking en de aanslagen.

2.5.

Bij uitspraak op bezwaar is het bezwaar ongegrond verklaard.

2.6.

Belanghebbende heeft beroep ingesteld. De rechtbank heeft de beroepen ongegrond verklaard.

2.7.

Belanghebbende heeft hoger beroep ingesteld.

3 Geschil en conclusies van partijen

3.1.

Het geschil in hoger beroep betreft het antwoord op de volgende vragen:

- is de WOZ-waarde van [adres 1] in [woonplaats] te hoog vastgesteld?

- is de opbrengstlimiet overschreden?

3.2.

Belanghebbende concludeert tot vernietiging van de uitspraak van de rechtbank, vermindering van de WOZ-waarde en vernietiging dan wel vermindering van de aanslagen. De heffingsambtenaar concludeert tot bevestiging van de uitspraak van de rechtbank.

4 Gronden

5 Beslissing