Home

Gerechtshof 's-Hertogenbosch, 26-02-2025, ECLI:NL:GHSHE:2025:544, 23/1439

Gerechtshof 's-Hertogenbosch, 26-02-2025, ECLI:NL:GHSHE:2025:544, 23/1439

cassatie ingesteld (rolnr HR: 25/01334)

Gegevens

Instantie
Gerechtshof 's-Hertogenbosch
Datum uitspraak
26 februari 2025
Datum publicatie
14 mei 2025
ECLI
ECLI:NL:GHSHE:2025:544
Formele relaties
Zaaknummer
23/1439
Relevante informatie
Art. 2.1 Wet IB 2001, Art. 4 AWR

Inhoudsindicatie

Navorderingsaanslag IB/PVV 2009. De inspecteur heeft aannemelijk gemaakt dat belanghebbende in Nederland woont en binnenlands belastingplichtig is. Belanghebbende heeft niet aannemelijk gemaakt dat hij ook woonachtig was in Brunei.

Uitspraak

Team belastingrecht

Meervoudige Belastingkamer

Nummer: 23/1439

Uitspraak op het hoger beroep van

[belanghebbende] ,

wonend in [woonplaats] ,

hierna: belanghebbende,

tegen de uitspraak van de rechtbank Zeeland-West-Brabant (hierna: de rechtbank) van 11 september 2023, nummer BRE 22/1743, in het geding tussen belanghebbende en

de inspecteur van de Belastingdienst,

hierna: de inspecteur,

1 Ontstaan en loop van het geding

1.1.

De inspecteur heeft een navorderingsaanslag inkomstenbelasting en premie volksverzekeringen (hierna: IB/PVV) 2009 opgelegd. Tevens is bij beschikking heffingsrente in rekening gebracht en bij beschikking een boete opgelegd.

1.2.

Belanghebbende heeft bezwaar gemaakt. De inspecteur heeft uitspraak op bezwaar gedaan en het bezwaar ongegrond verklaard.

1.3.

Belanghebbende heeft tegen deze uitspraak beroep ingesteld bij de rechtbank.

De rechtbank heeft het beroep gegrond verklaard.

1.4.

Belanghebbende heeft tegen de uitspraak van de rechtbank hoger beroep ingesteld bij het hof. De inspecteur heeft een verweerschrift ingediend.

1.5.

De inspecteur heeft incidenteel hoger beroep ingesteld tegen de uitspraak van de rechtbank. Belanghebbende heeft schriftelijk gereageerd op het incidentele hoger beroep.

1.6.

Op verzoek van het hof heeft de inspecteur vóór de zitting nadere stukken ingediend. Deze stukken zijn doorgestuurd naar de andere partij.

1.7.

De zitting heeft plaatsgevonden op 16 januari 2025 in ’s-Hertogenbosch. Op deze zitting is namens belanghebbende – met kennisgeving – niemand verschenen. Namens de inspecteur zijn [inspecteur 1] en [inspecteur 2] verschenen. Op deze zitting zijn gelijktijdig, maar niet gevoegd, behandeld de onderhavige zaak en de zaak met nummer 23/801.

1.8.

Het hof heeft aan het einde van de zitting het onderzoek gesloten.

1.9.

Van de zitting is een proces-verbaal opgemaakt, dat gelijktijdig met de uitspraak in Mijn Rechtspraak wordt geplaatst.

1.10.

Op 6 februari 2025 is bij het hof een brief van belanghebbende binnengekomen, waarin hij verzoekt om de door de inspecteur ingediende stukken als genoemd in 1.5 niet in behandeling te nemen.

Het hof heeft het verzoek op de hierna onder 4.0 vermelde gronden afgewezen.

2 Feiten

2.1.

Belanghebbende is geboren op [datum] 1972 en heeft de Nederlandse nationaliteit.

2.2.

Belanghebbende stond in de periode van 1 januari 2009 tot 29 januari 2009 in Nederland in de Basisregistratie Personen (hierna: BRP) ingeschreven op het adres [adres 1] in [plaats 1] . In de periode van 29 januari 2009 tot 25 augustus 2009 stond belanghebbende ingeschreven op een adres in Brunei. Vanaf 25 augustus 2009 stond belanghebbende ingeschreven in Nederland op het adres [adres 2] in [plaats 2] .

2.3.

Nadat hij is uitgenodigd tot het doen van aangifte IB/PVV 2009 als binnenlands belastingplichtige, heeft belanghebbende voor dat jaar aangifte IB/PVV gedaan als buitenlands belastingplichtige. In die aangifte heeft hij inkomsten afkomstig van [bedrijf 1] Ltd vermeld als niet in Nederland belaste inkomsten.

2.4.

De inspecteur heeft vervolgens geen aanslag IB/PVV 2009 aan belanghebbende opgelegd.

2.5.

Op 5 maart 2019 heeft de inspecteur aan [bedrijf 2] B.V. (hierna: [bedrijf 2] ) zijn voornemen medegedeeld om op 22 maart 2019 een derdenonderzoek in te stellen op het bedrijfsadres van [bedrijf 2] . Daarbij heeft de inspecteur verschillende stukken opgevraagd:

“(…) Volgens een verklaring van [belanghebbende] zijn vergoedingen voor zijn werkzaamheden door [bedrijf 2] B.V. deels danwel geheel uitbetaald op een bankrekening van [bedrijf 1] Limited, die deze vergoedingen heeft overgemaakt naar zijn privé bankrekening.

(…)

Ten slotte

Indien u de gevraagde informatie via e-mail of post aan mij kunt verstrekken is dat ook prima, in dat geval kunnen we de fysieke afspraak laten vervallen. Graag verneem ik dat dan uiterlijk 21 maart 2019.

(…)”

2.6.

Op 18 maart 2019 heeft [bedrijf 2] de gevraagde stukken aan de inspecteur verstrekt. Als reactie daarop heeft de inspecteur op 19 maart 2019 laten weten dat het eerder aangekondigde derdenonderzoek, dat op 22 maart 2019 zou plaatsvinden, geen doorgang zal vinden.

2.7.

Uit de door [bedrijf 2] verstrekte stukken volgt dat belanghebbende van 29 oktober 2008 tot en met (in ieder geval) 14 september 2011via [bedrijf 1] Ltd (hierna: [bedrijf 1] ), gevestigd op Cyprus, werkzaamheden heeft verricht in Brunei voor een in Brunei gevestigde “branche office” van [bedrijf 2] . Tussen [bedrijf 2] en [bedrijf 1] is dienaangaande op 15 oktober 2008 een overeenkomst gesloten, waarin onder meer het volgende staat vermeld:

[bedrijf 2] B.V. (herein referred to as "COMPANY"), a company organised and existing under the laws of The Netherlands and having its registered office at [adres 3] , [postcode] , [plaats 3] , The Netherlands and a registered Branch office in Brunei [adres 4] , [plaats 4] (…).

(…)

[bedrijf 1] Ltd. (herein referred to as "CONTRACTOR") a company organised and existing under the laws of Cyprus, company number [nummer] , having it's registered office at [gebouw] , [adres 5] , [plaats 5] , Cyprus (…).

(…)

"DESIGNEE(S)" The member(s) of the CONTRACTOR's personnel designated by the CONTRACTOR to perform the SERVICE.

(…)

"SERVICE" Any work entrusted to the CONTRACTOR under the CONTRACT including without limitation the service specified in Part B.2. of the Parti6ular Conditions

(…)

ARTICLE 2 - SCOPE OF THE GENERAL CONDITIONS

The CONTRACTOR shall perform the SERVICE for the COMPANY as per Article B.2. "The Service" — Part B Particular Conditions

(…)

B.1. — PERSONAL CONDITIONS APPLYING TO THE DESIGNEE AND DURATION OF THE SERVICE

DESIGNEE : [belanghebbende]

Family situation :

Point of origin : [plaats 6]

SERVICE to be performed : Refer to Part B – B.2 of the Particular Conditions

Term of Assignment : One (1) year

Commencing : 29th October 2008

(…)

Location(s) of SERVICE : Normally in Brunei Darussalam but with other temporary locations as specified by the COMPANY from time to time.

(…)

Working days : Rotation on four (4) weeks on and four (4) weeks off. Twelve (12) hours per day

(…)

Accommodation : Guesthouse at [plaats 7]

Meals : To be taken at the Canteen of Onshore Processing Plant (OPP), [plaats 7] or the Guest House.

Transportation : Company Car provided. Petrol included in the day rate.

Travel : Air return ticket from Schiphol Amsterdam to Brunei provided by COMPANY (Economic class).

Immigration : Travel documents for DESIGNEE entry in Brunei should be arranged by the CONTRACTOR.

Official documents to work for the COMPANY in Brunei should be arranged by the COMPANY (establishment of Quota, Visa, Work-permit and Dependant Passes).

(…)”

2.8.

Bij brief van 1 september 2020 heeft de inspecteur belanghebbende verzocht informatie te verstrekken in verband met de door belanghebbende voor [bedrijf 2] (in Brunei) verrichte werkzaamheden en daaruit verkregen inkomsten:

“(…)

Uit tot mij ter beschikking staande informatie is gebleken dat u vanaf 29 oktober 2008 tot en met 14 september 2011 heeft gewerkt bij [bedrijf 2] B.V. in opdracht van [bedrijf 1] Limited. In verband met uw werkzaamheden heeft [bedrijf 2] B.V. de volgende bedragen overgemaakt.

Jaar

Bedrag

2008

26.600

2009

124.640

2010

129.200

2011

103.360

Deze bedragen zijn vervolgens door [bedrijf 1] Limited overgemaakt op uw bankrekening met nummer [rekeningnummer] . U heeft verklaard dat [bedrijf 1] Limited een commissie van 5% hierop inhield.

In uw aangiften inkomstenbelasting over de desbetreffende jaren heeft u geen inkomsten afkomstig van [bedrijf 2] B.V. en/of [bedrijf 1] Limited verantwoord. Ik verzoek u de volgende vragen te beantwoorden.

1. Waarom heeft u gebruik gemaakt van de diensten van [bedrijf 1] Limited?

U heeft eerder verklaard dat u dit had gedaan omdat u er zeker van wilde zijn dat uw verdiensten werden uitbetaald, maar [bedrijf 2] B.V. lijkt in dat kader geen onbetrouwbare partner. Dus mogelijk had u toch andere redenen om dit als zodanig vorm te geven.

(…)”

2.9.

Op 7 juli 2021 heeft de inspecteur aan belanghebbende zijn voornemen kenbaar gemaakt om de navorderingsaanslag op te leggen en een voordeel van € 118.408 – de aan 2009 toe te rekenen inkomsten van € 124.640 verminderd met een commissie van 5% – aan te merken als resultaat uit overige werkzaamheden.

2.10.

De inspecteur heeft, overeenkomstig zijn voornemen, met dagtekening 1 oktober 2021 een navorderingsaanslag IB/PVV 2009 opgelegd naar een belastbaar inkomen uit werk en woning van € 118.408. Tevens is bij beschikking € 22.597 aan heffingsrente in rekening gebracht en bij beschikking een boete van € 54.575 opgelegd.

2.11.

De rechtbank heeft het beroep ten aanzien van de boete gegrond verklaard en de boete vernietigd. Voor het overige heeft de rechtbank het beroep ongegrond verklaard.

3 Geschil en conclusies van partijen

3.1.

Het geschil betreft het antwoord op de vraag of belanghebbende in 2009 als binnenlands belastingplichtige moet worden aangemerkt.

3.2.

Belanghebbende concludeert tot vernietiging van de navorderingsaanslag en de rentebeschikking. De inspecteur concludeert tot bevestiging van de uitspraak van de rechtbank.

3.3.

Op de zitting van het hof heeft de inspecteur het door hem ingestelde incidentele hoger beroep ingetrokken.

4 Gronden

5 Beslissing