Hoge Raad, 19-10-1994, ECLI:NL:HR:1994:5, 28.997
Hoge Raad, 19-10-1994, ECLI:NL:HR:1994:5, 28.997
Gegevens
- Instantie
- Hoge Raad
- Datum uitspraak
- 19 oktober 1994
- Datum publicatie
- 1 mei 2025
- ECLI
- ECLI:NL:HR:1994:5
- Zaaknummer
- 28.997
Inhoudsindicatie
Proceskostenveroordelingsarrest bij ECLI:NL:HR:1994:ZC5712
Uitspraak
Hoge Raad der Nederlanden
derde kamer
nr. 28.997
19 oktober 1994
TB
ARREST
gewezen op het beroep in cassatie van [X] te [Z] tegen de uitspraak van het Gerechtshof te Amsterdam van 12 mei 1992 betreffende een beschikking ingevolge artikel 32a, lid 7, van de Wet op de loonbelasting 1964 (in de tot 1 juni 1990 geldende tekst) waarbij belanghebbende aansprakelijk is gesteld voor betaling van loonbelasting.
1. Beoordeling met betrekking tot de proceskosten
De Hoge Raad verwijst naar zijn in dit geding gewezen arrest van 13 juli 1994.
De Hoge Raad acht, gelet op de inhoud van het procesdossier en de gegevens die door partijen op dit punt zijn verstrekt, termen aanwezig om ten aanzien van de proceskosten die belanghebbende in verband met de behandeling van het geding in cassatie redelijkerwijs heeft moeten maken, te beslissen als hierna zal worden vermeld.
2. Beslissing
De Hoge Raad veroordeelt de Staatssecretaris van Financiën in de kosten van het geding in cassatie aan de zijde van belanghebbende, vastgesteld op f 4.260, --.
Dit arrest is gewezen door de vice-president Stoffer als voorzitter, en de raadsheren Wildeboer, Urlings, Zuurmond en Herrman, in tegenwoordigheid van de waarnemend griffier Loen, in raadkamer van 19 oktober 1994.