Hoge Raad, 15-03-2002, AE0425, 1347
Hoge Raad, 15-03-2002, AE0425, 1347
Gegevens
- Instantie
- Hoge Raad
- Datum uitspraak
- 15 maart 2002
- Datum publicatie
- 26 maart 2002
- ECLI
- ECLI:NL:HR:2002:AE0425
- Formele relaties
- Conclusie: ECLI:NL:PHR:2002:AE0425
- Zaaknummer
- 1347
Inhoudsindicatie
-
Uitspraak
D e r d e K a m e r
Nr. 1347
15 maart 2002
JMH
in de zaak van
de besloten vennootschap met beperkte aansprakelijkheid Micherna Beheer B.V.,
gevestigd te Wassenaar,
eiseres tot cassatie,
advocaat: mr. F-N. Grooss,
tegen
de Staat der Nederlanden,
zetelende te 's-Gravenhage,
verweerder in cassatie,
advocaat: mr. H.A. Groen.
1. Geding in feitelijke instantie
1.1. De Staat der Nederlanden heeft bij exploit van 30 mei 2001 Micherna doen dagvaarden voor de Arrondissementsrechtbank te 's-Gravenhage en ten behoeve van de reconstructie en aanleg van Rijksweg 14 gevorderd de vervroegd uit te spreken onteigening ten behoeve van de Staat van het perceel kadastraal bekend gemeente Wassenaar, sectie D, nr. 857, ter grootte van 1 a en 44 ca, van het perceel kadastraal bekend gemeente Wassenaar, sectie D, nr. 1145, ter grootte van 64 ca en van het perceel kadastraal bekend gemeente Wassenaar, sectie D, nr. 1645, ter grootte van 16 a en 16 ca, waarvan Micherna als eigenaar is aangewezen, en bepaling van het bedrag van de schadeloosstelling.
1.2. Bij vonnis van 5 september 2001 heeft de Rechtbank de gevorderde onteigening bij vervroeging uitgesproken en het voorschot op de schadeloosstelling voor Micherna bepaald op ƒ 653.751. Het vonnis is aan dit arrest gehecht.
2. Geding in cassatie
2.1. Micherna heeft het vonnis met een middel van cassatie bestreden. De cassatiedagvaarding is aan dit arrest gehecht en maakt daarvan deel uit.
2.2. De Staat heeft geconcludeerd tot verwerping van het beroep.
2.3. Partijen hebben hun standpunten schriftelijk doen toelichten door hun advocaten. Micherna heeft gerepliceerd en de Staat heeft gedupliceerd.
2.4. De Advocaat-Generaal J.W. Ilsink heeft op 18 januari 2002 geconcludeerd tot verwerping van het beroep.
3. Beoordeling van het middel
Het middel kan niet tot cassatie leiden. Zulks behoeft, gezien artikel 81 van de Wet op de rechterlijke organisatie, geen nadere motivering, nu het middel niet noopt tot beantwoording van rechtsvragen in het belang van de rechtseenheid of de rechtsontwikkeling.
4. Beslissing
De Hoge Raad:
verwerpt het beroep, en veroordeelt Micherna in de kosten van het geding in cassatie, tot op deze uitspraak aan de zijde van de Staat begroot op ƒ 632,20 (€ 286,88) aan verschotten en op € 1.365 voor salaris.
Dit arrest is gewezen door de vice-president E. Korthals Altes als voorzitter, en de raadsheren L. Monné en C.J.J. van Maanen, en door de raadsheer A. Hammerstein uitgesproken ter openbare terechtzitting van 15 maart 2002.