Home

Hoge Raad, 02-06-2006, AX6376, 41822

Hoge Raad, 02-06-2006, AX6376, 41822

Gegevens

Instantie
Hoge Raad
Datum uitspraak
2 juni 2006
Datum publicatie
2 juni 2006
ECLI
ECLI:NL:HR:2006:AX6376
Zaaknummer
41822

Inhoudsindicatie

Onjuiste berekening van belastbaar inkomen door Hof. Fiscale oudedagsreserve.

Uitspraak

Nr. 41.822

2 juni 2006

RW

gewezen op het beroep in cassatie van de Staatssecretaris van Financiën tegen de uitspraak van het Gerechtshof te 's-Gravenhage van 4 februari 2005, nr. BK-03/02725, betreffende na te melden aan X te Z opgelegde aanslag in de inkomstenbelasting/premie volksverzekeringen.

1. Aanslag, bezwaar en geding voor het Hof

Aan belanghebbende is voor het jaar 2000 een aanslag in de inkomstenbelasting/premie volksverzekeringen opgelegd naar een belastbaar inkomen van ƒ 17.554, welke aanslag, na daartegen gemaakt bezwaar, bij uitspraak van de Inspecteur is gehandhaafd.

Belanghebbende is tegen die uitspraak in beroep gekomen bij het Hof.

Het Hof heeft het beroep gegrond verklaard, de uitspraak van de Inspecteur vernietigd en de aanslag verminderd tot een naar een belastbaar inkomen van ƒ 11.040. De uitspraak van het Hof is aan dit arrest gehecht.

2. Geding in cassatie

De Staatssecretaris van Financiën heeft tegen 's Hofs uitspraak beroep in cassatie ingesteld. Het beroepschrift in cassatie is aan dit arrest gehecht en maakt daarvan deel uit.

3. Beoordeling van het middel

Het middel, dat betoogt dat het Hof, na gegrondbevinding van het beroep van belanghebbende, de hoogte van het belastbare inkomen onjuist heeft berekend, slaagt.

De stukken van het geding laten geen andere gevolgtrekking toe dan dat in de aangifte reeds rekening was gehouden met een dotatie van ƒ 4153 aan de fiscale oudedagsreserve. Door bij zijn berekening van het belastbare inkomen na gegrondbevinding van het beroep uit te gaan van het bedrag van het belastbare inkomen zoals dat uit de aangifte volgt en door vervolgens op dat bedrag het bedrag van de volledige dotatie aan de fiscale oudedagsreserve in mindering te brengen, heeft het Hof het bedrag van ƒ 4153 ten onrechte tweemaal in aanmerking genomen als dotatie aan de fiscale oudedagsreserve.

Op grond van het hiervóór overwogene kan 's Hofs uitspraak niet in stand blijven. De Hoge Raad kan de zaak afdoen. Het belastbare inkomen dient te worden vastgesteld op (ƒ 11.040 + ƒ 4153 =) ƒ 15.193.

4. Proceskosten

De Hoge Raad acht geen termen aanwezig voor een veroordeling in de proceskosten.

5. Beslissing

De Hoge Raad:

verklaart het beroep gegrond,

vernietigt de uitspraak van het Hof, voorzover daarbij de aanslag is verminderd tot een berekend naar een belastbaar inkomen van ƒ 11.040, en

vermindert de aanslag tot een aanslag naar een belastbaar inkomen van ƒ 15.193.

Dit arrest is gewezen door de vice-president D.G. van Vliet als voorzitter, en de raadsheren P. Lourens en E.N. Punt, in tegenwoordigheid van de waarnemend griffier E. Cichowski, en in het openbaar uitgesproken op 2 juni 2006.