Hoge Raad, 02-10-2007, BA7924, 02925/06
Hoge Raad, 02-10-2007, BA7924, 02925/06
Gegevens
- Instantie
- Hoge Raad
- Datum uitspraak
- 2 oktober 2007
- Datum publicatie
- 2 oktober 2007
- ECLI
- ECLI:NL:HR:2007:BA7924
- Formele relaties
- Conclusie: ECLI:NL:PHR:2007:BA7924
- In cassatie op : ECLI:NL:GHSGR:2006:AV5198, Bekrachtiging/bevestiging
- Zaaknummer
- 02925/06
Inhoudsindicatie
Rijswijkse stoeptegelmoord. Cassatie verdachte en OM. Conclusie AG: uit de bewijsmiddelen kan worden afgeleid dat sprake was van voorwaardelijk opzet en voorbedachte raad en dat het slachtoffer is overleden a.g.v. de door het stuk stoeptegel veroorzaakte verwondingen aan haar gezicht. Het Hof heeft voorts terecht en niet-onbegrijpelijk art. 77c Sr (toepassing strafrecht voor minderjarigen op personen van 18 tot 21 jr) niet toegepast. Tav middel OM: Het Hof heeft de juiste maatstaf aangelegd m.b.t. de vraag of bij feit 2 sprake was van medeplegen. Het oordeel is voorts niet onbegrijpelijk en hoeft niet nader te worden gemotiveerd. HR: 81 RO.
Uitspraak
2 oktober 2007
Strafkamer
nr. 02925/06
KM/RR
Hoge Raad der Nederlanden
Arrest
op het beroep in cassatie tegen een arrest van het Gerechtshof te 's-Gravenhage van 16 maart 2006, nummer 22/004131-05, in de strafzaak tegen:
[verdachte], geboren te [geboorteplaats] op [geboortedatum] 1986, ten tijde van de betekening van de aanzegging gedetineerd in het Penitentiair Complex "Scheveningen" te 's-Gravenhage.
1. Geding in cassatie
De beroepen zijn ingesteld door de verdachte en de Advocaat-Generaal bij het Hof.
Namens de verdachte heeft mr. A.H. Westendorp, advocaat te 's-Gravenhage, bij schriftuur middelen van cassatie voorgesteld. De schriftuur is aan dit arrest gehecht en maakt daarvan deel uit.
De Advocaat-Generaal bij het Hof heeft bij schriftuur een middel van cassatie voorgesteld. De schriftuur is aan dit arrest gehecht en maakt daarvan deel uit.
De Advocaat-Generaal Vellinga heeft geconcludeerd tot verwerping van het beroep.
2. Beoordeling van de middelen van de verdachte en van de Advocaat-Generaal bij het Hof
De middelen kunnen niet tot cassatie leiden. Dat behoeft, gezien art. 81 RO, geen nadere motivering nu de middelen niet nopen tot beantwoording van rechtsvragen in het belang van de rechtseenheid of de rechtsontwikkeling.
3. Slotsom
Nu geen van de middelen tot cassatie kan leiden, terwijl de Hoge Raad ook geen grond aanwezig oordeelt waarop de bestreden uitspraak ambtshalve zou behoren te worden vernietigd, moeten de beroepen worden verworpen.
4. Beslissing
De Hoge Raad verwerpt de beroepen.
Dit arrest is gewezen door de vice-president G.J.M. Corstens als voorzitter, en de raadsheren J.W. Ilsink en W.M.E. Thomassen, in bijzijn van de waarnemend griffier L.J.J. Okker-Braber, en uitgesproken op 2 oktober 2007.