Home

Hoge Raad, 09-03-2010, BK9257, 08/05141

Hoge Raad, 09-03-2010, BK9257, 08/05141

Gegevens

Instantie
Hoge Raad
Datum uitspraak
9 maart 2010
Datum publicatie
9 maart 2010
ECLI
ECLI:NL:HR:2010:BK9257
Formele relaties
Zaaknummer
08/05141

Inhoudsindicatie

Geen middelen van cassatie ingediend als in de wet bedoeld. Verdachte wordt n.o. verklaard in het cassatieberoep.

Uitspraak

9 maart 2010

Strafkamer

nr. 08/05141

Hoge Raad der Nederlanden

Arrest

op het beroep in cassatie tegen een bij verstek gewezen arrest van het Gerechtshof te 's-Gravenhage van 8 december 2008, nummer 22/002292-08, in de strafzaak tegen:

[Verdachte], geboren te [geboorteplaats] op [geboortedatum] 1970, ten tijde van de betekening van de aanzegging zonder bekende woon- of verblijfplaats hier te lande.

1. Geding in cassatie

1.1. Het beroep is ingesteld door de verdachte. Namens deze heeft mr. B.M. Beg, advocaat te Amsterdam, een schriftuur ingediend. De schriftuur is aan dit arrest gehecht en maakt daarvan deel uit.

De Advocaat-Generaal Vegter heeft geconcludeerd tot het niet-ontvankelijkverklaren van de verdachte in zijn cassatieberoep.

1.2. De raadsman heeft schriftelijk op de conclusie gereageerd.

2. Beoordeling van de schriftuur en de ontvankelijkheid van het beroep

Voor onderzoek door de cassatierechter komen alleen in aanmerking middelen van cassatie als in de wet bedoeld. Als een zodanig middel kan slechts gelden een stellige en duidelijke klacht over de schending van een bepaalde rechtsregel en/of het verzuim van een toepasselijk vormvoorschrift door de rechter die de bestreden uitspraak heeft gewezen. De schriftuur voldoet niet aan dit vereiste, zodat zij onbesproken moet blijven.

3. Beslissing

De Hoge Raad verklaart de verdachte niet-ontvankelijk in het beroep.

Dit arrest is gewezen door de vice-president F.H. Koster als voorzitter, en de raadsheren W.M.E. Thomassen en M.A. Loth, in bijzijn van de waarnemend griffier H.J.J. Verhoeven, en uitgesproken op 9 maart 2010.