Home

Hoge Raad, 07-09-2010, BM9859, 09/04240

Hoge Raad, 07-09-2010, BM9859, 09/04240

Inhoudsindicatie

Onttrekking aan het verkeer. In aanmerking genomen dat is bewezenverklaard dat verdachte met iemand beneden de leeftijd van zestien jaren buiten echt ontuchtige handelingen heeft gepleegd, valt zonder nadere motivering die ontbreekt niet in te zien hoe de bij verdachte inbeslaggenomen alarmpistolen kunnen dienen tot het begaan of de voorbereiding van soortgelijke misdrijven.

Uitspraak

7 september 2010

Strafkamer

Nr. 09/04240

Hoge Raad der Nederlanden

Arrest

op het beroep in cassatie tegen een arrest van het Gerechtshof te 's-Gravenhage van 27 februari 2009, nummer 22/003764-08, in de strafzaak tegen:

[Verdachte], geboren te [geboorteplaats] op [geboortedatum] 1951, ten tijde van de betekening van de aanzegging gedetineerd in de Penitentiaire Inrichting "Rijnmond, locatie De Schie" te Rotterdam.

1. Geding in cassatie

Het beroep is ingesteld door de verdachte. Namens deze heeft mr. R.J. Baumgardt, advocaat te Spijkenisse, bij schriftuur middelen van cassatie voorgesteld. De schriftuur is aan dit arrest gehecht en maakt daarvan deel uit.

De Advocaat-Generaal Knigge heeft geconcludeerd tot vernietiging van de bestreden uitspraak voor zover daarbij de onttrekking aan het verkeer is uitgesproken van twee alarmpistolen, tot zodanige op art. 440 Sv gebaseerde beslissing als de Hoge Raad gepast zal voorkomen, tot vernietiging wat betreft de opgelegde gevangenisstraf en tot vermindering van de duur daarvan en tot verwerping van het beroep voor het overige.

2. Beoordeling van het eerste en het tweede middel

De middelen kunnen niet tot cassatie leiden. Dit behoeft, gezien art. 81 RO, geen nadere motivering nu de middelen niet nopen tot beantwoording van rechtsvragen in het belang van de rechtseenheid of de rechtsontwikkeling.

3. Beoordeling van het derde middel

3.1. Het middel klaagt dat het Hof ten onrechte dan wel onvoldoende gemotiveerd twee alarmpistolen van de verdachte aan het verkeer onttrokken heeft verklaard.

3.2. De bestreden uitspraak houdt, voor zover voor de beoordeling van het middel van belang, het volgende in:

"De inbeslaggenomen en nog niet teruggegeven twee alarmpistolen zijn vatbaar voor onttrekking aan het verkeer, nu deze bij gelegenheid van het onderzoek naar het door verdachte onder 1 begane misdrijf werden aangetroffen en deze aan verdachte toebehorende voorwerpen kunnen dienen tot het begaan of de voorbereiding van soortgelijke misdrijven, terwijl deze van zodanige aard zijn dat het ongecontroleerde bezit daarvan in strijd is met de wet."

3.3. In aanmerking genomen dat onder 1 is bewezenverklaard dat de verdachte met iemand beneden de leeftijd van zestien jaren buiten echt ontuchtige handelingen heeft gepleegd, valt zonder nadere motivering, die ontbreekt, niet in te zien hoe de bij de verdachte inbeslaggenomen alarmpistolen kunnen dienen tot het begaan of de voorbereiding van soortgelijke misdrijven. Voor zover het middel daarover klaagt, is het terecht voorgesteld.

4. Slotsom

Nu de Hoge Raad geen grond aanwezig oordeelt waarop de bestreden uitspraak ambtshalve zou behoren te worden vernietigd, brengt hetgeen hiervoor is overwogen mee dat als volgt moet worden beslist.

5. Beslissing

De Hoge Raad:

vernietigt de bestreden uitspraak, doch uitsluitend wat betreft de beslissing tot onttrekking aan het verkeer van twee alarmpistolen;

wijst de zaak terug naar het Gerechtshof te 's-Gravenhage, opdat de zaak in zoverre op het bestaande hoger beroep opnieuw wordt berecht en afgedaan;

verwerpt het beroep voor het overige.

Dit arrest is gewezen door de vice-president A.J.A. van Dorst als voorzitter, en de raadsheren J.W. Ilsink en J. de Hullu, in bijzijn van de waarnemend griffier E. Schnetz, en uitgesproken op 7 september 2010.