Hoge Raad, 12-07-2013, ECLI:NL:HR:2013:102, 13/00412
Hoge Raad, 12-07-2013, ECLI:NL:HR:2013:102, 13/00412
Gegevens
- Instantie
- Hoge Raad
- Datum uitspraak
- 12 juli 2013
- Datum publicatie
- 16 juli 2013
- ECLI
- ECLI:NL:HR:2013:102
- Formele relaties
- Conclusie: ECLI:NL:PHR:2013:19, Gevolgd
- Zaaknummer
- 13/00412
Inhoudsindicatie
Art. 81 lid 1 RO. Onrechtmatige overheidsdaad. Aansprakelijkheid provincie voor letselschade veroorzaakt door afgescheurde boomtak? Schending zorgplicht? Kelderluikcriteria.
Uitspraak
12 juli 2013
Eerste Kamer
nr. 13/00412
LZ/TT
Hoge Raad der Nederlanden
Arrest
in de zaak van:
[eiser],wonende te [woonplaats],
EISER tot cassatie,
advocaat: mr. K. Aantjes,
t e g e n
PROVINCIE GELDERLAND,zetelende te Arnhem,
VERWEERSTER in cassatie,
advocaat: mr. M.E. Gelpke.
Partijen zullen hierna ook worden aangeduid als [eiser] en de Provincie.
1 Het geding in feitelijke instanties
Voor het verloop van het geding in feitelijke instanties verwijst de Hoge Raad naar de navolgende stukken:
-
de vonnissen in de zaak 1382025/HA ZA 06-424 van 21 juni 2006, 4 oktober 2006, 9 januari 2008, 7 mei 2008, 21 januari 2009, 8 april 2009 en 4 november 2009 van de rechtbank Arnhem;
-
het arrest in de zaak 200.052.183 van het gerechtshof te Arnhem van 23 oktober 2012.
Het arrest van het hof is aan dit arrest gehecht.
2 Het geding in cassatie
Tegen het arrest van het hof heeft [eiser] beroep in cassatie ingesteld. De cassatiedagvaarding is aan dit arrest gehecht en maakt daarvan deel uit.
De Provincie heeft geconcludeerd tot verwerping van het beroep.
De zaak is voor de Provincie toegelicht door zijn advocaat en mr. R.L. de Graaff, advocaat bij de Hoge Raad.
De conclusie van de Advocaat-Generaal J. Spier strekt tot verwerping van het cassatieberoep.
De advocaat van [eiser] heeft bij brief van 13 juni 2013 op die conclusie gereageerd.
3 Beoordeling van het middel
De in het middel aangevoerde klachten kunnen niet tot cassatie leiden. Dit behoeft, gezien art. 81 lid 1 RO, geen nadere motivering nu de klachten niet nopen tot beantwoording van rechtsvragen in het belang van de rechtseenheid of de rechtsontwikkeling.