Hoge Raad, 18-02-2014, ECLI:NL:HR:2014:365, 13/03028
Hoge Raad, 18-02-2014, ECLI:NL:HR:2014:365, 13/03028
Gegevens
- Instantie
- Hoge Raad
- Datum uitspraak
- 18 februari 2014
- Datum publicatie
- 18 februari 2014
- ECLI
- ECLI:NL:HR:2014:365
- Formele relaties
- Aanvraag tot herziening van: ECLI:NL:GHARN:2011:BP8828, Gedeeltelijk toewijzing
- Conclusie: ECLI:NL:PHR:2013:2552, Gevolgd
- Zaaknummer
- 13/03028
Inhoudsindicatie
Herziening. Sprake van gegeven a.b.i. art. 457.1ahf.c Sv. Aanvraag gegrond v.zv. zij betrekking heeft op het bewezenverklaarde voorhanden hebben van een revolver, afwijzing aanvraag voor het overige.
Uitspraak
18 februari 2014
Strafkamer
nr. 13/03028 H
Hoge Raad der Nederlanden
Arrest
op een aanvraag tot herziening van een in kracht van gewijsde gegaan arrest van het Gerechtshof te Arnhem, zitting houdende te Leeuwarden, van 22 maart 2011, nummer 24/001548-09, ingediend door mr. E.R. van Schaik, advocaat te Lelystad, namens:
[aanvrager] , geboren te [geboorteplaats] op [geboortedatum] 1966.
1 De uitspraak waarvan herziening is gevraagd
Het Hof heeft in hoger beroep - met vernietiging van een vonnis van de Politierechter in de Rechtbank Zwolle-Lelystad van 15 juni 2009 - de aanvrager ter zake van "handelen in strijd met artikel 26, eerste lid, van de Wet wapens en munitie en het feit begaan met betrekking tot een vuurwapen van categorie III, meermalen gepleegd, en handelen in strijd met artikel 26, eerste lid, van de Wet wapens en munitie" veroordeeld tot een werkstraf van tachtig uren, subsidiair veertig dagen hechtenis.
2 De aanvraag tot herziening
De aanvraag tot herziening is aan dit arrest gehecht en maakt daarvan deel uit.
De aanvraag berust op de stelling dat sprake is van een gegeven als bedoeld in art. 457, eerste lid aanhef en onder c, Sv. In de aanvraag wordt daartoe onder meer aangevoerd dat het ernstige vermoeden bestaat dat het Hof de aanvrager zou hebben vrijgesproken, indien het bekend zou zijn geweest met het bij de aanvraag gevoegde door ing. J. van Driel opgestelde rapport van 25 maart 2013.
3 De conclusie van de Advocaat-Generaal
De Advocaat-Generaal A.E. Harteveld heeft geconcludeerd dat de Hoge Raad de aanvraag gegrond zal verklaren voor zover deze betrekking heeft op de veroordeling ter zake van het voorhanden hebben van de revolver (merk: Hopkins & Allen, model Ranger no. 2), voor zover nodig de opschorting of schorsing van de tenuitvoerlegging van de in de aanvraag vermelde uitspraak zal bevelen en de zaak zal verwijzen naar een ander gerechtshof, opdat de zaak zal worden berecht en afgedaan op de wijze als in art. 472, tweede lid, Sv is voorzien.