Hoge Raad, 03-04-2015, ECLI:NL:HR:2015:740, 14/04129
Hoge Raad, 03-04-2015, ECLI:NL:HR:2015:740, 14/04129
Gegevens
- Instantie
- Hoge Raad
- Datum uitspraak
- 3 april 2015
- Datum publicatie
- 3 april 2015
- ECLI
- ECLI:NL:HR:2015:740
- Zaaknummer
- 14/04129
Inhoudsindicatie
Procesrecht. Art. 8:31 Awb. Het Hof had geen toepassing mogen geven aan het bepaalde in artikel 8:31 Awb zonder partijen in de gelegenheid te stellen zich daarover uit te laten.
Uitspraak
3 april 2015
nr. 14/04129
Arrest
gewezen op het beroep in cassatie van de Staatssecretaris van Financiën tegen de uitspraak van het Gerechtshof ’s‐Hertogenbosch van 7 augustus 2014, nr. 13/00897, op het hoger beroep van de Inspecteur tegen een uitspraak van de Rechtbank Zeeland‐West‐Brabant (nr. AWB 12/7140) betreffende de aan [X] te [Z] (hierna: belanghebbende) over het jaar 2007 opgelegde navorderingsaanslag in de inkomstenbelasting/ premie volksverzekeringen (hierna: IB/PVV), de daarbij gegeven boetebeschikking en de daarbij gegeven beschikking inzake heffingsrente. De uitspraak van het Hof is aan dit arrest gehecht.
1 Geding in cassatie
2 Beoordeling van de middelen
3 Proceskosten
De Hoge Raad acht geen termen aanwezig voor een veroordeling in de proceskosten.