Home

Hoge Raad, 23-12-2016, ECLI:NL:HR:2016:2933, 16/02178

Hoge Raad, 23-12-2016, ECLI:NL:HR:2016:2933, 16/02178

Gegevens

Instantie
Hoge Raad
Datum uitspraak
23 december 2016
Datum publicatie
23 december 2016
ECLI
ECLI:NL:HR:2016:2933
Formele relaties
Zaaknummer
16/02178

Inhoudsindicatie

HR: art. 80a RO.

Uitspraak

23 december 2016

nr. 16/02178

Arrest

gewezen op het beroep in cassatie van [X] te [Z] (hierna: belanghebbende) tegen de uitspraak van het Gerechtshof ’s-Hertogenbosch van 13 mei 2016, nr. 15/00021, betreffende de aan belanghebbende voor het jaar 2013 opgelegde aanslag in de waterschapsheffingen.

1 Beoordeling van de ontvankelijkheid van het beroep in cassatie

De Hoge Raad is van oordeel dat de aangevoerde klachten geen behandeling in cassatie rechtvaardigen omdat de partij die het cassatieberoep heeft ingesteld klaarblijkelijk onvoldoende belang heeft bij het cassatieberoep dan wel omdat de klachten klaarblijkelijk niet tot cassatie kunnen leiden.

De Hoge Raad zal daarom – gezien artikel 80a van de Wet op de rechterlijke organisatie en gehoord de Procureur-Generaal – het beroep in cassatie niet‑ontvankelijk verklaren.

2 Beslissing

De Hoge Raad verklaart het beroep in cassatie niet‑ontvankelijk.

Dit arrest is gewezen door de raadsheer C. Schaap als voorzitter, en de raadsheren Th. Groeneveld en J. Wortel, in tegenwoordigheid van de waarnemend griffier F. Treuren, en in het openbaar uitgesproken op 23 december 2016.