Home

Hoge Raad, 26-02-2016, ECLI:NL:HR:2016:324, 15/03096

Hoge Raad, 26-02-2016, ECLI:NL:HR:2016:324, 15/03096

Gegevens

Instantie
Hoge Raad
Datum uitspraak
26 februari 2016
Datum publicatie
26 februari 2016
ECLI
ECLI:NL:HR:2016:324
Formele relaties
Zaaknummer
15/03096
Relevante informatie
Algemene wet bestuursrecht [Tekst geldig vanaf 01-08-2023 tot 01-01-2024], Algemene wet bestuursrecht [Tekst geldig vanaf 01-08-2023 tot 01-01-2024] art. 8:75

Inhoudsindicatie

8:75 Awb. Bestuursrechter niet gehouden te beslissen op verzoek over de wijze van uitbetaling van een proceskostenvergoeding.

Uitspraak

26 februari 2016

nr. 15/03096

Arrest

gewezen op het beroep in cassatie van [X] te [Z] (hierna: belanghebbende) tegen de uitspraak van het Gerechtshof Den Haag van 22 mei 2015, nr. BK‑15/00141, op het hoger beroep van belanghebbende tegen een uitspraak van de Rechtbank Rotterdam (nr. ROT 14/1268) betreffende de ten aanzien van belanghebbende gegeven beschikking op grond van de Wet waardering onroerende zaken en de aanslag in de onroerendezaakbelastingen van de gemeente Bergambacht voor het jaar 2013 betreffende de onroerende zaak [a-straat 1] te [Z]. De uitspraak van het Hof is aan dit arrest gehecht.

1 Geding in cassatie

Belanghebbende heeft tegen ’s Hofs uitspraak beroep in cassatie ingesteld. Het beroepschrift in cassatie is aan dit arrest gehecht en maakt daarvan deel uit.

2 Beoordeling van het middel

2.1.

In cassatie kan van het volgende worden uitgegaan.

2.1.1.

Bij uitspraak op bezwaar heeft de heffingsambtenaar een ten aanzien van belanghebbende bij beschikking vastgestelde waarde van een onroerende zaak en een aan belanghebbende opgelegde aanslag in de onroerendezaakbelastingen voor het jaar 2013 gehandhaafd. Belanghebbende heeft tegen de uitspraak op bezwaar beroep ingesteld bij de Rechtbank.

2.1.2.

Belanghebbende heeft in hoger beroep de uitspraak van de Rechtbank bestreden.

2.2.1.

Het Hof heeft de heffingsambtenaar veroordeeld in de proceskosten aan de zijde van belanghebbende tot een bedrag van € 2074. Het heeft daarbij onder meer geoordeeld dat het in een procedure als deze niet aan het Hof is een oordeel te geven over een verzoek het bedrag aan proceskostenvergoeding over te maken naar de rekening van een ander dan de belanghebbende. Tegen dit oordeel richt zich het middel.

2.2.2.

Het middel faalt. Uit artikel 8:75 Awb, noch uit enige andere wettelijke bepaling volgt dat de bestuursrechter is gehouden op een dergelijk verzoek te beslissen.

3 Proceskosten

De Hoge Raad acht geen termen aanwezig voor een veroordeling in de proceskosten.

4 Beslissing