Hoge Raad, 06-06-2017, ECLI:NL:HR:2017:1020, 15/04608
Hoge Raad, 06-06-2017, ECLI:NL:HR:2017:1020, 15/04608
Gegevens
- Instantie
- Hoge Raad
- Datum uitspraak
- 6 juni 2017
- Datum publicatie
- 6 juni 2017
- ECLI
- ECLI:NL:HR:2017:1020
- Formele relaties
- Conclusie: ECLI:NL:PHR:2017:388, Gevolgd
- Zaaknummer
- 15/04608
Inhoudsindicatie
Medeplegen van poging tot diefstal met braak in een woning in Bodegraven, art. 311 Sr. HR herhaalt relevante overwegingen uit ECLI:NL:HR:2014:3474, ECLI:NL:HR:2015:718 en ECLI:NL:HR:2016:1316 m.b.t. gevallen waarin medeplegen niet bestaat in een gezamenlijke uitvoering, ECLI:NL:HR:2016:1315 en ECLI:NL:HR:2016:1323 m.b.t. de rol van de procesopstelling van verdachte en ECLI:NL: HR:2016:1323 m.b.t. het belang van het uitblijven van een aannemelijke verklaring van verdachte. De door het Hof in aanmerking genomen f&o zijn voldoende om te kunnen aannemen dat de bijdrage van verdachte aan de bewezenverklaarde poging tot inbraak van voldoende gewicht is om van medeplegen te kunnen spreken.. Samenhang met 15/04561.
Uitspraak
6 juni 2017
Strafkamer
nr. S 15/04608
AJ/CeH
Hoge Raad der Nederlanden
Arrest
op het beroep in cassatie tegen een arrest van het Gerechtshof Den Haag van 23 september 2015, nummer 22/003861-14, in de strafzaak tegen:
[verdachte] , geboren te [geboorteplaats] op [geboortedatum] 1990.