Home

Hoge Raad, 09-06-2017, ECLI:NL:HR:2017:1036, 16/05620

Hoge Raad, 09-06-2017, ECLI:NL:HR:2017:1036, 16/05620

Gegevens

Instantie
Hoge Raad
Datum uitspraak
9 juni 2017
Datum publicatie
9 juni 2017
ECLI
ECLI:NL:HR:2017:1036
Formele relaties
Zaaknummer
16/05620

Inhoudsindicatie

HR: 81.1 RO.

Uitspraak

9 juni 2017

Nr. 16/05620

Arrest

gewezen op het beroep in cassatie van [X] te [Z] (hierna: belanghebbende) tegen de uitspraak van het Gerechtshof ’s-Hertogenbosch van 13 oktober 2016, nrs. 15/00816 tot en met 15/00818, op het hoger beroep van belanghebbende tegen een uitspraak van de Rechtbank Zeeland-West-Brabant (nrs. AWB 14/5745 tot en met 14/5747) betreffende de aan belanghebbende over de jaren 2008, 2009 en 2010 opgelegde navorderingsaanslagen in de inkomstenbelasting/premie volksverzekeringen en de daarbij gegeven boetebeschikkingen.

1 Geding in cassatie

Belanghebbende heeft tegen ’s Hofs uitspraak beroep in cassatie ingesteld en daarbij een aantal klachten aangevoerd.

De Staatssecretaris van Financiën heeft een verweerschrift ingediend.

Belanghebbende heeft een conclusie van repliek ingediend.

2 Beoordeling van de klachten

De klachten kunnen niet tot cassatie leiden. Dit behoeft, gezien artikel 81, lid 1, van de Wet op de rechterlijke organisatie, geen nadere motivering, nu de klachten niet nopen tot beantwoording van rechtsvragen in het belang van de rechtseenheid of de rechtsontwikkeling.

3 Proceskosten

De Hoge Raad acht geen termen aanwezig voor een veroordeling in de proceskosten.

4 Beslissing