Home

Hoge Raad, 13-07-2018, ECLI:NL:HR:2018:1195, 18/00248

Hoge Raad, 13-07-2018, ECLI:NL:HR:2018:1195, 18/00248

Gegevens

Instantie
Hoge Raad
Datum uitspraak
13 juli 2018
Datum publicatie
13 juli 2018
ECLI
ECLI:NL:HR:2018:1195
Formele relaties
Zaaknummer
18/00248

Inhoudsindicatie

HR: art. 81.1 RO.

Uitspraak

13 juli 2018

nr. 18/00248

Arrest

gewezen op het beroep in cassatie van [X] B.V. te [Z] (hierna: belanghebbende) tegen de uitspraak van het Gerechtshof 's-Hertogenbosch van 7 december 2017, nr. 16/03787, op het hoger beroep van belanghebbende tegen een uitspraak van de Rechtbank Zeeland-West-Brabant (nr. BRE 15/6606) betreffende een aan belanghebbende opgelegde naheffingsaanslag in de belasting van personenauto’s en motorrijwielen.

1 Geding in cassatie

Belanghebbende heeft tegen ’s Hofs uitspraak beroep in cassatie ingesteld en daarbij een aantal klachten aangevoerd.

De Staatssecretaris van Financiën heeft een verweerschrift ingediend.

2 Beoordeling van de klachten

De klachten kunnen niet tot cassatie leiden. Dit behoeft, gezien artikel 81, lid 1, van de Wet op de rechterlijke organisatie, geen nadere motivering, nu de klachten niet nopen tot beantwoording van rechtsvragen in het belang van de rechtseenheid of de rechtsontwikkeling.

3 Proceskosten

De Hoge Raad acht geen termen aanwezig voor een veroordeling in de proceskosten.

4 Beslissing