Home

Hoge Raad, 23-02-2018, ECLI:NL:HR:2018:276, 17/03549

Hoge Raad, 23-02-2018, ECLI:NL:HR:2018:276, 17/03549

Gegevens

Instantie
Hoge Raad
Datum uitspraak
23 februari 2018
Datum publicatie
23 februari 2018
ECLI
ECLI:NL:HR:2018:276
Zaaknummer
17/03549

Inhoudsindicatie

HR verklaart het beroep in cassatie n-o met toepassing van art. 80a RO.

Uitspraak

23 februari 2018

Nr. 17/03549

Arrest

gewezen op het beroep in cassatie van [X] te [Z] (hierna: belanghebbende) tegen de uitspraak van het Gerechtshof Arnhem-Leeuwarden van 27 juni 2017, nrs. 16/00748 tot en met 16/00752, betreffende de aan belanghebbende voor de jaren 2009, 2010, 2011 en 2013 opgelegde aanslagen in de inkomstenbelasting/premie volksverzekeringen (hierna: IB/PVV), en de verzoeken van belanghebbende om toekenning van dwangsommen wegens het niet tijdig doen van uitspraken op bezwaar.

1 Beoordeling van de ontvankelijkheid van het beroep in cassatie

De Hoge Raad is van oordeel dat de aangevoerde klachten geen behandeling in cassatie rechtvaardigen omdat de partij die het cassatieberoep heeft ingesteld klaarblijkelijk onvoldoende belang heeft bij het cassatieberoep dan wel omdat de klachten klaarblijkelijk niet tot cassatie kunnen leiden.

De Hoge Raad zal daarom – gezien artikel 80a van de Wet op de rechterlijke organisatie en gehoord de Procureur‑Generaal – het beroep in cassatie niet‑ontvankelijk verklaren.

2 Beslissing

De Hoge Raad verklaart het beroep in cassatie niet‑ontvankelijk.

Dit arrest is gewezen door de raadsheer J. Wortel als voorzitter, en de raadsheren Th. Groeneveld en A.F.M.Q. Beukers-van Dooren, in tegenwoordigheid van de waarnemend griffier F. Treuren, en in het openbaar uitgesproken op 23 februari 2018.