Home

Hoge Raad, 25-01-2019, ECLI:NL:HR:2019:100, 18/03584

Hoge Raad, 25-01-2019, ECLI:NL:HR:2019:100, 18/03584

Gegevens

Instantie
Hoge Raad
Datum uitspraak
25 januari 2019
Datum publicatie
25 januari 2019
ECLI
ECLI:NL:HR:2019:100
Formele relaties
Zaaknummer
18/03584

Inhoudsindicatie

HR verklaart het beroep in cassatie n-o met toepassing van art. 80a RO.

Uitspraak

25 januari 2019

Nr. 18/03584

Arrest

gewezen op het beroep in cassatie van [X] te [Z] (hierna: belanghebbende) tegen de uitspraak van het Gerechtshof Arnhem-Leeuwarden van 14 augustus 2018, nr. 18/00108, betreffende een verzoek om ambtshalve vermindering van de aan belanghebbende voor het jaar 2014 opgelegde aanslag in de inkomstenbelasting/premie volksverzekeringen.

1 Beoordeling van de ontvankelijkheid van het beroep in cassatie

De Hoge Raad is van oordeel dat de aangevoerde klachten geen behandeling in cassatie rechtvaardigen omdat de partij die het cassatieberoep heeft ingesteld klaarblijkelijk onvoldoende belang heeft bij het cassatieberoep dan wel omdat de klachten klaarblijkelijk niet tot cassatie kunnen leiden.

De Hoge Raad zal daarom – gezien artikel 80a van de Wet op de rechterlijke organisatie en gehoord de Procureur‑Generaal – het beroep in cassatie niet‑ontvankelijk verklaren.

2 Beslissing

De Hoge Raad verklaart het beroep in cassatie niet‑ontvankelijk.

Dit arrest is gewezen door de raadsheer J. Wortel als voorzitter, en de raadsheren A.F.M.Q. Beukers-van Dooren en P.A.G.M. Cools, in tegenwoordigheid van de waarnemend griffier F. Treuren, en in het openbaar uitgesproken op 25 januari 2019.