Home

Hoge Raad, 25-01-2019, ECLI:NL:HR:2019:102, 18/00428

Hoge Raad, 25-01-2019, ECLI:NL:HR:2019:102, 18/00428

Gegevens

Instantie
Hoge Raad
Datum uitspraak
25 januari 2019
Datum publicatie
25 januari 2019
ECLI
ECLI:NL:HR:2019:102
Formele relaties
Zaaknummer
18/00428

Inhoudsindicatie

HR: 81.1 RO.

Uitspraak

25 januari 2019

Nr. 18/00428

Arrest

gewezen op het beroep in cassatie van [X] te [Z] (hierna: belanghebbende) tegen de uitspraak van het Gerechtshof Arnhem-Leeuwarden van 19 december 2017, nrs. 16/01442 en 16/01443, op het hoger beroep van belanghebbende tegen een uitspraak van de Rechtbank Gelderland (nrs. AWB 15/2132 en 15/3152) betreffende de voor de jaren 2014 en 2015 gegeven beschikkingen als bedoeld in artikel 3.156, lid 1, van de Wet op de inkomstenbelasting 2001.

1 Geding in cassatie

Belanghebbende heeft tegen ’s Hofs uitspraak beroep in cassatie ingesteld en daarbij een aantal middelen voorgesteld.

De Staatssecretaris van Financiën heeft een verweerschrift ingediend.

2 Beoordeling van de middelen

De middelen kunnen niet tot cassatie leiden. Dit behoeft, gezien artikel 81, lid 1, van de Wet op de rechterlijke organisatie, geen nadere motivering, nu de middelen niet nopen tot beantwoording van rechtsvragen in het belang van de rechtseenheid of de rechtsontwikkeling.

3 Proceskosten

De Hoge Raad acht geen termen aanwezig voor een veroordeling in de proceskosten.

4 Beslissing