Hoge Raad, 29-11-2019, ECLI:NL:HR:2019:1859, 18/04576
Hoge Raad, 29-11-2019, ECLI:NL:HR:2019:1859, 18/04576
Gegevens
- Instantie
- Hoge Raad
- Datum uitspraak
- 29 november 2019
- Datum publicatie
- 29 november 2019
- ECLI
- ECLI:NL:HR:2019:1859
- Formele relaties
- Conclusie: ECLI:NL:PHR:2019:1139, Gevolgd
- In cassatie op : ECLI:NL:GHDHA:2018:1802, Bekrachtiging/bevestiging
- Zaaknummer
- 18/04576
Inhoudsindicatie
Art. 81 lid 1 RO. Verbintenissenrecht. Procesrecht. Onverschuldigde betaling. Omkering van de bewijslast.
Uitspraak
HOGE RAAD DER NEDERLANDEN
CIVIELE KAMER
Nummer 18/04576
Datum 29 november 2019
ARREST
In de zaak van
1. DE STICHTING (HUID)KLINIEK ZUID,gevestigd te Rotterdam,
2. [eiseres 2],wonende te [woonplaats],
3. [eiser 3],wonende te [woonplaats]
EISERS tot cassatie,
hierna gezamenlijk: HKZ c.s.,
advocaat: mr. J.P. Heering,
tegen
1. DE ONDERLINGE WAARBORGMAATSCHAPPIJ DSW ZORGVERZEKERAAR U.A.,gevestigd te Schiedam,
2. DE ONDERLINGE WAARBORGMAATSCHAPPIJ O.W.M. STAD HOLLAND ZORGVERZEKERAAR U.A.,gevestigd te Schiedam,
VERWEERSTERS in cassatie,
hierna gezamenlijk: DSW c.s.,
advocaat: mr. K. Teuben.
1. Procesverloop
Voor het verloop van het geding in feitelijke instanties verwijst de Hoge Raad naar:
a. de vonnissen in de zaak C/10/450229 / HA ZA 14-475 van de rechtbank Rotterdam van 23 juli 2014, 21 januari 2015 en 22 juli 2015;
b. de arresten in de zaak 200.175.125/01 van het gerechtshof Den Haag van 13 oktober 2015, 9 mei 2017 en 31 juli 2018.
HKZ c.s. hebben tegen de arresten van het hof van 9 mei 2017 en 31 juli 2018 beroep in cassatie ingesteld. DSW c.s. hebben een verweerschrift tot verwerping ingediend.
De zaak is voor partijen toegelicht door hun advocaten, voor HKZ c.s. mede door mr. J.L. Luiten en voor DSW c.s. mede door mr. M.H.K. Jansen.
De conclusie van de Advocaat-Generaal W.L. Valk strekt tot verwerping van het cassatieberoep.
2 Beoordeling van het middel
De in het middel aangevoerde klachten kunnen niet tot cassatie leiden. Dit behoeft, gezien art. 81 lid 1 RO, geen nadere motivering nu de klachten niet nopen tot beantwoording van rechtsvragen in het belang van de rechtseenheid of de rechtsontwikkeling.
3 Beslissing
De Hoge Raad:
- verwerpt het beroep;
- veroordeelt HKZ c.s. in de kosten van het geding in cassatie, tot op deze uitspraak aan de zijde van DSW c.s. begroot op € 6.662,34 aan verschotten en € 2.200,-- voor salaris, vermeerderd met de wettelijke rente over deze kosten indien HKZ c.s. deze niet binnen veertien dagen na heden hebben voldaan.
Dit arrest is gewezen door de raadsheren A.M.J. van Buchem-Spapens, als voorzitter, M.V. Polak en M.J. Kroeze, en in het openbaar uitgesproken door de raadsheer C.E. du Perron op 29 november 2019.