Home

Hoge Raad, 15-01-2021, ECLI:NL:HR:2021:48, 20/00672

Hoge Raad, 15-01-2021, ECLI:NL:HR:2021:48, 20/00672

Gegevens

Instantie
Hoge Raad
Datum uitspraak
15 januari 2021
Datum publicatie
15 januari 2021
ECLI
ECLI:NL:HR:2021:48
Formele relaties
Zaaknummer
20/00672

Inhoudsindicatie

HR: 81.1 RO.

Uitspraak

HOGE RAAD DER NEDERLANDEN

BELASTINGKAMER

Nummer 20/00672

Datum 15 januari 2021

ARREST

in de zaak van

[X] B.V. te [Z] (hierna: belanghebbende)

tegen

de STAATSSECRETARIS VAN FINANCIËN

op het beroep in cassatie tegen de uitspraak van het Gerechtshof Arnhem-Leeuwarden van 14 januari 2020, nrs. 18/00315, 18/00446 en 18/00447, op het hoger beroep van de door fusie met belanghebbende verdwenen vennootschap [A] B.V. en van de Inspecteur tegen een uitspraak van de Rechtbank Gelderland (nr. AWB 16/7314) betreffende de aan [A] B.V. voor het jaar 2010 opgelegde aanslag in de vennootschapsbelasting en de daarbij gegeven beschikking inzake heffingsrente en op het hoger beroep van [A] B.V. tegen een uitspraak van die rechtbank (nr. AWB 16/7316) betreffende de aan haar voor het jaar 2011 opgelegde aanslag in de vennootschapsbelasting.

1 Geding in cassatie

Belanghebbende heeft tegen de uitspraak van het Hof beroep in cassatie ingesteld en daarbij een aantal middelen voorgesteld.

De Staatssecretaris heeft een verweerschrift ingediend.

Belanghebbende heeft een conclusie van repliek ingediend.

2 Beoordeling van de middelen

De Hoge Raad heeft de middelen over de uitspraak van het Hof beoordeeld. De uitkomst hiervan is dat deze middelen niet kunnen leiden tot vernietiging van die uitspraak. De Hoge Raad hoeft niet te motiveren waarom hij tot dit oordeel is gekomen. Bij de beoordeling van deze middelen is het namelijk niet nodig om antwoord te geven op vragen die van belang zijn voor de eenheid of de ontwikkeling van het recht (zie artikel 81, lid 1, van de Wet op de rechterlijke organisatie).

3 Proceskosten

De Hoge Raad ziet geen aanleiding voor een veroordeling in de proceskosten.

4 Beslissing