Hoge Raad, 16-04-2021, ECLI:NL:HR:2021:591, 20/03964
Hoge Raad, 16-04-2021, ECLI:NL:HR:2021:591, 20/03964
Gegevens
- Instantie
- Hoge Raad
- Datum uitspraak
- 16 april 2021
- Datum publicatie
- 16 april 2021
- ECLI
- ECLI:NL:HR:2021:591
- Formele relaties
- Conclusie: ECLI:NL:PHR:2021:283, Gevolgd
- Zaaknummer
- 20/03964
Inhoudsindicatie
Art. 81 lid 1 RO. Personen- en familierecht. Procesrecht. Beëindiging ouderlijk gezag. Verzoek om contra-expertise; art. 810a lid 2 Rv.
Uitspraak
HOGE RAAD DER NEDERLANDEN
CIVIELE KAMER
Nummer 20/03964
Datum 16 april 2021
BESCHIKKING
In de zaak van
[de moeder],wonende te [woonplaats],
VERZOEKSTER tot cassatie,
hierna: de moeder,
advocaat: A.H. Vermeulen,
tegen
DE RAAD VOOR DE KINDERBESCHERMING, REGIO ROTTERDAM-DORDRECHT,
gevestigd te Rotterdam,
VERWEERDER in cassatie,
hierna: de raad,
niet verschenen.
Als belanghebbende is in hoger beroep aangemerkt:
de gecertificeerde instelling STICHTING JEUGDBESCHERMING WEST,
hierna: de GI,
niet verschenen.
1 Procesverloop
Voor het verloop van het geding in feitelijke instanties verwijst de Hoge Raad naar:
-
de beschikking in de zaak C/10/589623 / JE RK 20-109 van de rechtbank Rotterdam van 28 februari 2020;
-
de beschikking in de zaak 200.278.844/01 van het gerechtshof Den Haag van 2 september 2020.
De moeder heeft tegen de beschikking van het hof beroep in cassatie ingesteld. Het cassatierekest is aan deze beschikking gehecht en maakt daarvan deel uit.
De raad en de GI hebben geen verweerschrift ingediend.
De conclusie van de Advocaat-Generaal M.L.C.C. Lückers strekt tot verwerping van het cassatieberoep. De advocaat van de moeder heeft schriftelijk op die conclusie gereageerd.
2 Beoordeling van het middel
De Hoge Raad heeft de klachten over de beschikking van het hof beoordeeld. De uitkomst hiervan is dat deze klachten niet kunnen leiden tot vernietiging van die beschikking. De Hoge Raad hoeft niet te motiveren waarom hij tot dit oordeel is gekomen. Bij de beoordeling van deze klachten is het namelijk niet nodig om antwoord te geven op vragen die van belang zijn voor de eenheid of de ontwikkeling van het recht (zie artikel 81 lid 1 van de Wet op de rechterlijke organisatie).
3 Beslissing
De Hoge Raad verwerpt het beroep.
Deze beschikking is gegeven door de raadsheren A.M.J. van Buchem-Spapens, als voorzitter, C.H. Sieburgh en F.J.P. Lock, en in het openbaar uitgesproken door de raadsheer M.J. Kroeze op 16 april 2021.