Home

Hoge Raad, 30-09-2022, ECLI:NL:HR:2022:1347, 21/04859

Hoge Raad, 30-09-2022, ECLI:NL:HR:2022:1347, 21/04859

Gegevens

Instantie
Hoge Raad
Datum uitspraak
30 september 2022
Datum publicatie
30 september 2022
ECLI
ECLI:NL:HR:2022:1347
Formele relaties
Zaaknummer
21/04859

Inhoudsindicatie

HR verklaart het beroep in cassatie n-o met toepassing van art. 80a RO.

Uitspraak

HOGE RAAD DER NEDERLANDEN

BELASTINGKAMER

Nummer 21/04859

Datum 30 september 2022

ARREST

in de zaak van

[X] te [Z] (hierna: belanghebbende)

tegen

de STAATSSECRETARIS VAN FINANCIËN,

vertegenwoordigd door [P] ,

op het beroep in cassatie tegen de uitspraak van het Gerechtshof Den Haag van 19 oktober 2021, nr. BK-21/000721, op het hoger beroep van de Inspecteur tegen een uitspraak van de Rechtbank Den Haagk Den Haag (nr. SGR 19/3656) betreffende een aan belanghebbende over het jaar 2012 opgelegde navorderingsaanslag in de inkomstenbelasting/premie volksverzekeringen, de daarbij gegeven boetebeschikking en de daarbij gegeven beschikking inzake belastingrente.

1 Beoordeling van de ontvankelijkheid van het beroep in cassatie

De Hoge Raad heeft de klachten over de uitspraak van het Hof beoordeeld. De procureur-generaal bij de Hoge Raad heeft de gelegenheid gekregen een advies uit te brengen.

De Hoge Raad is tot het oordeel gekomen dat het cassatieberoep duidelijk niet kan slagen. Hij zal daarom gebruikmaken van de mogelijkheid om het beroep zonder verdere motivering niet-ontvankelijk te verklaren (zie artikel 80a van de Wet op de rechterlijke organisatie).

2 Proceskosten

De Hoge Raad ziet geen aanleiding voor een veroordeling in de proceskosten.

3 Beslissing

De Hoge Raad verklaart het beroep in cassatie niet-ontvankelijk.

Dit arrest is gewezen door de raadsheer J. Wortel als voorzitter, en de raadsheren P.A.G.M. Cools en A.E.H. van der Voort Maarschalk, in tegenwoordigheid van de waarnemend griffier F. Treuren, en in het openbaar uitgesproken op 30 september 2022.